34 506 Voorstel van wet van het lid Kuiken houdende de invoering van een zorgplicht ter voorkoming van de levering van goederen en diensten die met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen (Wet zorgplicht kinderarbeid)

L VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 29 juni 2018

De behandeling van het initiatiefvoorstel-Kuiken Wet zorgplicht kinderarbeid (34.506) is tijdens het plenaire debat op 19 december 2017 op verzoek van de initiatiefnemer aangehouden. Zij heeft tijdens dit plenaire debat de toezegging gedaan om een brief aan de Eerste Kamer te sturen. Sindsdien is de Kamer niet meer geïnformeerd over de voortgang en ligt de behandeling van dit initiatiefvoorstel stil.

Naar aanleiding hiervan heeft de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal op 12 juni 2018 een brief gestuurd aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft op 14 juni 2018 gereageerd en de initiatiefnemer heeft op 26 juni 2018 gereageerd.

De Eerste Kamer brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, Van Luijk

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2018

De behandeling van het initiatiefvoorstel-Kuiken Wet zorgplicht kinderarbeid (34 506) is tijdens het plenaire debat op 19 december 2017 op verzoek van de initiatiefnemer aangehouden. Zij heeft tijdens dit plenaire debat de toezegging gedaan om een brief aan de Eerste Kamer te sturen. Sindsdien is de Eerste Kamer niet meer geïnformeerd over de voortgang en ligt de behandeling van dit initiatiefvoorstel stil.

In lijn met de brief (zie bijlage) die ik u recent stuurde over de voortgang van aangehouden initiatiefvoorstellen, zou ik u willen verzoeken mij uiterlijk 26 juni 2018 te informeren over de actuele stand van zaken met betrekking tot dit initiatiefvoorstel en de door de initiatiefnemer toegezegde brief.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. Broekers-Knol

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2018

In uw brief van 12 juni jl. informeert u naar de stand van zaken met betrekking tot het initiatiefwetsvoorstel Wet zorgplicht kinderarbeid (Kamerstukken 34 506).

U verwijst daarbij naar uw brief van 5juni jl., waarin u mededeling heeft gedaan over de wijze waarop de Eerste Kamer in algemene zin termijnen wil hanteren bij aanhangige wetsvoorstellen.

Voorts heeft u mij bij brief van 26 april jl. verzocht om informatie omtrent de stand van zaken met betrekking tot het initiatiefwetsvoorstel Verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars (Kamerstukken 34 522), welke brief ik op 22 mei jl. heb beantwoord. In dit antwoord heb ik te kennen gegeven dat het mijn voorkeur heeft om de uitwisseling van dit soort informatie zoveel mogelijk langs de reguliere ambtelijke kanalen te laten plaatsvinden.

Ik stel voor dat de Griffiers van beide Kamers een vaste formule ontwerpen voor de uitwisseling van dit soort informatie.

Uw boven aangehaalde brieven van 5 juni jl. en die van 12juni jl. zullen worden besproken in de vergadering van het presidium op 27juni a.s. Over de uitkomst daarvan zal ik u informeren.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

BRIEF VAN DE INITIATIEFNEMER

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2018

Als initiatiefnemer van de Wet Zorgplicht Kinderarbeid heb ik kennisgenomen van uw verzoek om een stand van zaken te delen aangaande de behandeling van de Wet Zorgplicht Kinderarbeid.

Zoals bekend is de betreffende wetsbehandeling op 19 december 2017 voor onbepaalde tijd aangehouden. Momenteel wordt er aan onze zijde gewerkt aan de door uw Kamer op 19 december jl. verzochte brief. Deze brief zal bijdragen aan de kwaliteit van de nog in te plannen wetsbehandeling in de tweede termijn. Wij streven ernaar uw Kamer deze brief te doen toekomen na aanstaande zomerreces en voor het eerstvolgende herfstreces.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

A.H. Kuiken Lid Tweede Kamer der Staten-Generaal,

Naar boven