34 550 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2017

Nr. 65 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2017

Met deze brief wordt de Kamer nader geïnformeerd over de Amerikaanse Executive Order «Protecting the Nation from Foreign Terrorist Entry into the United States» die president Trump heeft getekend op 27 januari jl. (hierna: het decreet).

Inhoud decreet

Het decreet bevat een aantal maatregelen om immigratie naar de Verenigde Staten te beperken om veiligheidsredenen. Zes hoofdpunten uit het decreet zijn: 1) het tijdelijk opschorten (90 dagen) van alle toelating van personen uit zeven «countries of particular concern» (Libië, Jemen, Iran, Irak, Syrië, Sudan, Somalië), 2) het stilleggen van de toelating van vluchtelingen tot de VS voor 120 dagen, 3) het opschorten van de toelating van vluchtelingen uit Syrië zonder einddatum, hangende een review, 4) beperking van het aantal vluchtelingen voor 2017 tot 50.000, 5) het vaststellen (door de Secretaries of State en Homeland Security) of en zo ja welke additionele stappen nodig zijn om zeker te stellen dat toegelaten vluchtelingen geen gevaar vormen voor nationale veiligheid, en het tegen het licht houden van het Amerikaanse visumregime, 6) een zesmaandelijkse publicatie over de aantallen buitenlandse personen in de VS tegen wie een terrorisme-aanklacht bestaat of die zijn geradicaliseerd na binnenkomst.

Inmiddels heeft het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken, op verzoek van Nederland en andere (Europese) landen, verduidelijkt wat de gevolgen van het decreet zijn voor personen met een dubbele nationaliteit (bipatriden). Onder het decreet kunnen alle houders van Nederlandse paspoorten (ook zij die naast het Nederlanderschap de nationaliteit van één van de zeven genoemde landen bezitten) toegang krijgen tot de VS indien hun Nederlandse paspoort een geldig visum bevat.

Reactie kabinet

Het kabinet is ervan overtuigd dat vluchtelingen van oorlog en geweld een veilig heenkomen verdienen ongeacht hun afkomst of geloof. Bovendien is de bescherming van vluchtelingen, zoals vastgelegd in het VN Vluchtelingenverdrag, een internationaalrechtelijke verplichting die niet in twijfel getrokken mag worden. Daarnaast mag het nooit beleid zijn om mensen wegens hun afkomst of religie te discrimineren of te stigmatiseren, dat kunnen we in Nederland nooit accepteren. Ik verwijs hierbij naar de positie van het kabinet zoals verwoord tijdens het Vragenuur van 31 januari jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 46, Vragenuur). Daar is benadrukt dat de regering zeer alert is op de mogelijkheid dat potentiële terroristen misbruik maken van asielprocedures. Veiligheidsdiensten hebben hier een belangrijke taak.

Zoals bekend levert het Amerikaans decreet praktische onzekerheid op. Grote aantallen mensen in de wereld weten niet of ze op dit moment wel of niet naar de Verenigde Staten kunnen reizen. Een aantal van deze mensen is afgelopen weekend gestrand op Schiphol. Medewerkers van Nederlandse bedrijven en NGO’s met de nationaliteit van één van de zeven betrokken landen, kunnen als gevolg van het decreet niet meer naar de VS reizen, tenzij ze al over een geldige verblijfsvergunning voor de VS beschikken.

Het kabinet heeft afgelopen weekend langs bovenstaande lijnen gereageerd op het inreisverbod en de kwestie in internationaal verband aan de orde gesteld. Op 29 januari jl. is een gezamenlijke verklaring van Nederland en Duitsland uitgegaan, waarin wij zorg uitspreken over het inreisverbod. Op 30 januari jl. heb ik gebeld met de Tijdelijk Zaakgelastigde van de VS om opheldering te vragen over de gevolgen van het inreisverbod voor personen met een dubbele nationaliteit. Op Nederlands initiatief zijn de ambassadeurs van de EU-lidstaten in Washington bij elkaar gekomen om vervolgstappen te bespreken. Samen met Duitsland heeft Nederland gepleit voor gezamenlijke EU-actie. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het reisadvies voor de VS aangepast om reizigers te informeren over de recente ontwikkelingen. In het licht van het VS inreisverbod heeft het kabinet besloten de onderhandelingen over voorinspectie (preclearance) met de Verenigde Staten op te schorten. Een hervatting van de onderhandelingen is aan de orde op het moment dat helderheid bestaat over de gevolgde aanpak, en duidelijkheid bestaat dat de Europese en nationale kaders kunnen worden gewaarborgd.

De uitspraak van een federale rechter in de staat New York en andere rechtszaken die aangespannen zijn, laten zien dat de rechtmatigheid van het decreet ook in de Verenigde Staten nog ter discussie staat.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven