34 550 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2017

Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 maart 2017

Met deze brief informeer ik u over het financieel beheer bij het Agentschap van de Generale Thesaurie van het Ministerie van Financiën (het Agentschap). Het Agentschap is na constatering van onregelmatigheden in 2011 en 2012 een verbetertraject gestart waarbij ik een onafhankelijke partij (KPMG) heb gevraagd het financieel beheer van het Agentschap door te lichten.

Het interne verbetertraject is in juli 2016 afgerond. Conform mijn toezegging in mijn brief van 21 februari 2014 (Kamerstuk 33 750 IX, nr. 15) heb ik eind 2016 KPMG onderzoek laten doen naar de uitvoering van hun eerdere aanbevelingen. Hierbij is een selectie gemaakt van de belangrijkste (qua risico en impact) aanbevelingen.

De algemene conclusie van het onderzoek door KPMG luidt dat het financieel beheer van het Agentschap ten opzichte van de situatie van 2013 sterk is verbeterd door onder meer de implementatie van een nieuw treasury management IT-systeem, de instelling van een interne controleafdeling en de inrichting van een systeem waarin de administratieve organisatie wordt vastgelegd. Het onderzoek is als bijlage bij deze brief gevoegd1.

Voor tien van de elf geselecteerde aanbevelingen concludeert KPMG dat ze voldoende zijn geïmplementeerd. Alleen de aanbeveling inzake het swapbeleid («verbeter de controle op de uitwerking van het swapbeleid») is naar het oordeel van KPMG nog onvoldoende opgevolgd. Ik onderschrijf de conclusies van KPMG en zal de nodige verbeterstappen in gang zetten.

Aanvullend heeft KPMG nog een aantal aanbevelingen gedaan, zoals het vergroten van het inzicht in de activiteiten, de prestaties en de verbonden risico’s van het Agentschap vanuit het perspectief van FEZ en andere relevante stakeholders en het verbeteren en nader preciseren van de analyses van de ontwikkeling van het renterisico en de effectiviteit van het swapbeleid.

Ook deze aanbevelingen onderschrijf ik. Ik heb het Agentschap en FEZ gevraagd deze aanbevelingen op te volgen.

Concluderend ben ik van mening dat het financieel beheer van het Agentschap sinds 2014 sterk is verbeterd. Tevens ben ik van mening dat het op orde houden van financieel beheer een continue opgave is: een opgave waar het Agentschap met de huidige inrichting en aandacht goed toe geëquipeerd is.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven