34 543 Regels tot uitvoering van het antidopingbeleid en tot instelling van de Dopingautoriteit (Wet uitvoering antidopingbeleid)

F VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1

Vastgesteld 10 juli 2018

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de nadere memorie van antwoord. Zij hebben naar aanleiding daarvan nog enige vragen, waarbij de leden van de CDA-fractie zich aansluiten. Alhoewel de leden van beide fracties erkentelijk zijn voor de antwoorden op hun eerdere vragen, blijven zij zich afvragen of de publiekrechtelijke regeling wenselijk dan wel noodzakelijk is om het juridische risico met betrekking tot de rechten en plichten van de sporter en de uitwisseling van persoonsgegevens op te lossen. Omdat zij groot belang hechten aan het uitgangspunt dat bestrijding van doping in belangrijke mate een verantwoordelijkheid is van de sportsector zelf, hechten zij eraan vast te houden aan een privaatrechtelijke regeling.

Dat toestemming geen rechtmatigheidsgrondslag kan vormen, begrijpen de leden van beide fracties. Deze zal immers niet vrijelijk gegeven kunnen worden. Maar het voldoen aan een wettelijke plicht is ook een mogelijke rechtmatigheidsgrondslag. Zo'n wettelijke plicht brengt echter niet met zich mee dat deze plicht dan ook door een publieke autoriteit moet worden nageleefd. Een wettelijke plicht kan immers ook aan een privaatrechtelijke autoriteit worden opgelegd. Een bekend voorbeeld hiervan is de verplichting voor werkgevers om van hun werknemers bsn-nummers vast te leggen om loonbelastingaangifte te kunnen doen. Kan de regering aangeven of een dergelijke oplossing is onderzocht? Wanneer dit niet is onderzocht, is zij dan bereid om deze route alsnog te verkennen?

In de nadere memorie van antwoord wordt verwezen naar een recent onderzoek «Anti-Doping and Data Protection» van Tilburg University, in opdracht van de Europese Commissie. Het creëren van een wettelijke basis voor de nationale antidopingorganisatie en de verwerking van persoonsgegevens is de belangrijkste aanbeveling uit het rapport, aldus de regering. Omdat het voor het creëren van een wettelijke grondslag niet nodig is om een publieke autoriteit in te stellen, vragen de leden van de fracties van VVD en CDA of uit dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat een publieke autoriteit de voorkeur heeft boven een private autoriteit. Indien het antwoord bevestigend is, welke argumenten worden hiervoor aangedragen?

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien de antwoorden van de regering met belangstelling tegemoet. Na ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag, uiterlijk vrijdag 7 september 2018, acht de commissie het wetsvoorstel gereed voor plenaire behandeling. Het plenaire debat is voorzien voor 25 september 2018.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Martens

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer


X Noot
1

Samenstelling: Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), Kuiper (CU), De Vries-Leggedoor (CDA), Flierman (CDA), Ganzevoort (GL), De Grave (VVD), Martens (CDA), (voorzitter), Van Strien (PVV), Bruijn (VVD), (vice-voorzitter), Gerkens (SP), Atsma (CDA), Bredenoord (D66), D.J.H. van Dijk (SGP), Don (SP), Van Hattem (PVV), Nooren (PvdA), Oomen-Ruijten (CDA), Prast (D66), Schnabel (D66), Wezel (SP), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Van Zandbrink (PvdA) en Fiers (PvdA)

Naar boven