34 532 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel van fosfaatrechten

Nr. 25 AMENDEMENT VAN HET LID VAN GERVEN

Ontvangen 21 oktober 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. Subonderdeel 2 vervalt.

2. In subonderdeel 4, aanhef, wordt «wordt een onderdeel» vervangen door: worden twee onderdelen.

3. In subonderdeel 4 wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel oo door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

pp. Fosfaatbank:

De Fosfaatbank, bedoeld in artikel 22b.

II

In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ca

In artikel 21a wordt «Onze Minister» vervangen door: De Fosfaatbank.

III

Artikel I, onderdeel E, vervalt.

IV

In artikel I, onderdeel F, wordt in artikel 22a in het eerste lid «Onze Minister» vervangen door «De Fosfaatbank» en wordt in het tweede lid «Onze Minister» vervangen door: De Fosfaatbank.

V

In artikel I wordt na onderdeel F een onderdeel ingevoegd, luidende:

Fa

In hoofdstuk V wordt na Titel 2 een titel ingevoegd, luidende:

Titel 2a. De Fosfaatbank

Artikel 22b

  • 1. Er is een Fosfaatbank. De Fosfaatbank is gevestigd te Den Haag. De Fosfaatbank bezit rechtspersoonlijkheid. Aan het hoofd van De Fosfaatbank staat het bestuur.

  • 2. De Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is van toepassing op De Fosfaatbank.

  • 3. De Fosfaatbank is belast met de toekenning, wijziging, intrekking en het laten vervallen van fosfaatrechten.

  • 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over De Fosfaatbank. Deze hebben in ieder geval betrekking op de taken en bevoegdheden van De Fosfaatbank, de samenstelling, wijze van benoeming en ontslag van het bestuur, en de procedure met betrekking tot het toekennen, wijzigen of intrekking van fosfaatrechten.

  • 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de toekenning, wijziging, intrekking of het vervallen van fosfaatrechten, waarbij in ieder geval rekening wordt gehouden met:

    • a. het positief waarderen van grondgebonden bedrijven, waarbij grondgebonden bedrijven worden gedefinieerd als melkveebedrijven zonder melkveefosfaatoverschot,

    • b. het bieden van groeikansen aan biologische melkveebedrijven,

    • c. de mate waarin op het bedrijf weidegang van melkvee plaatsvindt,

    • d. de overdracht van fosfaatrechten door De Fosfaatbank in geval van erfopvolging of overdracht naar personen waarmee bloed- of aanverwantschap bestaat,

    • e. het belang van bedrijfscontinuïteit en de verkoopbaarheid van het bedrijf,

    • f. de wijze waarop het vervallen van fosfaatrechten wordt gemeld aan De Fosfaatbank,

    • g. het stimuleren van jonge landbouwers in Nederland, en

    • h. het positief beoordelen van extra duurzaamheidscriteria.

  • 6. Het ontwerp van een krachtens het vierde en vijfde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

VI

In artikel I, onderdeel G, wordt in het derde en vijfde lid «Onze Minister» vervangen door: De Fosfaatbank.

VII

Na artikel I, onderdeel G, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Een fosfaatrecht kan niet overgaan naar een ander bedrijf.

VIII

Artikel I, onderdeel H, vervalt.

IX

Artikel I, onderdeel I, vervalt.

X

Artikel I, onderdeel J, vervalt.

XI

Artikel I, onderdeel K, komt te luiden:

K

Aan artikel 31 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De belanghebbende kan bij De Fosfaatbank een kennisgeving doen van het vervallen of het gedeeltelijk vervallen van het fosfaatrecht. Na registratie door De Fosfaatbank is het productierecht nihil, onderscheidenlijk vindt een verkleining van dat recht plaats met het aantal kilogrammen fosfaat waarop het fosfaatrecht betrekking heeft.

Toelichting

Dit amendement regelt dat fosfaatrechten niet verhandelbaar worden. Indien de fosfaatrechten niet verhandelbaar zijn, vertegenwoordigen ze geen geldwaarde. Hiermee wordt strijdigheid met de EU staatssteunkaders vermeden. Verder is de indiener van mening dat het bij verhandelbaarheid, vooral het de handelaren en adviseurs zullen zijn die hiervan profiteren, en niet zozeer de melkveehouders zelf. De melkveehouders die wel profiteren zijn de stoppers. De indiener is derhalve van mening dat verhandelbaarheid geen positief effect heeft op de sector als geheel.

Dit amendement regelt tevens dat een Fosfaatbank wordt opgericht, die de verdeling van fosfaatrechten regelt. De Fosfaatbank krijgt de vorm van een zelfstandig bestuursorgaan. De taken, bevoegdheden en de samenstelling van het bestuur van De Fosfaatbank worden bij algemene maatregel van bestuur geregeld. Aan deze AMvB wordt een zware voorhang verbonden, zodat de Kamers zich hierover kunnen uitspreken.

Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het uitgeven en intrekken van fosfaatrechten. De manier waarop De Fosfaatbank de fosfaatrechten verdeelt wordt eveneens nader geregeld bij AMvB met een zware voorhangprocedure. Dit amendement wil in elk geval het volgende regelen betreffende de uitgifte van fosfaatrechten door De Fosfaatbank:

  • 1. De Fosfaatbank geeft rechten prioritair uit aan grondgebonden melkveebedrijven, waarbij grondgebonden bedrijven worden gedefinieerd als melkveebedrijven zonder melkveefosfaatoverschot, Dit is bedoeld om te voorkomen dat grondgebonden melkveehouders worden gedupeerd door kortingen (ten opzichte van de referentiedatum) en om te regelen dat fosfaatrechten die beschikbaar komen, prioritair aan grondgebonden bedrijven worden uitgegeven;

  • 2. De Fosfaatbank biedt van meet af aan groeikansen voor biologische melkveebedrijven. Biologische melkveebedrijven produceren geen mestoverschot (fosfaatoverschot) op hun bedrijf en maken geen gebruik van de derogatie. Daarmee zijn zij geen deel van het probleem, maar een deel van de oplossing

  • 3. De Fosfaatbank beoordeelt de mate waarin op het bedrijf weidegang van melkvee plaatsvindt positief als criterium bij uitgifte.

  • 4. De Fosfaatbank regelt de overdracht van fosfaatrechten in geval van erfopvolging of overdracht naar personen waarmee bloed- of aanverwantschap bestaat, zodat het bedrijf gecontinueerd kan worden.

  • 5. De Fosfaatbank houdt bij het toekennen van fosfaatrechten rekening met het belang van bedrijfscontinuïteit en de verkoopbaarheid van het bedrijf,

  • 6. De Fosfaatbank wil met het toekennen van fosfaatrechten jonge landbouwers in Nederland stimuleren.

De Fosfaatbank heeft de mogelijkheid om extra duurzaamheidscriteria positief te beoordelen. De Fosfaatbank zal er betreffende melkvee op toezien dat de fosfaatproductie niet boven het Europees afgesproken plafond uitkomt. Voor de definitie van «biologische melkveehouders» wordt aangesloten bij EU verordening 834/2007. De indiener sluit echter niet uit dat criteria worden voorgesteld per AMvB betreffende de groeikansen genoemd bij punt 2, waarbij niet alleen aan biologische melkveehouders groeiruimte wordt geboden, maar ook aan andere extensieve of zeer extensieve melkveehouders.

Van Gerven

Naar boven