34 550 C Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2017

Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 18 november 2016

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vraag met de daarop gegeven antwoord.

De vraag is op 14 oktober 2016 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 17 november 2016 is ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Dijkstra

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Vraag 1

Heeft de uitvoering van de adviezen van de Commissie structuurversterking en werkgelegenheid Zeeland mogelijk consequenties voor de verdeling van het Provinciefonds en zo ja, welke?

Antwoord: Op 5 oktober 2016 is het wetsvoorstel Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds ingediend1. Dit wetsvoorstel strekt ertoe de wijzigingen aan de Financiële-verhoudingswet aan te brengen die nodig zijn om het verdeelmodel te kunnen vereenvoudigen conform de hoofdlijnen van de voorstellen van de door het Interprovinciaal Overleg (IPO) ingestelde commissie-Jansen. Eén van de uitgangspunten van de commissie-Jansen is dat de verdeling van het provinciefonds ongewijzigd blijft ten opzichte van het huidige verdeelmodel. De provincies hebben aangegeven unaniem achter dit advies van de commissie-Jansen te staan, maar zij zien af van de wens in het rapport Jansen om het verdeelmodel niet eerder dan over vijf jaar te actualiseren2. In de memorie van toelichting bij het concept wetsvoorstel was reeds afgezien van een vaste termijn. Als fondsbeheerder heb ik samen met de Staatssecretaris van Financiën de verantwoordelijkheid om, indien omstandigheden daartoe aanleiding geven, de verdeling van het fonds te heroverwegen. Een vaste termijn past daar niet bij.


X Noot
1

Kamerstukken II 2015/16, 34 568, nrs. 1–3.

X Noot
2

Zie brief van Interprovinciaal Overleg (IPO) te Den Haag d.d. 13 september 2016 inzake wetsvoorstel wijziging Financiële verhoudingswet.

Naar boven