Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2018
Voor de plenaire behandeling van het voorstel voor een Wet uitvoering antidopingbeleid
wil ik u graag nog kort informeren over een onderzoek dat ik heb laten uitvoeren naar
het gebruik van doping in de breedtesport, en over een verkenning van het delen van
gegevens tussen Dopingautoriteit en andere overheidsinstanties.
In het wetsvoorstel Wet uitvoering antidopingbeleid wordt het zelfstandig bestuursorgaan
Dopingautoriteit opgericht.1 Met mijn voorganger deel ik de doelstelling om bij de toekomstige zbo-status van
de Dopingautoriteit een nieuwe vorm van samenwerking met andere overheidsdiensten
te zoeken, om de aanpak van handel in doping te versterken. In sommige gevallen kan
het verstrekken van gegevens daarbij een rol spelen; dat was ook de achtergrond van
het laten verrichten van deze eerste verkenning. Het resultaat van de verkenning vindt
u in bijlage bij deze brief2.
Parallel aan deze verkenning heb ik ook zelf met betrokken partijen (Openbaar Ministerie,
Politie, IGJ i.o., NVWA, douane en FIOD) gesproken over gegevensverstrekking. Daaruit
blijkt nog eens dat het verstrekken van gegevens een complex onderwerp is. Het verstrekken
en doorverstrekken van gegevens wordt beheerst door diverse wettelijke stelsels, zoals
de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wet politiegegevens, de Wet juridische en
strafvorderlijke gegevens en de Algemene Douanewet, met ieder hun eigen waarborgen
en criteria. Deze stelsels blijven onverkort van toepassing. In de verkenning zijn
de diverse wettelijke stelsels door de onderzoeker op een rij gezet, waarbij een aantal
criteria zoals zwaarwegend belang, noodzakelijkheid en proportionaliteit wordt verondersteld
aanwezig te zijn.
In het wetsvoorstel zijn mogelijkheden opgenomen voor het uitwisselen van gegevens
met een aantal partijen zoals de douane, NVWA en de IGJ i.o., en wordt ingezet op
intensievere en deels nieuwe samenwerking, bijvoorbeeld vastgelegd in een protocol
of convenant. Anderzijds wordt de Dopingautoriteit zoals die wordt vormgegeven niet
geacht ingericht te zijn gegevens van politie en Openbaar Ministerie te verwerken,
gezien de bijzondere aard van deze gegevens. Wel wordt ook met hen gestreefd naar
samenwerking, bijvoorbeeld door middel van overleg en afstemming in de uitvoering
tussen deze partijen.
Het wetsvoorstel zie ik als een noodzakelijke stap in het antidopingbeleid. Gegevensdeling
is -onder bepaalde omstandigheden- nodig en een wettelijke basis voor de Dopingautoriteit
is daarvoor een voorwaarde. Maar er moet meer gebeuren om het antidopingbeleid te
versterken, zoals dit kabinet in het Regeerakkoord heeft aangegeven. Ik denk daarbij
aan een Actieplan Doping waarin naast een meer gerichte aanpak van de illegale handel
in doping onder meer afspraken gemaakt worden met de sportsector over de inzet van
voorlichting en preventieactiviteiten, het aantal en type uit te voeren dopingcontroles
en het versterken van het sporttuchtrecht door aan te moedigen dat alle sportbonden
zich aansluiten bij het Instituut Sportrechtspraak. Het Actieplan Doping bied ik u
voor de zomer aan.
Voor de afstemming van de verkenning met het Ministerie van J&V had ik meer tijd willen
nemen. Gelet op de behandeling van het wetsvoorstel voor een Wet uitvoering antidopingbeleid
op 7 februari 2018 acht ik het gewenst u de verkenning en mijn reactie toe te doen
komen. Voor het late tijdstip daarvan vraag ik uw begrip.
Ik heb tevens onderzoek laten verrichten naar het gebruik en de gezondheidseffecten
van doping in de breedtesport. Ik heb u per brief van 13 november 2017 (Kamerstuk
30 234, nr. 168) btussentijds gerapporteerd over de resultaten van de leefstijlmonitor 2017 met betrekking
tot middelengebruik3. Het onderzoek van het RIVM zit momenteel in de afrondende fase en zal begin maart
gepubliceerd worden. Hoewel het interessante materie betreft, valt het onderwerp van
het onderzoek buiten het bereik van bovengenoemd wetsvoorstel. Ik zal u informeren
wanneer het onderzoek gepubliceerd is.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins