34 534 Voorstel van wet van de leden Klaver, Asscher, Beckerman, Jetten, Dik-Faber, Yesilgöz-Zegerius, Agnes Mulder en Geleijnse houdende een kader voor het ontwikkelen van beleid gericht op onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de Nederlandse emissies van broeikasgassen teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken (Klimaatwet)

Nr. 43 AMENDEMENT VAN HET LID VAN RAAN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18

Ontvangen 19 december 2018

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 5, eerste lid, wordt na «Staten-Generaal,» ingevoegd «en met inachtneming van het advies van de Klimaatcommissie, bedoeld in artikel 8b, tweede lid,»

II

In artikel 7, derde lid, wordt na onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • da. de wijze waarop het advies van de Klimaatcommissie, bedoeld in artikel 8b, tweede lid, is verwerkt;.

III

Na hoofdstuk 4 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 4a KLIMAATCOMMISSIE

Artikel 8a

  • 1. Er is een Klimaatcommissie.

  • 2. De Klimaatcommissie bestaat uit een voorzitter en vier leden.

  • 3. De Klimaatcommissie vervult zijn taken in onafhankelijkheid.

Artikel 8b

  • 1. De Klimaatcommissie heeft tot taak Onze Minister te adviseren over de uitvoering van deze wet en het behalen van de doelstellingen, bedoeld in artikel 2.

  • 2. De Klimaatcommissie brengt in ieder geval advies uit over het klimaatplan en de klimaatnota.

  • 3. Onverminderd het eerste lid kan de Klimaatcommissie op verzoek van Onze Minister wie het aangaat adviseren over maatregelen die genomen worden ter uitvoering van het klimaatplan of die in de betekenende mate een effect hebben op het bereiken van de doelstellingen van deze wet, waaronder voorstellen van wet en ontwerpen van algemene maatregelen van bestuur. De Klimaatcommissie zendt een afschrift van het advies aan Onze Minister.

  • 4. Onverminderd het eerste lid kan de Klimaatcommissie op verzoek van gedeputeerde staten van een provincie of het college van burgemeester en wethouders van een gemeente advies uitbrengen over maatregelen die een bijdrage leveren aan het bereiken van de doelstellingen, genoemd in artikel 2. De Klimaatcommissie zendt een afschrift van het advies aan Onze Minister.

  • 5. De Klimaatcommissie maakt bij de uitoefening van zijn taken in ieder geval gebruik van de klimaat- en energieverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving, bedoeld in artikel 6.

Toelichting

Dit amendement herintroduceert de oprichting van een onafhankelijke klimaatcommissie om toe te zien op de voortgang van het klimaatbeleid. Hiermee wordt invulling gegeven aan het advies van de Raad van State om «het beoordelingsmechanisme in het wetsvoorstel te versterken om op die wijze het verwezenlijken van de doelstellingen van de wet dichter bij te brengen.»1 De commissie kan de controle op de regering door het parlement versterken, doordat zij onafhankelijk functioneert en tijdig en openbaar signaleert wanneer doelstellingen niet gehaald dreigen te worden. De commissie geeft in ieder geval haar advies in de voorbereiding van het klimaatplan aan de Minister en aan de Kamer, dat wil zeggen dat ook de Raad van State kan beschikken over het advies als de stukken worden voorgelegd. Verschillende instellingen, waaronder de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in zijn consultatiereactie, hebben voorstellen gedaan voor de vormgeving van een dergelijke commissie. Ook commissies uit andere landen kunnen als voorbeeld dienen, zoals het Britse Committee on Climate Change Act.

Van Raan Ouwehand Wassenberg Teunissen Akerboom


X Noot
1

Raad van State, Advies W01.16.0274/I, 15 december 2016.

Naar boven