34 477 Sociaal domein

A BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 december 2018

Hierbij bied ik u de derde Overall rapportage sociaal domein 20171 van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) aan. De aard en de omvang van de decentralisaties in 2015 zijn aanleiding geweest voor de afspraak tussen Rijk en gemeenten om de ontwikkelingen gedurende de eerste jaren jaarlijks te volgen.

Deze Overall rapportage sociaal domein levert een bijdrage aan het verkrijgen van een landelijk beeld van de stand van zaken in het sociaal domein. Het is een gedegen rapport waar ik het SCP dan ook zeer erkentelijk voor ben. In deze rapportage geeft het SCP op basis van de beschikbare informatie een beeld van wat er wordt bereikt in het sociaal domein en hoe het wordt bereikt. Het SCP benoemt opvallende ontwikkelingen en duidt aandachtspunten. Hieronder schets ik kort een aantal van die bevindingen en ga daar vervolgens in hoofdlijnen op in.

Bevindingen SCP

In de eerste rapportage constateerde het SCP dat gemeenten vooral bezig waren met het continueren van de zorg en ondersteuning. Uit de tweede rapportage blijkt dat er voorzichtig aandacht voor de inhoudelijke en procesmatige vernieuwingen kwam die ook met decentralisaties beoogd is, zoals meer integraal werken, vergroten van redzaamheid van mensen, meer preventie en samenwerken met verschillende actoren. Deze derde rapportage maakt, in lijn met de voorgaande rapporten, duidelijk dat de transformatie nog tijd vraagt. Er worden stappen gezet, maar we zijn er nog niet.

Deze derde rapportage heeft de ondertitel «Wisselend bewolkt» meegekregen omdat het SCP constateert dat er zowel positieve als ontwikkelingen zijn als ontwikkelingen die het SCP zorgelijk vindt. Positief is dat gemeenten meer aandacht hebben voor integraal werken, dus niet sectoraal maar sociaal domein breed werken. Daarbij worden als voorbeelden de City deal inclusieve stad genoemd en de zogeheten «village deals». Daarin wordt, in het kader van het Programma Sociaal Domein, door gemeenten en het Rijk samengewerkt aan innovatieve aanpakken om mensen met complexe problemen op verschillende terreinen goed te helpen. Het SCP benoemt als andere positieve ontwikkeling dat grote groepen Nederlanders geholpen zijn met de voorziening die ze krijgen: het merendeel van de Wmo-melders die een maatwerkvoorziening van de gemeente ontvangen geeft aan positief te zijn over die hulp. Ook uit de evaluatie van de Jeugdwet blijkt dat ouders over het algemeen positief zijn over de ontvangen hulp. Verder constateert het SCP dat de waardering voor wijkteams iets is gestegen.

Als punt van zorg beschrijft het SCP onder andere de toegenomen emotionele eenzaamheid bij Wmo-gebruikers, en ook in huishoudens waar gebruik wordt gemaakt van verschillende voorzieningen. Een ander punt van aandacht is dat minder mensen verwachten dat ze een beroep kunnen doen op het eigen netwerk voor hulp en ondersteuning en dat de toegang tot hulp nog vaak lastig te vinden is. Het SCP constateert een toename van jeugdhulp, maar ook een afname van jeugdbescherming en jeugdreclassering. Voorts blijkt dat mensen met verschillende problemen die ze niet zelf kunnen oplossen nog niet altijd op alle fronten hulp krijgen. Een algemene conclusie is dat de kwaliteit van leven van mensen vooral afhangt van de mate van kwetsbaarheid en probleemcumulatie. Voldoende inkomen en het kunnen gaan en staan «waar je wilt» zijn volgens het SCP voor mensen zelf het belangrijkst in het leven.

Reactie Kabinet

Om de kwetsbare groep oudere Wmo- gebruikers een steun in de rug te verlenen heeft dit Kabinet het Actieprogramma één tegen eenzaamheid gelanceerd in maart 2018. Door middel van dit actieprogramma worden gemeenten betrokken, maar ook bedrijven, maatschappelijke organisaties, ondernemers en buren om met de doelgroep eenzaamheid te signaleren en te doorbreken. Hierover zal de Minister van VWS u informeren in de Voortgangsrapportage, die hij uw Kamer deze maand toestuurt. Ook de bevinding dat de toegang tot hulp vaak nog lastig te vinden is behoeft aandacht. Het kabinet zet onder andere in op verbetering van de toegang door een impuls te geven aan cliëntondersteuning. Hiervoor is deze kabinetsperiode € 55 miljoen beschikbaar.

De bereidheid van mensen om voor elkaar te zorgen is groot, maar het netwerk van familie en vrienden biedt niet altijd uitkomst. Dat kan zijn omdat de mogelijkheden ontbreken of beperkt zijn, of omdat het netwerk niet kan voorzien in de juiste hulp. De Wmo is er voor iedereen die ondersteuning nodig heeft om mee te kunnen doen in de samenleving. Dit Kabinet hecht daarbij ook waarde aan het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Het Kabinet stimuleert dat met onder andere het programma Langer Thuis.

Het SCP benoemt in de inleiding kort dat de financiële situatie in het sociaal domein lijkt te verslechteren en dat de ontwikkeling van de financiën sociaal domein een zorgpunt voor gemeenten is. Het SCP wijst hierbij onder meer op de uitkomst van de enquête die onder alle gemeenten is gehouden en waarin vragen zijn opgenomen of gemeenten (denken) uit (te) komen met de rijksmiddelen die voor de nieuwe taken beschikbaar zijn gesteld. Met name de uitgavenontwikkeling bij Jeugdhulp lijkt daarin een belangrijke factor. Samen met de VNG zal het Rijk een onderzoek naar jeugdhulp uitvoeren. Dit onderzoek zal op twee niveaus tot inzicht leiden. Ten eerste ligt de nadruk op leren, innoveren en het bieden van handvatten die verspreid kunnen worden onder alle gemeenten. Deze punten zullen worden ondergebracht in het programma «Zorg voor de Jeugd». Ten tweede zal het onderzoek door een analyse van de volume ontwikkeling Jeugd en aanvragen Fonds tekortgemeenten input leveren over de werking van het jeugdhulpstelsel in algemene zin. Hoe ontwikkelt dit zich inhoudelijk en financieel, welke kansen en problemen doen zich voor, en in welke mate zijn deze te veralgemeniseren? Dit onderzoek moet dit najaar starten, zodat in de lente van 2019 het Rijk en gemeenten zich over de uitkomsten kunnen beraden en hierover het gesprek kunnen voeren.

De ontwikkelingen zoals die in de Overall rapportage geschetst worden laten zien dat de transformatie in het sociaal domein een proces van lange adem is. In 2017 is uw Kamer geïnformeerd dat ter ondersteuning van de transformatie-opgave in het sociaal domein het Programma Sociaal Domein van start is gegaan. Daarin werken gemeenten, Rijk en maatschappelijke partners zoals onderwijs, bedrijfsleven en zorgverleners samen vanuit de lokale situatie aan de verbetering voor mensen. Het gaat daarbij om te komen tot gezamenlijke en ontkokerde oplossingen voor vraagstukken op terreinen als werk en inkomen, gezondheid, zorg, problematische schulden, veiligheid, huisvesting en onderwijs, via de insteek van een lerende praktijk. Er wordt gewerkt onder het motto «Betere hulp voor (kwetsbare) mensen». Een van de trajecten van het Programma Sociaal domein is de multiproblematiek, zoals schulden in combinatie met geen woning, psychische problemen en criminaliteit. Dit wordt in samenhang opgepakt en aangepakt. Door het sociaal domein vanuit de praktijk te verbeteren en te innoveren zorgen we er gezamenlijk voor dat mensen de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.

Het Programma Sociaal Domein en het Interbestuurlijk Programma (IBP) bevestigen het belang dat het Rijk en gemeenten er aan hechten om gezamenlijk te blijven optrekken op de voor het sociaal domein belangrijke thema’s. In de Brede regietafel sociaal domein van 9 oktober 2018 hebben Rijk en gemeenten hun steun voor het programma herbevestigd.

Vervolg

De ontwikkelingen in het sociaal domein gaan, landelijk gezien, niet zo snel dat er per jaar grote verschillen zichtbaar zijn. Om die reden zal er volgend jaar geen nieuwe Overall rapportage verschijnen. In plaats daarvan is er met het SCP afgesproken om twee verdiepende onderzoeken te doen. Eén daarvan betreft de regionale verschillen. Uit deze en de vorige rapportage blijkt dat met name in het noordoosten van het land een hoger voorzieningengebruik is dan op grond van demografische factoren verklaard kan worden. Het tweede onderzoek gaat over de overgang van jeugdzorg naar volwassenheid. Het SCP zal naast de verdiepende rapportages werken aan een verbetering van de manier waarop de ontwikkelingen in het sociaal domein in beeld worden gebracht. Ik ben daar nauw bij betrokken.

Vorig jaar is geconstateerd dat de informatiebehoefte van gemeenten en Rijk veranderde van voornamelijk output naar meer outcome gericht. Die behoefte heeft zich bestendigd. De kennis en informatie daarover zal in gezamenlijkheid met gemeenten verder worden ontwikkeld. Zoals ik in mijn brief van 4 november jl. heb geschreven ben ik in gesprek met gemeenten, departementen en kennisinstituten over de vraag welke informatie nodig is om te kunnen volgen hoe het sociaal domein zich verder ontwikkelt. Dat sluit aan bij het traject Volgen Spiegelen, Leren, onderdeel van het Programma Sociaal Domein. De primaire drijfveer is daarbij om te leren hoe we het sociaal domein als één overheid beter kunnen laten functioneren voor mensen die in hun leven op enig moment op hulp of ondersteuning aangewezen zijn.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke Ondersteuning onder griffie nr. 164225.01.

Naar boven