34 528 Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2017)

Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 7 oktober 2016

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

E

In artikel 17g, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

2

In artikel II wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

In artikel 45, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

3

In artikel III wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

In artikel 17i, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

4

In artikel IX wordt na onderdeel G een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

In artikel 60, zesde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

5

Artikel X, onderdeel E, komt te luiden:

E

Artikel 6f wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, vervalt onderdeel b, onder verlettering van de onderdelen c tot en met e tot de onderdelen b tot en met d.

2. In het derde lid wordt «hem» vervangen door: haar.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. De in artikel 479g van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan de raad voor de kinderbescherming toegekende bevoegdheid komt gelijkelijk toe aan de Sociale verzekeringsbank. Indien de Sociale verzekeringsbank gebruik maakt van deze bevoegdheid, geschiedt de bekendmaking van het dwangbevel, in afwijking van artikel 4:123, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, door middel van toezending per post aan degene aan wie de boete is opgelegd.

5. Zolang de belanghebbende zijn verplichting, bedoeld in artikel 6b, achtste lid, niet of niet behoorlijk nakomt:

a. is de Sociale verzekeringsbank, in afwijking van artikel 4:93, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd tot verrekening voor zover beslag op de vordering van de schuldeiser nietig zou zijn;

b. geldt de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, in afwijking van artikel 4:116 van de Algemene wet bestuursrecht, niet bij de invordering van een bestuurlijke boete bij dwangbevel.

6

Aan artikel XI wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

D

In artikel 14g, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

7

In artikel XIII wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

In artikel 27g, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

8

Artikel XIIIa komt te luiden:

ARTIKEL XIIIa WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES

De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt telkens «USD 6.704» vervangen door: USD 12.844 indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Bonaire, USD 14.521 indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Sint Eustatius, USD 14.677 indien belanghebbende woonachtig is in het openbaar lichaam Saba en USD 12.844 indien belanghebbende woonachtig is buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

2. In het vierde lid wordt «de belastbare som, bedoeld in artikel 24, eerste lid» vervangen door: het belastbaar inkomen, bedoeld in artikel 3, tweede lid.

B

Aan artikel 14, eerste lid, wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: en dat een bij ministeriële regeling in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te bepalen bedrag bij de betaling aan dat orgaan buiten beschouwing wordt gelaten ter voorziening in de voor rekening van de gepensioneerde blijvende kosten van bestaan.

C

In Hoofdstuk VII wordt na artikel 43 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 43.0a

Op de persoon die op de dag voor de datum van inwerkingtreding van artikel XIIIa, onderdeel A, van de Verzamelwet SZW 2017 recht heeft op een partnertoeslag op grond van deze wet en toepassing van dat artikel tot geen of een lagere toeslag leidt, blijven artikel 7a, eerste en derde lid, zoals deze luidden op de dag voor de datum van inwerkingtreding, van toepassing gedurende zes maanden na de dag van inwerkingtreding van artikel XIIIa, onderdeel A, van de Verzamelwet SZW 2017.

9

Artikel XVII wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel B komt te luiden:

B

In artikel 3:25, tweede lid, wordt «artikel 3:48, 3:50 of 3:51» vervangen door: artikel 3:17a, 3:21, vijfde lid, 3:22, zevende lid, 3:48, 3:50 of 3:51.

B

Na onderdeel B wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

Ba

In artikel 3:43, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

10

Artikel XVIII komt te luiden:

ARTIKEL XVIII. WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING ZELFSTANDIGEN

De Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 26, tweede lid, wordt «artikel 58, 59 en 59a» vervangen door: artikel 16a, 21, zevende lid, 58, 59 of 59a.

B

In artikel 54, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

11

Aan artikel XIX wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

H

In artikel 124a wordt «artikel 73, vierde lid,» telkens vervangen door «artikel 73, zesde lid», wordt «artikel 73, zevende lid, in verbinding met het eerste en tweede lid,» vervangen door «artikel 73, vijfde lid, in verbinding met het eerste tot en met derde lid,» en wordt «artikel 73, eerste en tweede lid,» vervangen door: artikel 73, eerste tot en met derde lid.

12

Artikel XXV komt te luiden:

ARTIKEL XXV. WET OP DE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVERZEKERING

De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 29g, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

B

In artikel 59b, tweede lid, wordt «artikel 44» vervangen door: artikel 39b, 43a, zesde lid, 44 of 47, zevende lid,.

13

In artikel XXXI wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

In artikel 96, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

14

In artikel XXXII wordt na onderdeel F een onderdeel ingevoegd, luidende:

Fa

In artikel 45g, vijfde lid, onderdeel a, wordt «artikel 4.93» vervangen door: artikel 4:93.

15

Na artikel XXXIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXXIIIa. WET VAN 23 AUGUSTUS 2016, HOUDENDE WIJZIGING VAN DE SOCIALEZEKERHEIDSWETTEN IN VERBAND MET DE REGELING VAN DE BESTUURLIJKE BOETE (STB. 2016, 318)

De Wet van 23 augustus 2016, houdende wijziging van de socialezekerheidswetten in verband met de regeling van de bestuurlijke boete (Stb. 2016, 318) wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:

B

In artikel 14g, eerste lid, wordt na «verrekent de bestuurlijke boete» ingevoegd: en een eerdere bestuurlijke boete wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in artikel 14a, vijfde lid,.

B

Artikel XIV, onderdeel C, komt te luiden:

C

In artikel 60, vierde lid, wordt na «een bestuurlijke boete» ingevoegd: of een eerdere bestuurlijke boete wegens eenzelfde gedraging als bedoeld in de artikelen 18a, vijfde lid, of 47g, vijfde lid,.

C

Artikel XV, vierde onderdeel, komt te luiden:

4. Het zesde lid komt te luiden:

6. De Sociale verzekeringsbank kan afzien van het opleggen van een bestuurlijke boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

TOELICHTING

ALGEMEEN

ARTIKELSGEWIJS

Onderdelen 1 tot en met 7, 9 en 10, 12 tot en met 14

In artikelen van de verschillende sociale zekerheidswetten is abusievelijk de dubbele punt in artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht vervangen door een enkele punt door een wijziging bij de Verzamelwet SZW-wetgeving 2009. Deze foutieve verwijzingen worden hersteld in de artikelen 17g van de Algemene Kinderbijslagwet, 17i van de Algemene ouderdomswet, 45 van de Algemene nabestaandenwet, 60 van de Participatiewet, 6f van de Remigratiewet, 14g van de Toeslagenwet, 27g van de Werkloosheidswet, 3:43 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 54 van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, 29g van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, 96 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en 45g van de Ziektewet.

Onderdeel 8 (Artikel XIIIa, onderdeel A en C)

Dit onderdeel past de definitie van het gezamenlijk inkomen en de hoogte van het toetsingsinkomen voor de partnertoeslag in de AOV aan. Dit is een technische correctie op de huidige wettekst. Ter toelichting het volgende.

Artikel 7a, eerste lid, van de Wet Algemene Ouderdomsverzekering BES (Wet AOV BES) bepaalt dat degene aan wie een ouderdomspensioen is toegekend en die gehuwd is met iemand die jonger is dan 65 jaar recht heeft op een toeslag. Deze toeslag bedraagt ten tijde van het opstellen van deze Verzamelwet per maand ten hoogste USD 402 voor belanghebbenden woonachtig op Bonaire en buiten de openbare lichamen, USD 454 voor belanghebbenden woonachtig op Sint Eustatius en USD 459 voor personen woonachtig op Saba.

De vorenbedoelde toeslag kent een toets aan het gezamenlijk inkomen (artikel 7a, eerste lid en derde lid, onder e. van de Wet AOV BES). De bedoeling van deze toets is dat de som van ouderdomspensioen, toeslag en overige inkomsten niet hoger is dan de som van ouderdomspensioen en toeslag.

Voor de definitie van het inkomensbegrip is, in artikel 7, vierde lid, van de Wet AOV BES, aansluiting gezocht bij de belastingwetgeving op de BES. Deze wetssystematiek is overgenomen van de voorlopers van de huidige wetgeving, te weten de Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 en de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering. Door de omzetting van de Landsverordeningen naar de Wet AOV BES en de Wet inkomstenbelasting BES strookt de wisselwerking van het inkomensbegrip in beide wetten niet langer met de beoogde bedoeling en is het toetsingsinkomen te hoog geworden. In verband hiermee voorziet het voorliggende voorstel in aanpassing van de inkomensdefinitie en, in samenhang daarmee, de hoogte van het toetsingsinkomen. Door de omissie werd in de Wet algemene ouderdomsverzekering BES naar een ander inkomensbegrip verwezen dan bedoeld. Deze omissie wordt in dit onderdeel hersteld. De aanpassing van de hoogte van het toetsingsinkomen vloeit direct voort uit het herstellen van het juiste inkomensbegrip.

Onderdeel B was reeds ingevoegd bij de eerste nota van wijziging.

In artikel XIIIa, onderdeel C, is een overgangsrechtbepaling opgenomen. Voor personen die recht hebben op een partnertoeslag op de dag voor de datum van de inwerkingtreding van artikel XIIIa, onderdeel A is voorzien in een overgangstermijn van zes maanden. Dit geldt echter alleen voor die personen wier toeslag door deze wijzigingen lager wordt en dus niet voor personen wier toeslag door de wijzigingen gelijk blijft of hoger wordt. Mochten de voorgestelde wijzigingen ertoe leiden dat in een individueel geval de toeslag lager wordt dan voorkomt het overgangsrecht van zes maanden dat toeslaggerechtigden direct te maken krijgen met een eventuele verlaging. Op die manier krijgen deze mensen de tijd zich voor te bereiden op de voorgestelde wijzigingen. De regering acht een periode van zes maanden redelijk en billijk voor de desbetreffende personen om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie en (eventueel) aanpassingen te plegen in het uitgavenpatroon.

Onderdeel 11 (artikel XIX, onderdeel H)

In artikel 124a van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) is, in verband met de doelbinding, geregeld dat het UWV gegevens uit de polisadministratie die zij ontvangt van de rijksbelastingdienst op grond van artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet SUWI), zonodig kan doorleveren aan derden die de gegevens uit de polisadministratie mogen ontvangen op grond van artikel 73 van de Wet SUWI. De leden van artikel 73 Wet SUWI zijn de afgelopen jaren echter een aantal keren vernummerd, maar artikel 124a Wfsv is hier abusievelijk niet bij aangepast. De gegevenslevering ten behoeve wetenschappelijk onderzoek en statistiek is nu niet geregeld in het vierde maar in het zesde lid. Tevens is de algemene maatregel van bestuur die de gegevenslevering aan pensioenfondsen, verzekeraars, cao-fondsen en uitvoerders voor collectieve voorzieningen en eigenrisicodragers regelt opgenomen in het vijfde lid in plaats van in het zevende lid. Als laatste is de gegevenslevering aan eigenrisicodragers vernummerd naar het derde lid, waar dit eerst was opgenomen in het tweede lid. De verwijzingen worden met deze wijzigingen hersteld.

Onderdeel 15 (Wet van 23 augustus 2016, houdende wijziging van de socialezekerheidswetten in verband met de regeling van de bestuurlijke boete (Stb. 2016, 318)).

Met dit onderdeel wordt een aantal wetstechnische omissies gecorrigeerd die zijn ontstaan bij de Wet van 23 augustus 2016, houdende wijziging van de socialezekerheidswetten in verband met de regeling van de bestuurlijke boete (Stb. 2016, 318). Hierbij gaat het louter om technische correcties en redactionele verbeteringen waarmee geen inhoudelijke wijzigingen worden aangebracht.

Met de onderdelen A en B worden de wijzigingsopdrachten van de wijziging van artikel 14g, eerste lid, van de Toeslagenwet respectievelijk artikel 60, vierde lid, van de Participatiewet gecorrigeerd omdat niet duidelijk was op welke plaats in de artikelen de beoogde wijzigingen dienen te worden doorgevoerd.

Met onderdeel C wordt de wijzigingsopdracht van de wijziging van artikel 6b van de Remigratiewet gecorrigeerd; niet het zevende lid had gewijzigd moeten worden, maar het zesde lid.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven