Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2017
Graag reageer ik mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu op het
knelpuntenplan infrastructuur, genaamd «Lekker doorrijden», dat het lid Van Helvert
namens het CDA heeft ingediend tijdens het Notaoverleg MIRT van 28 november 2016 (Kamerstuk
34 550 A, nr. 52).
Tijdens dat debat heb ik al aangegeven, dat dit plan geen voorstel bevat voor de financiering
van alle wensen. Ook ik zet in op optimale bereikbaarheid, maar dan wel met de financiering
op orde. Daarom moet ik prioriteiten stellen. Daarbij werk ik als volgt. Op basis
van de NMCA bekijk ik waar toekomstige knelpunten zijn. Hieraan geef ik prioriteit.
Op basis van de nieuwe NMCA die medio dit jaar uitkomt, bekijk ik opnieuw welke toekomstige
knelpunten er zijn.
Het is niet duidelijk op basis waarvan het CDA tot deze lijst van regionale knelpunten
is gekomen; een onderbouwde afweging ontbreekt. De lijst bevat in elk geval veel onderwerpen,
waarvoor al MIRT-Onderzoeken lopen (bijv. A1 ’t Gooi en A2 Deil Den Bosch) of Verkenningen
(bijv. A67), of waarvoor al Tracébesluiten in voorbereiding zijn (bijv. A16 Rotterdam
en A15 Papendrecht – Sliedrecht.
In deze kabinetsperiode wordt in totaal 717 kilometer aan nieuwe rijstroken aangelegd.
Daarnaast is de voorbereiding gestart voor nieuwe wegprojecten waarmee er de komende
jaren nog minstens 1.000 km aan extra rijstroken beschikbaar komt voor de weggebruiker.
Conform de toezegging tijdens het debat, reageer ik hierbij schriftelijk op de in
het plan benoemde onderwerpen, die niet tijdens het Notaoverleg MIRT aan de orde zijn
geweest. Zie de bijlage1.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus