Het voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I komt onderdeel A te luiden:
A
In artikel 4a, derde lid, wordt «artikel 47, eerste lid, onder a, b, c, e, f of h»
vervangen door: artikel 47, eerste lid, onder a, b, c, e, f, h of i.
B
In artikel I, onderdeel B, wordt «een bij algemene maatregel van rijksbestuur» vervangen
door: een bij ministeriële regeling.
C
In artikel I, onderdeel G, wordt «2.Onverminderd» vervangen door: Onverminderd.
D
Artikel III komt te luiden:
Artikel III
1. Indien artikel I, onderdelen D en O, van de Rijkswet van 11 juni 2009 tot wijziging
van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie
(Stb. 2009, 252) eerder in werking zijn getreden of treden dan deze Rijkswet, komt artikel I, onderdeel
H, van deze Rijkswet te luiden:
H
Artikel 47 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid komt onderdeel e te luiden:
e de geslachtsnaam, de voornamen, de geboortedatum, het geslacht of het burgerservicenummer
van de houder zijn gewijzigd;
2. In het eerste lid, onderdeel g, vervalt «is vermist of».
3. In het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. de houder op de krachtens artikel 5a bepaalde wijze heeft verklaard dat het reisdocument
is vermist of mogelijk voorwerp is van fraude.
2. Indien artikel I, onderdelen D en K, van de Rijkswet van 11 juni 2009 tot wijziging
van de Paspoortwet in verband met het herinrichten van de reisdocumentenadministratie
(Stb. 2009, 252) later in werking treden dan deze Rijkswet vervalt artikel I, onderdeel K, van de
Rijkswet van 11 juni 2009.
Toelichting
Een consequentie van artikel I, onderdeel A, van het wetsvoorstel zoals ingediend
bij de Tweede Kamer is dat de documenten die zijn ontvreemd of anderszins als vermist
zijn opgegeven (buiten een door de houder gedane melding als bedoeld in het voorgestelde
artikel 5a) per abuis niet langer kunnen worden opgenomen in het basisregister reisdocumenten
bij inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Dit wordt met deze tweede nota van wijziging
hersteld. Met onderdeel A van deze nota van wijziging blijft in artikel 4a, derde
lid, van de Paspoortwet derhalve de grondslag gehandhaafd dat de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties niet alleen de in dat lid aangeduide reisdocumenten die
van rechtswege zijn vervallen in het basisregister reisdocumenten opneemt, doch tevens
de reisdocumenten die zijn ontvreemd of anderszins als vermist zijn opgegeven buiten
een door de houder gedane melding om. Over ontvreemde documenten zijn bijvoorbeeld
in artikel 95 van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 thans nadere regels
gesteld met betrekking tot de opname van ontvreemde reisdocumenten in het basisregister
reisdocumenten op grond van een melding van de betreffende autoriteiten.
Onderdeel B van deze nota van wijziging legt vast dat de wijze waarop de melding van
vermissing door de houder gedaan kan worden, geregeld wordt bij ministeriële regeling
in plaats van bij algemene maatregel van rijksbestuur. Dit sluit aan bij de huidige
wijze waarop deze materie geregeld is. Onderdeel C betreft een wetgevingstechnische
wijziging.
Onderdeel D van deze nota van wijziging betreft een wijziging van een in het wetsvoorstel
opgenomen samenloopbepaling die nodig is door de wijziging van het voorgestelde artikel
4a, derde lid.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk