34 506 Voorstel van wet van het lid Kuiken houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen (Wet zorgplicht kinderarbeid)

O VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 februari 2019

De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking1 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 26 november 2018 inzake de stand van zaken van de evaluaties van het Nationaal Contactpunt OESO (NCP) en het IMVO-beleid door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB). Met teleurstelling neemt de commissie kennis van de bijgestelde afrondingsdatum van deze evaluaties. Naar aanleiding hiervan heeft zij de Minister op 12 december 2018 een brief gestuurd.

De Minister heeft op 22 februari 2019 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Van Luijk

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN, DEFENSIE EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Den Haag, 12 december 2018

De leden van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) hebben kennisgenomen van uw brief van 26 november 2018 inzake de stand van zaken van de evaluaties van het Nationaal Contactpunt OESO (NCP) en het IMVO-beleid door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB). Met teleurstelling neemt de commissie kennis van de bijgestelde afrondingsdatum van deze evaluaties.

Op 30 oktober 2018 besloot de Kamer om de behandeling van het initiatiefvoorstel Kuiken – Wet zorgplicht kinderarbeid (34 506) verder aan te houden in afwachting van de genoemde evaluaties. De commissie heeft daarbij nadrukkelijk uitgesproken het initiatiefvoorstel tijdens deze zittingsperiode van de Kamer te willen afhandelen.

In uw brief geeft u aan dat de verwachting ten aanzien van de afronding van de genoemde evaluaties is bijgesteld tot het voorjaar van 2019. De commissie heeft naar aanleiding hiervan besloten om de plenaire behandeling van het initiatiefvoorstel Kuiken voort te zetten op dinsdag 23 april 2019.

De commissie dringt erop aan de genoemde evaluaties tijdig naar de Kamer te sturen, zodat de Kamer de evaluaties bij de afronding van de plenaire behandeling kan betrekken.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, J.G. Vlietstra

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2019

Uw Kamer heeft besloten om de behandeling van het initiatiefvoorstel Wet Zorgplicht Kinderarbeid aan te houden tot 23 april 2019, in afwachting van de evaluatie van het functioneren van het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP) en de evaluatie van het IMVO-beleid door de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB).

Met uw schrijven d.d. 12 december 2018 verzoekt u mij deze evaluaties tijdig naar uw Kamer te sturen. U reageert daarmee op mijn brief van 26 november 2018 (Kamerstuk, 34 506, N) waarin ik u moest inlichten dat de evaluaties vertraging hebben opgelopen. Ik begrijp dat u teleurgesteld bent over de late verschijningsdatum van de rapporten. Er is daarom nogmaals nader overleg geweest met IOB. Op basis daarvan moet ik u helaas informeren dat het niet mogelijk is om u de evaluaties voor 23 april 2019 te sturen. Ik wil hierbij benadrukken dat IOB een onafhankelijke inspectiedienst is. Ik heb daarom geen invloed op het tempo waarin de inspectie deze evaluaties afrondt.

Mede met het oog op de afspraak uit het Regeerakkoord dat na twee jaar wordt bezien of en zo ja, welke dwingende maatregelen genomen kunnen worden, heb ik aanvullend onderzoek laten doen naar IMVO-beleid in andere landen. Doel hiervan was om meer inzicht te verkrijgen in de impact en effectiviteit van verschillende instrumenten, waaronder ook wetgevende instrumenten zoals de Britse Modern Slavery Act. Dit onderzoek komt u vandaag separaat toe.

De Minister voor Buitenlandse Handelen Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Samenstelling:

Kox (SP) (vice-voorzitter), Ten Hoeve (OSF), Van Kappen (VVD), Kuiper (CU), Schaap (VVD) (vice-voorzitter), Strik (GL), Knip (VVD), Faber-van de Klashorst (PVV), De Graaf (D66), Martens (CDA), Postema (PvdA) Vlietstra (PvdA) (voorzitter), Vac. (PVV), Lokin-Sassen (CDA), Van Apeldoorn (SP), Dercksen (PVV), D.J.H. van Dijk (SGP), Knapen (CDA), Lintmeijer (GL), Van Rij (CDA), Backer (D66), Stienen (D66), Overbeek (SP), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), Wever (VVD), Aardema (PVV), Van Leeuwen (PvdD).

Naar boven