34 477 Sociaal domein

Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2020

Hierbij bied ik u het werkplan van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) voor het jaar 2021 aan1. Daarmee geef ik invulling aan de wens van uw Kamer om het werkplan tijdig aan te bieden, zodat bespreking van het plan met uw Kamer voor de ingangsdatum mogelijk is, mocht u hier prijs op stellen.

Dit werkplan vormt de basis voor de afspraken die ik met IGJ maak voor het toezicht in 2021 en is een uitwerking van het meerjarenbeleidsplan 2020–2023 van de inspectie. Ook informeert IGJ met haar werkplan het veld en burgers over wat zij naast het reguliere toezicht, in 2021 van de inspectie kunnen verwachten qua onderwerpen die extra aandacht zullen krijgen. Naast alle aandacht voor COVID-19 gerelateerde zaken, heeft de inspectie in 2021 extra aandacht voor infectiepreventie, medische technologie en farmaceutische producten, ontwikkelingen rond de jeugdhulp en de beschikbaarheid van zorg- en hulpverleners in de veranderende arbeidsmarkt.

COVID-19 heeft in 2020 een grote invloed gehad op de toezichtactiviteiten van de inspectie. De uitbraak van het virus vroeg om andere vormen van toezicht en wijzen van contact houden met het veld. De inspectie gaf zorgaanbieder de ruimte om zich te concentreren op de bestrijding van het virus, dacht mee bij het vinden van oplossingen, hield een vinger aan de pols wanneer kwaliteit van zorg of patiëntveiligheid in het gedrang dreigde te komen. Waar nodig greep zij in. De inspectie hield nauw contact met zorginstellingen uit diverse sectoren en met de patiënt- en cliëntorganisaties. Tegelijkertijd werden nieuwe vormen van toezicht ontplooid die in het werkplan 2020 van de inspectie niet voorzien waren. Het gaat om activiteiten als het toezicht op (commerciële) coronatesten, op het bron- en contactonderzoek, maar ook ten aanzien van mondneusmaskers en alternatieve apparatuur voor de IC’s.

Ook had de COVID-19 uitbraak effect op de mogelijkheden die inspectie had om haar reguliere toezicht uit te voeren. Activiteiten die voor 2020 gepland stonden, hebben daardoor deels niet plaats kunnen vinden en schuiven door naar 2021.

De inspectie heeft de gevolgen van COVID-19 voor haar activiteiten waar mogelijk in haar werkplan verwerkt, met de kanttekening dat dit een momentopname is en de inspectie in die zin ook meebeweegt en anticipeert op de ontwikkelingen in het verloop van de pandemie. Dit vraagt flexibiliteit en aanpassingsvermogen van de inspectie om hier goed op in te kunnen spelen. Inmiddels is COVID-19 ook waar mogelijk geïntegreerd in het reguliere toezicht, zodat bij een regulier inspectiebezoek ook een beeld kan worden gevormd van de wijze waarop een instelling invulling geeft aan de coronamaatregelen.

Tijdens het VSO Jaarbeeld 2019 en Klachtbeeld 2019 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd van 5 november jl2 vroeg het lid Laan-Geselschap van de VVD-fractie in hoeverre de capaciteit van IGJ voldoende was voor het toezicht op corona-gerelateerde testen, in het bijzonder bij particuliere bedrijven die coronatesten uitvoeren. Ook vroeg zij de inspectie hierop te anticiperen in haar werkplan voor 2021. De Staatssecretaris van VWS heeft ter plekke aangegeven dat IGJ in 2020 capaciteitsuitbreiding heeft gekregen in het kader van het toezicht op nieuwe toetreders en dat IGJ waar nodig herprioriteert om te anticiperen op de toezichtvragen die vanuit COVID-19 actueel zijn. Dit betekent in dit concrete geval dat er op dit moment voldoende capaciteit beschikbaar is voor het toezicht op testen, hoewel er daardoor momenteel minder reguliere inspecties op gebied van medische technologie, eerstelijnszorg en infectiepreventie uitgevoerd worden.

Zoals aangegeven hebben de bijzondere omstandigheden door COVID-19 zeker ook consequenties voor de wijze waarop de inspectie haar medewerkers heeft ingezet in 2020 en zal inzetten in 2021. Hoewel het nog niet duidelijk is hoe de COVID-19 pandemie zich precies zal ontwikkelen, is het de verwachting dat de extra toezichtstaken die de inspectie uitvoert, zoals momenteel het toezicht op commerciële teststraten, deels structureel van aard zullen blijken te zijn.

Een volgende fase zal waarschijnlijk weer een andere inzet van de inspectie vragen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan toezicht op grootschalige vaccinatieprogramma’s, vaccinatie in zorginstellingen, vaccinatie van kwetsbare groepen en zogenaamde site clearence inspecties van bedrijven die bij de productie van de vaccins betrokken zijn.

Om die reden vind ik het navolgbaar dat de inspectie niet in haar werkplan in detail beschrijft welk type COVID-19 toezicht zij voorziet in 2021, maar veel meer dat zij in staat is haar toezicht flexibel in te richten, zoals ook momenteel het geval is. Dit doet de inspectie, naast het herprioriteren van haar werkzaamheden, door het inrichten van flexibele teams en het aannemen van nieuwe medewerkers met andere expertises en het (her- en) bijscholen van inspecteurs op bepaalde thema’s. In het werkplan beschrijft de inspectie op welke nieuwe thema’s zij anticipeert.

Voor ondersteuning maakt IGJ momenteel gebruik van externe capaciteit en dat zal zij ook, indien nodig, in 2021 doen. Op dit moment ligt de uitdaging van de inspectie echter meer op het gebied van het aannemen van medewerkers met een specifieke competentie, dan in de formatie die de inspectie heeft om haar werk te doen.

Mocht dit op enig moment toch zo gaan knellen dat het toezicht (COVID-19 of non COVID-19) hierdoor verder onder druk komt te staan, dan ga ik met de inspectie in overleg om te bezien op welke wijze hier verandering in kan worden gebracht.

Hoogachtend,

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Handelingen II 2020/21, nr. 21, VSO Jaarbeeld 2019 en Klachtbeeld 2019 van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (Kamerstuk 33 149, nr. 62)

Naar boven