34 550 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2017

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 oktober 2016

Tijdens het Algemeen Overleg Venezuela op 5 oktober jl. heb ik toegezegd uw Kamer voor de begrotingsbehandeling van Begrotingshoofdstuk IV Koninkrijksrelaties nader te informeren aangaande de contacten tussen de regering van Nederland en Aruba voorafgaand aan en gedurende de verschillende onderhandelingen over de aankoop en heropening van de raffinaderij. In deze brief reageer ik ook op het onderwerp herdimensionering Kustwacht, zoals toegezegd tijdens datzelfde Algemeen Overleg.

Minister-President Eman en Minister De Meza van Aruba hebben gedurende een werkbezoek aan Nederland in de week van 17 augustus 2015, de Minister-President, de Minister van Buitenlandse Zaken en mijzelf geïnformeerd over het voornemen van de mogelijke heropening van de raffinaderij. De heropening van de raffinaderij op Aruba is een autonome aangelegenheid van het land Aruba. Desalniettemin kwam de afweging waarvoor de regering van Aruba zich gesteld zag tussen enerzijds haar duurzame beleidsstreven en anderzijds de economische voordelen van de heropening van de raffinaderij tijdens het werkbezoek ter sprake. Hiervan heb ik kennisgenomen. Voorts heb ik vragen gesteld over de financiële kant van het voornemen, onder verwijzing naar het College Aruba financieel toezicht. In november 2015 heb ik op Aruba, in het kader van een werkbezoek aan de landen, een presentatie en rondleiding gekregen op het raffinaderijterrein. Deze presentatie stond in het teken van informatieoverdracht over de ontwikkelingen in de olie-industrie in relatie tot eventuele heropening van de raffinaderij.

Naar aanleiding van de gesprekken in augustus 2015 heeft de Minister van Buitenlandse Zaken, op verzoek van de regering van Aruba, de opdracht gegeven aan een externe consultant om een quickscan uit te voeren. Dit ten behoeve van het Arubaanse besluitvormingsproces rondom de ondertekening van een Memorandum of Understanding (MoU) met Venezuela aangaande de heropening van de olieraffinaderij. De quickscan, die onder verantwoordelijkheid van de betreffende consultant tot stand is gekomen, was gericht op de vraag of er op financiële gronden dan wel energiegerelateerde geopolitieke aspecten, redenen zouden kunnen zijn om de MoU niet te ondertekenen. De quickscan, die in september 2015 door de Minister van Buitenlandse Zaken aan Minister-President Eman werd aangeboden, concludeerde dat er geen aanleiding bestond om de MoU niet te ondertekenen.

Vervolgens heeft de regering van Aruba besloten de onderhandeling tot heropening van de raffinaderij te starten die uiteindelijk resulteerden in de zogeheten «Citgo deal». De ambassade heeft faciliterend opgetreden (logistiek) wanneer er Arubaanse missies in Venezuela waren, zoals gebruikelijk met missies uit Koninkrijkslanden. Nederland is niet inhoudelijk betrokken geweest bij de onderhandelingen.

De financiële gevolgen van de heropening van de raffinaderij dienen zowel in een begrotingswijziging voor 2016 als in de (meerjaren)begroting van 2017 te worden verwerkt. Daar is zowel de regering van Aruba als ook het College Aruba financieel toezicht door de Nederlandse regering nadrukkelijk op gewezen. Het College Aruba financieel toezicht zal vanuit zijn toegewezen taak de (meerjaren) begroting toetsen aan de Landsverordening Aruba financieel toezicht (LAft) in het licht van structureel houdbare overheidsfinanciën en hierover advies uitbrengen aan de regering van Aruba. Het College is op dit moment in afwachting van een begrotingswijziging 2016, waarin de gevolgen van de deal zijn verwerkt voor het huidige begrotingsjaar. Nadat de begroting 2017 (inclusief meerjarenbegroting) door de Staten is behandeld brengt het College Aruba financieel toezicht daarover advies uit. Het College verwacht beide stukken (begrotingswijziging 2016 en vastgestelde begroting 2017) eind oktober te ontvangen voor advisering.

Ook heeft uw Kamer gevraagd naar de stand van zaken omtrent de herdimensionering van de Kustwacht. De Minister van Defensie heeft, mede namens mij, uw Kamer op 3 oktober jl. hierover geïnformeerd (Kamerstuk 34 550 X, nr. 6). In de Rijksbegroting IV (Koninkrijksrelaties), die op Prinsjesdag 2017 aan uw Kamer is aangeboden, is een reserve opgenomen om de gevolgen van de wisselkoers op te vangen. De inzet van de Kustwacht is als gevolg van deze reserve nu gewaarborgd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven