34 532 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten

Nr. 94 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2016

Na de plenaire behandeling van de wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten (Handelingen II 2016/17, nr. 30, debat over Invoering stelsel fosfaatrechten) zijn vanuit uw Kamer nog elf amendementen ingediend. Met deze brief geef ik mijn oordeel over deze amendementen.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 83 (Van Gerven)

Dit amendement vervangt amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 52. Het doel van dit amendement is dat het omzetten van productierechten niet mag leiden tot een toename van broeikasgassen. Tijdens het debat heb ik aangegeven amendement nr. 52 zonder voorhangprocedure te kunnen steunen. Met amendement nr. 83 vervalt de eerder voorgestelde voorhangprocedure zodat ik het oordeel over dit amendement aan uw Kamer laat.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 84 (Dik-Faber en Geurts)

Dit amendement vervangt amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 28. Het doel van het gewijzigde amendement is ongewijzigd en schrapt duurzaamheid en dierenwelzijn als doelen voor de fosfaatbank. Ik laat het oordeel over dit amendement aan uw Kamer.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 85 (Geurts en Dik-Faber)

Dit amendement vervangt amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 56. Het doel van het gewijzigde amendement is ongewijzigd en strekt tot uitbreiding van de knelgevallenregeling. Ik laat het oordeel over dit amendement aan uw Kamer.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 86 (Van Gerven)

Dit amendement vervangt amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 64. Het doel van het gewijzigde amendement is ongewijzigd en strekt tot uitgifte van fosfaatrechten door een zelfstandig bestuursorgaan (De Fosfaatbank) en bepaalt dat fosfaatrechten niet verhandelbaar zijn. Tijdens de plenaire behandeling ben ik ingegaan op amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 64 en heb ik dat amendement sterk ontraden. Ik ontraad ook dit amendement sterk.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 87 (Van Gerven)

Dit amendement vervangt amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 67. Het amendement strekt tot het vrijstellen van bedrijven die minder dan 2,5 koe per hectare houden van het stelsel van fosfaatrechten en bepaalt dat fosfaatrechten worden uitgegeven door een zelfstandig bestuursorgaan (De Fosfaatbank). Tijdens de plenaire behandeling ben ik ingegaan op amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 67 en heb ik dat amendement ontraden. Hierboven (Kamerstuk 34 532, nr. 86) heb ik de uitgifte door zelfstandig bestuursorgaan ontraden.

Ik ontraad ook dit amendement.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 88 (Dijkgraaf)

Dit amendement vervangt amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 65. Het doel van het gewijzigde amendement is ongewijzigd en strekt ertoe dat gemengde bedrijven die hun varkens- of pluimveerecht geheel of gedeeltelijk laten vervallen, voor een gelijkwaardig deel een ontheffing kunnen krijgen. Tijdens de plenaire behandeling ben ik ingegaan op amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 65 en heb ik dat amendement ontraden.

Ik ontraad ook dit amendement.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 89 (Ouwehand)

Met dit amendement worden de fosfaatrechten niet toegekend op basis van het aantal gehouden stuks melkvee op 2 juli 2015, maar op grond van het aantal hectaren landbouwgrond van een bedrijf en een hoeveelheid fosfaat per hectare. Tevens wordt in 2017 twee keer korting opgelegd aan bedrijven die niet grondgebonden zijn. De belangrijkste opgave waar ik voor sta is om in 2017 te komen tot een fosfaatreductie. De twee kortingen die in dit amendement worden voorgesteld zijn niet voorzienbaar en daarmee vanuit het EVRM problematisch. Hoewel ik grondgebondenheid waardeer en stimuleer, vind ik het te ingrijpend om de gehele melkveesector op te leggen dat zij in 2021 grondgebonden moet zijn. Daarnaast zijn op de gekozen referentiedata de benodigde gegevens niet beschikbaar waardoor het amendement niet uitvoerbaar is. Ik ontraad dit amendement sterk.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 90 (Geurts en Dijkgraaf)

Dit amendement strekt ertoe een deel van het jongvee dat de Meststoffenwet tot melkvee rekent, buiten het stelsel van fosfaatrechten te houden. Door de voorgestelde wijziging gaan de verschillende definities voor de verschillende stelsel binnen de Meststoffenwet (gebruiksnormen, verantwoorde groei melkveehouderij, mestverwerkingsplicht, fosfaatrechten) uit elkaar lopen.

Ik ontraad dit amendement.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 91 (Dijkgraaf)

Dit amendement strekt ertoe de fosfaatrechten bij koninklijk besluit te laten vervallen en voorziet in een voorhangprocedure van dat besluit. Het voorgestelde artikel 77a is een verbijzondering van de mogelijkheid die reeds in artikel 77 van de Meststoffenwet is opgenomen waarmee de titel V bij koninklijk besluit kan komen te vervallen.

Met dit amendement kunnen derhalve de fosfaatrechten afzonderlijk (via het voorgestelde artikel 77a) als gezamenlijk (via artikel 77) met de varkens- en pluimveerechten vervallen. Het vervallen van fosfaatrechten bij koninklijk besluit geeft niet voldoende grondslag om de fosfaatrechten als fiscaal afschrijfbaar aan te merken. Ik ontraad het amendement.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 92 (Dijkgraaf)

Dit amendement vervangt amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 38. Het doel van het gewijzigde amendement is ongewijzigd en strekt tot het vervallen de fosfaatrechten op een vaste einddatum (2023). Tijdens de plenaire behandeling ben ik ingegaan op amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 38 en heb ik dat amendement ontraden. Ik ontraad ook dit amendement.

Amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 93 (Ouwehand)

Dit amendement is met uitzondering van het moment van het opleggen van de twee kortingen gelijk aan amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 89. Dit amendement legt de kortingen op in 2018; amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 89 in 2017. Omdat het amendement verder gelijk is aan amendement met Kamerstuk 34 532, nr. 89 ontraad ik ook dit amendement.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven