Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 7a, eerste lid, wordt de zinsnede «uit bij algemene maatregel van bestuur
aangewezen categorieën» vervangen door: in overeenstemming met het bij of krachtens
artikel 7b bepaalde.
2. In artikel 7b, tweede lid, vervalt de zinsnede «uit een bij algemene maatregel
van bestuur aangewezen categorie,».
3. In artikel 7b wordt na het vierde lid een nieuw lid toegevoegd, luidende:
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen beperkingen worden gesteld aan de verplichtingen,
bedoeld in het eerste en tweede lid.
Toelichting
Het wetsvoorstel dient zoals bekend om de patiëntveiligheid te vergroten door de traceerbaarheid
van implantaten te verbeteren. Het wetsvoorstel kent hiertoe een aantal onderdelen,
die in onderlinge samenhang hieraan maximaal dienen bij te dragen. Zo is de verplichting
voor de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om een landelijk implantatenregister
in stand te houden niet mogelijk indien zorgaanbieders geen gegevens over de implantaten
verstrekken. En om het voor zorgaanbieders mogelijk te maken om gegevens te verstrekken
is het noodzakelijk dat zorgverleners de gevraagde gegevens in het cliëntendossier
aantekent.
Het wetsvoorstel eist dat zorgverleners voor alle ingebrachte implantaten in het cliëntendossier een aantal gegevens vastlegt. Het is
daarmee aanzienlijk breder en completer dan hetgeen nu door een aantal wetenschappelijke
artsenverenigingen wordt vastgelegd. Dit is voor zorgverleners een verzwaring van
administratieve lasten. De mate van effectiviteit van het instrument van het wetsvoorstel
is, zoals hierboven uiteengezet, afhankelijk van het registeren door zorgverleners
en het verstrekken door zorgaanbieders. Ik streef dan ook naar een integrale aanpak
van bovenstaande problematiek, met oog voor de situatie van de verschillen tussen
zorgaanbieders, voor de ontwikkelingen op het gebied van barcodering en Registratie
aan de bron, maar nadrukkelijk gericht op een zo spoedig mogelijk realisatie van het
wetsvoorstel.
Om de administratieve lasten van de zorgverlener te verlichten, wordt met deze nota
van wijziging een nieuw lid toegevoegd aan artikel 7b. Op grond van dit nieuwe lid
worden implantaten waarvan reeds is vastgesteld dat de kans zeer gering is dat ze
gevaren opleveren voor de volksgezondheid, bij algemene maatregel van bestuur uitgezonderd
van de registratieplicht. Een dergelijke specificatie bestaat in het huidige wetsvoorstel
al voor de verplichting tot het verstrekken van implantatiegegevens aan het register,
maar gaat met deze nota van wijziging ook gelden voor de verplichting voor zorgverleners
om de implantatiegegevens in het patiëntendossier op te nemen. Dat volgt uit het nieuwe
vijfde lid. In de algemene maatregel van bestuur zal worden aangesloten bij de aankomende
Europese verordening voor medische hulpmiddelen, waarvan enkele daarin opgenomen verplichtingen
niet gelden voor implantaten met een (zeer) gering gezondheidsrisico. Daarmee blijft
het doel van het wetsvoorstel – bijdrage leveren aan het beschermen van de veiligheid
van cliënten bij wie implantaten zijn ingebracht – volledig behouden, zonder zorgverleners
onnodig te belasten.
Om de consistentie van het nieuwe artikel 7b van het wetsvoorstel te waarborgen, dienen
het eerste lid van artikel 7a en het tweede lid van artikel 7b in redactioneel opzicht
aangepast te worden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers