34 459 Wijziging van de Mediawet 2008 in verband met aanvullingen bij het toekomstbestendig maken van de landelijke publieke mediadienst

E BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2016

De regionale publieke media-instellingen staan voor grote uitdagingen: het kijk- en luistergedrag verandert steeds sneller en door globalisering en digitalisering verandert de concurrentiepositie. De regionale journalistiek voelt de gevolgen van deze veranderingen.1 Het bereik van regionale dagbladen en televisie daalt.2 Tegelijkertijd bereikt het regionale nieuws op veel andere manieren het publiek, via websites en sociale media. De regionale publieke media-instellingen moeten als sector gezamenlijk een antwoord formuleren op deze veranderingen.

Om structureel het hoofd te bieden aan deze uitdagingen is samenwerking tussen de regionale omroepen, maar ook samenwerking met andere publieke en private media-instellingen noodzakelijk. Samenwerking biedt de regionale publieke omroep de mogelijkheid te moderniseren en zijn slagvaardigheid en doelmatigheid te vergroten. Dat is tevens nodig vanwege de taakstelling die met ingang van volgend jaar in werking treedt.

Samenwerking tussen regionale publieke media-instellingen is een gesprekspunt geweest tijdens de behandeling van het aanvullende mediawetsvoorstel (bij «Toekomstbestendig maken publieke omroep») in uw Kamer op 11 oktober jongstleden. Ik heb u toen toegezegd dat ik u per brief zou informeren over samenwerkingsvormen die geen extra BTW-lasten met zich meebrengen.3 Deze brief bevat een uitwerking van deze toezegging. Een afschrift van deze brief stuur ik naar de Tweede Kamer.

Verder heb ik u toegezegd om u te informeren over de frictiekostenregeling op basis waarvan regionale publieke media-instellingen een financiële bijdrage kunnen aanvragen voor de bekostiging van hun frictiekosten die noodzakelijk zijn om de taakstelling te realiseren. Ik leg momenteel in overleg met ROOS, de RPO en het Commissariaat voor de Media de laatste hand aan de regeling. Ik verwacht u voor het einde van dit jaar te kunnen informeren over de definitieve regeling.

Voor de uitwerking van mijn eerstgenoemde toezegging heb ik adviesbureau PwC gevraagd om relevante samenwerkingsvormen in kaart te brengen en die nader uit te werken. De uitkomsten hiervan vindt u bijgevoegd in het rapport van PwC4. PwC heeft in zijn onderzoek vier samenwerkingsvormen geïdentificeerd waarbij extra BTW-heffing tussen de regionale publieke media-instellingen kan worden vermeden. Deze samenwerkingsvormen zijn toegelicht in het rapport van PwC.

PwC heeft per samenwerkingsvorm gekeken naar de mogelijkheid om zonder onderlinge BTW-heffing samen te werken op een aantal activiteitengebieden: techniek; personeel & organisatie; finance & control; sales & marketing en innovatie. Deze activiteitencategorieën zijn ontleend aan het samenwerkingsplan dat ROOS op 28 april 2015 naar ons heeft gestuurd. Ik heb de Tweede Kamer 7 september 2015 geïnformeerd over dit plan.5

De conclusie van de analyse van PwC is dat er verschillende samenwerkingsvormen mogelijk zijn waarbij onderlinge BTW-heffing kan worden vermeden. Ik zal ROOS en RPO informeren over de uitkomsten van het onderzoek van PwC. Verder kijk ik naar de mogelijkheid om de uitkomsten van dit onderzoek te verwerken in de frictiekostenregeling met als doel om de regionale publieke media-instellingen en de RPO op basis van artikel 2.166 lid 1 sub b vanuit de Algemene Mediareserve een financiële bijdrage beschikbaar te stellen ten behoeve van de uitwerking van samenwerkingsplannen met het oog op de realisatie van de taakstelling.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker


X Noot
1

Zoals blijkt uit onderzoek uit 2014 van het stimuleringsfonds voor de journalistiek: https://www.svdj.nl/onderzoek/het-is-stil-in-de-regio-2/.

X Noot
3

Verslag EK 2016/2017, nr. 3, item 11, p. 41.

X Noot
4

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 160233.

X Noot
5

Het nieuwe publieke regionale mediabedrijf: betrokken en betrouwbaar. Zie voor dit plan de bijlage bij Kamerstukken II 2014/15, 32 827, nr. 78.

Naar boven