34 469 Wijziging van de Wet toezicht accountantsorganisaties, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn nr. 2014/56/EU van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 april 2014 tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen (PbEU 2014, L 158) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 537/2014 van het Europees parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang (PbEU 2014, L 158) (Implementatiewet wijzigingsrichtlijn en verordening wettelijke controles jaarrekeningen)

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIEN1

Vastgesteld 13 september 2016

Het voorbereidend onderzoek geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel implementatiewet wijzigingsrichtlijn en verordening wettelijke controles jaarrekeningen. Deze leden hebben naar aanleiding van dit wetsvoorstel de volgende vragen, waar de leden van de fracties van de SP en de PvdA zich bij aansluiten.

Artikel 18b verplicht accountantsorganisaties tot een passend beloningsbeleid dat «voldoende prestatieprikkels bevat om de kwaliteit van wettelijke controles te verzekeren». Is de regering van mening dat externe prikkels, en met name passende financiële prikkels, een garantie kunnen bieden voor de kwaliteit van wettelijke controles? Kan zij hiervoor een onderbouwing geven? Is de regering van mening dat financiële prikkels een noodzakelijke voorwaarde zijn voor de kwaliteit van wettelijke controles? Betekent dit ook dat de regering aan andere factoren, zoals een waarden gedreven cultuur, geen betekenis hecht? Houdt een accountantsorganisatie die kwaliteit levert zonder daarvoor beloningsprikkels te gebruiken zich straks niet aan de wet? Staat de regering een concrete kwaliteitsmaatstaf voor ogen? Zo ja, welke is dat? Zo nee, hoe denkt zij de wet te handhaven?

Verder vragen deze leden de regering hoe deze financiële prikkel om kwaliteit te leveren zich verhoudt tot de algemene kabinetslijn om topinkomens in sectoren met een wettelijke c.q. maatschappelijke taak te versoberen.

De leden van de commissie zien de beantwoording van voorgaande vragen met belangstelling en bij voorkeur binnen elf dagen tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, De Grave

De griffier voor dit verslag, Kim van Dooren


X Noot
1

Samenstelling: Elzinga (SP), Ten Hoeve (OSF), Knip (VVD), Backer (D66), Ester (CU), De Grave (VVD) (voorzitter), Hoekstra (CDA) (vicevoorzitter), Postema (PvdA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Vos (GL), Kok (PVV), Bruijn (VVD), Van Apeldoorn (SP), Dercksen (PVV), Van Kesteren (CDA), Knapen (CDA), Köhler (SP), Prast (D66), Van Rij (CDA), Rinnooy Kan (D66), Van Rooijen (50PLUS), Schalk (SGP), Teunissen (PvdD), Van de Ven (VVD), Vreeman (PvdA)

Naar boven