34 532 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten

Nr. 57 AMENDEMENT VAN HET LID DIJKGRAAF

Ontvangen 1 december 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel III, eerste volzin, komt te luiden: Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en pas nadat de zekerheid is verkregen dat in een beschikking van de Europese Commissie tot verlening van een door Nederland gevraagde derogatie op grond van Bijlage III, punt 2, onder b, van richtlijn 91/676/EEG op grond waarvan onder voorwaarden een grotere hoeveelheid dierlijke mest op of in de bodem mag worden gebracht dan bepaald in punt 2, tweede alinea, inleidende zinnen en onder a) van Bijlage III bij de derogatie van richtlijn 91/676/EEG opgenomen fosfaatplafond vastgesteld wordt op minimaal 178 miljoen kilogram fosfaat dan wel dat minimaal vijf miljoen kilogram fosfaat niet meegeteld hoeft te worden voor het fosfaatplafond vanwege export.

Toelichting

De indiener constateert dat invoering van een fosfaatrechtenstelsel een zeer ingrijpende maatregel is. De dreigende generieke korting en de vele lege stallen brengen veel bedrijven in de problemen. De indiener acht extra fosfaatruimte noodzakelijk om knelgevallen tegemoet te komen en een generieke korting te voorkomen. Hij ziet hier ook mogelijkheden voor, onder meer door het niet meetellen van de fosfaatexport naar fosfaatarme landen voor het fosfaatplafond dan wel, als alternatieve invulling, door beperkte verhoging van het fosfaatplafond.

Op dit moment wordt tenminste 5 miljoen kilogram fosfaat geëxporteerd naar landen in bijvoorbeeld Oost-Europa, Azië en Afrika die zelf een groot tekort aan voor de landbouw beschikbaar fosfaat hebben. De indiener constateert dat de regering vooralsnog inzet op het niet meetellen van alle fosfaatexport. Hij acht dat kansloos, omdat omringende landen niet zitten te wachten op meer mest vanuit Nederland. Inzet op het niet meetellen, en dus stimuleren, van export van fosfaatkorrels naar fosfaatarme landen acht hij wel kansrijk, omdat op Europees niveau regelmatig aandacht is voor het probleem van fosfaat schaarste.

Om de Nederlandse inzet richting de Europese Commissie kracht bij te zetten stelt de indiener voor om het niet meetellen van de genoemde fosfaatexport als voorwaarde voor invoering van het fosfaatrechtenstelsel op te nemen.

Dijkgraaf

Naar boven