Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2016
Met deze brief informeer ik u conform mijn toezegging tijdens het algemeen overleg
diplomatieke immuniteit van 14 december jongstleden over het instrument van het instellen
van cassatie in het belang der wet, in relatie tot de uitspraak van het gerechtshof
Arnhem–Leeuwarden van 26 september 2014.1
Cassatie
De zaak die aan het gerechtshof Arnhem–Leeuwarden werd voorgelegd betreft een beschikking
op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Op
grond van artikel 78, derde lid van de Wet op de Rechterlijke organisatie (Wet RO)
staat in dergelijke zaken noch voor het Openbaar Ministerie noch voor de betrokkene
cassatie open.
De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft altijd de mogelijkheid een cassatieberoep
in het belang der wet in te stellen (artikel 78, eerste lid, van de Wet RO). Cassatie
in het belang der wet wordt ingesteld indien de procureur-generaal het noodzakelijk
acht dat de Hoge Raad zich over een bepaalde kwestie uitlaat. Dat kan bijvoorbeeld
zijn omdat de procureur-generaal een beslissing onjuist acht of omdat hem is gebleken
van tegenstrijdige opvattingen over een rechtskwestie. Het algemeen belang dient hierbij
voorop te staan. In het algemeen zal de procureur-generaal het instellen van een vordering
tot cassatie in het belang der wet slechts overwegen wanneer het gaat om een duidelijke,
overzichtelijke rechtsvraag waarover zich uiteenlopende rechtspraak ontwikkelt.
Een ieder kan een verzoek indienen bij de procureur-generaal van de Hoge Raad om in
een bepaald geval cassatie in het belang der wet in te stellen. Daarnaast is in artikel
23 van het Besluit orde van dienst gerechten aan ambtenaren van het Openbaar Ministerie
expliciet de mogelijkheid geboden een zaak onder de aandacht van de procureur-generaal
te brengen. Indien zij kennisnemen van een uitspraak die zich hiervoor leent, kunnen
zij deze aan de procureur-generaal voorleggen vanwege het algemeen belang of een andere
reden. De beslissing al dan niet cassatie in te stellen zal ook in deze gevallen door
de procureur-generaal worden genomen.
De procureur-generaal bij de Hoge Raad is een onafhankelijke adviseur van de Hoge
Raad en maakt als zodanig geen onderdeel uit van het Openbaar Ministerie.
Of cassatie in het belang der wet in een bepaalde zaak opportuun is, is ter beoordeling
van de procureur-generaal.
Uitspraak gerechtshof Arnhem–Leeuwarden d.d. 26 september 2014
Het gerechtshof Arnhem–Leeuwarden heeft op 26 september 2014 in hoger beroep geoordeeld
dat aan personen die diplomatieke immuniteit genieten geen administratieve sancties
kunnen worden opgelegd. Het gerechtshof baseert zich hierbij op het Verdrag van Wenen
inzake Diplomatiek Verkeer, dat stelt dat de immuniteit van rechtsmacht van diplomaten
geldt ten aanzien van zowel strafzaken als civielrechtelijke en administratiefrechtelijke
zaken.
Het Openbaar Ministerie heeft de uitspraak van het gerechtshof bestudeerd en is tot
het oordeel gekomen dat de uitleg van het gerechtshof moet worden gevolgd. Het Openbaar
Ministerie heeft deze uitspraak aan de procureur-generaal bij de Hoge Raad voorgelegd
met het verzoek te onderzoeken of er reden is bij de Hoge Raad een vordering tot cassatie
in het belang der wet in te stellen tegen deze beslissing. Dit gaf de procureur-generaal
geen aanleiding cassatie in het belang der wet in te stellen.
Tijdens het AO diplomatieke immuniteit van 14 december jongstleden hebben de Minister
van Buitenlandse Zaken en ik toegezegd zo snel mogelijk een nieuw systeem in te richten
voor het aanspreken van personen met immuniteit die een verkeersovertreding hebben
begaan. Op dit moment werk ik daarom met de Minister van Buitenlandse Zaken aan een
wetsvoorstel waarmee wordt geregeld dat het CJIB de gegevens van diplomaten die verkeersovertredingen
hebben begaan kan verstrekken aan de Minister van Buitenlandse Zaken ten behoeve van
het versturen van de notificatiebrieven. Dit wetsvoorstel zal ik u in de eerste helft
van 2017 doen toekomen.
De Minister van Veiligheid en Justitie,
G.A. van der Steur