34 509 Evaluatie Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 september 2016

In de kabinetsreactie op de evaluatie van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening die u 27 juni jl. ontving van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is beschreven dat het kabinet het Vrijstellingsbesluit schuldbemiddelaars verder in procedure brengt wanneer de kwaliteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening dusdanig is dat gemeenten hun regierol waar kunnen maken (Kamerstuk 34 509, nr. 1).

De Staatssecretaris van SZW heeft u in die kabinetsreactie tevens bericht dat de VNG, de NVVK, Divosa en Sociaal Werk Nederland in samenwerking met de LCR en met SZW en Nibud als partners de invulling van een ondersteuningsprogramma voor schuldhulpverlening in het brede sociaal domein onderzoeken. Bezien zal worden of hierin ook de regierol van gemeenten aan bod kan komen. Ten behoeve daarvan zal ik bij een aantal gemeenten inventariseren waar zij tegen aan lopen bij de inzet van private schuldbemiddeling, en hoe marktpartijen kunnen bijdragen aan het oplossen van de schuldenproblematiek. Ik zal u over de uitkomsten van deze inventarisatie in 2017 informeren.

Met het oog op deze ontwikkelingen zou ik u willen suggereren de vragen zoals die zijn gesteld in uw verslag van september 2014 naar aanleiding van het Vrijstellingsbesluit in te trekken. Het ligt mijns inziens voor de hand het debat over het Vrijstellingsbesluit te hervatten naar aanleiding van de uitkomsten van de diverse hierboven beschreven onderzoeken.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven