34 470 Wijziging van de Tabaks- en rookwarenwet ter regeling van de elektronische sigaret zonder nicotine en nadere regeling van voor roken bestemde kruidenproducten

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 november 2016

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel D wordt «elektronische dampwaar» vervangen door: aanverwante producten.

2. Na onderdeel J wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

JA

In artikel 9a wordt «, elektronische sigaretten en navulverpakkingen» vervangen door: en aanverwante producten.

3. Na onderdeel K wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

Onderdeel L

Aan artikel 19, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat:

1° de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden slechts worden uitgevoerd nadat het daarvoor vastgestelde bedrag is voldaan of daarvoor zekerheid is gesteld; en

2° geen werkzaamheden worden verricht indien de betalingsplichtige niet binnen de gegeven betalingstermijn de kosten verschuldigd voor eerdere werkzaamheden op grond van deze wet heeft voldaan.

B

Na artikel I wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel IA

De Warenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 13b, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat:

1° de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden slechts worden uitgevoerd nadat het daarvoor vastgestelde bedrag is voldaan of daarvoor zekerheid is gesteld; en

2° geen werkzaamheden worden verricht indien de betalingsplichtige niet binnen de gegeven betalingstermijn de kosten verschuldigd voor eerdere werkzaamheden op grond van deze wet heeft voldaan.

B

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid, laatste volzin, vervalt.

2. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

4. De bedragen ter vergoeding van de kosten worden bij ministeriële regeling vastgesteld. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat:

1° de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden slechts worden uitgevoerd nadat het daarvoor vastgestelde bedrag is voldaan of daarvoor zekerheid is gesteld; en

2° geen werkzaamheden worden verricht indien de betalingsplichtige niet binnen de gegeven betalingstermijn de kosten verschuldigd voor eerdere werkzaamheden op grond van deze wet heeft voldaan.

C

In artikel 17, eerste en derde lid, wordt «artikel 16, vijfde lid» telkens vervangen door: artikel 16, zesde lid.

D

Aan artikel 33, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:

Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat:

1° de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden slechts worden uitgevoerd nadat het daarvoor vastgestelde bedrag is voldaan of daarvoor zekerheid is gesteld; en

2° geen werkzaamheden worden verricht indien de betalingsplichtige niet binnen de gegeven betalingstermijn de kosten verschuldigd voor eerdere werkzaamheden op grond van deze wet heeft voldaan.

Toelichting

Door de voorgestelde wijziging van artikel I, onderdeel D, van het voorstel van wet dat ziet op de wijziging van artikel 3e van de Tabaks- en rookwarenwet, wordt het voor producenten, importeurs en distributeurs van voor roken bestemde kruidenproducten ook verplicht een systeem op te zetten voor het vergaren en bijhouden van informatie over alle vermoedelijke schadelijke effecten van voor roken bestemde kruidenproducten op de menselijke gezondheid. Dit kan een inbreuk vormen op de vrijheid van vestiging bedoeld in artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Voor zover hiervan sprake is, wordt dit gerechtvaardigd door de volksgezondheid die hiermee beschermd wordt. Het gebruik van voor roken bestemde kruidenproducten is schadelijk voor de gezondheid. Om die reden is er een gezondheidswaarschuwing verplicht gesteld op de verpakkingen van deze producten en dienen nieuwe of gewijzigde producten te worden aangemeld via het EU Common Entry Gate. Door het verplicht stellen van een eigen systeem voor het vergaren en bijhouden van alle vermoedelijke schadelijke effecten van voor roken bestemde kruidenproducten, ontstaat meer inzicht in de gevolgen van het product voor de volksgezondheid. Het verplicht stellen van een systeem voor alle vermoedelijke schadelijke effecten van voor roken bestemde kruidenproducten, sluit aan bij de eisen die al of op grond van dit voorstel van wet worden gesteld aan producenten, importeurs en distributeurs van elektronische sigaretten met en zonder nicotine. Er worden geen technische eisen gesteld aan het systeem, waardoor de lastendruk voor producenten, importeurs en distributeurs beperkt blijft. De NVWA houdt toezicht op de naleving van het systeem dat producenten, importeurs en distributeurs gehouden zijn op te zetten en zal indien nodig om inzage vragen in dit systeem.

Door het toegevoegde onderdeel JA aan artikel I van het voorstel van wet wordt een wijziging voorgesteld van artikel 9a van de Tabaks- en rookwarenwet. Op grond daarvan wordt het mogelijk bij of krachtens het Tabaks- en rookwarenbesluit voor aanverwante producten regels te stellen met betrekking tot de binnenlandse of grensoverschrijdende verkoop op afstand. Dat maakt het mogelijk regels te stellen aan de verkoop op afstand van elektronische sigaretten zonder nicotine en voor roken bestemde kruidenproducten. Het ligt in de rede het gebruik van een leeftijdsverificatiesysteem in ieder geval voor te schrijven voor de binnenlandse verkoop op afstand van deze producten omdat door dit wetsvoorstel artikel 8 van de Tabaks- en rookwarenwet ook van toepassing wordt op elektronische sigaretten zonder nicotine en voor roken bestemde kruidenproducten. Op grond daarvan gaat de leeftijdgrens van 18 jaar ook gelden voor de bedrijfsmatige verstrekking van deze producten. Daarbij kan worden aangesloten bij de eisen die in het Tabaks- en rookwarenbesluit al gesteld zijn aan de binnenlandse verkoop op afstand van tabaksproducten en elektronische sigaretten met nicotine. Hierdoor kan voor de binnenlandse verkoop voor alle rookwaren een uniforme regeling voor de verkoop op afstand van tabaksproducten en aanverwante producten worden gerealiseerd, waardoor kan worden voorkomen dat jongeren deze producten op afstand aanschaffen.

Bij de wet van 26 april 2016 tot wijziging van de Tabakswet ter implementatie van Richtlijn 2014/40/EU, inzake de productie, de presentatie en de verkoop van tabaks- en aanverwante producten (Stb. 2016, 175), is in de Tabaks- en rookwarenwet de mogelijkheid geïntroduceerd tot het heffen van retributies voor werkzaamheden die op grond van die wet worden uitgevoerd. Bij de wet van 20 mei 2015 tot wijziging van de Warenwet in verband met het verhogen van het maximum bedrag van de bestuurlijke boete en enkele andere wijzigingen waaronder regels inzake het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of piercing en wijziging van de Warenwet BES in verband met het eenduidig regelen van de bevoegdheden van de toezichthouders en de eilandbesturen (Stb. 2015, 235), zijn wijzigingen aangebracht in de bevoegdheid om retributies te heffen voor werkzaamheden die op grond van de Warenwet worden uitgevoerd. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Wet dieren (artikel 9.1, vierde lid), bevatten de Tabaks- en rookwarenwet en de Warenwet echter geen grondslag om regels te stellen die samenhangen met de betaling van de retributies. Met deze nota van wijziging wordt voorgesteld om dit aan te passen.

Op basis van de grondslagen voorgesteld in deze nota van wijziging kan worden geregeld dat de NVWA geen werkzaamheden hoeft uit te voeren ten behoeve van een natuurlijke of rechtspersoon die nog rekeningen heeft openstaan, terwijl de betalingstermijn daarvan is verlopen. Ook kan bij werkzaamheden waaraan (hoge) kosten zijn verbonden, geregeld worden dat deze vooraf moeten worden betaald of dat hiervoor zekerheid moet worden gesteld. Hiermee wordt voorkomen dat bepaalde werkzaamheden gefinancierd moeten worden uit de algemene middelen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Naar boven