34 454 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 inzake de huisvesting van vergunninghouders

Nr. 8 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DE GRAAF EN MADLENER

Ontvangen 15 september 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I worden voor onderdeel A twee onderdelen ingevoegd, luidende:

0A

In artikel 1, eerste lid, vervallen de onderdelen e en g.

0B

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien vreemdelingen die in Nederland een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hebben aangevraagd en als gevolg daarvan een verblijfsvergunning hebben ontvangen als bedoeld in artikel 8, onderdeel a, b, c, of d van de Vreemdelingenwet 2000, zijn aangemerkt als categorie woningzoekenden als bedoeld in artikel 10, eerste lid, wordt aan hen geen voorrang gegeven op grond van die categorie.

II

In artikel I, onderdeel A, komt het tweede onderdeel te luiden:

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Aan de vreemdeling die in Nederland een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd en als gevolg daarvan een verblijfsvergunning heeft ontvangen als bedoeld in artikel 8, onderdeel a, b, c of d van de Vreemdelingenwet 2000, wordt de voorrang, bedoeld in het eerste lid, niet gegeven vanwege het enkele feit dat die persoon als vreemdeling wordt aangemerkt.

III

Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

Ba

De artikelen 28, 29 en 30 vervallen.

Toelichting

De indieners hebben met dit amendement ten eerste voor ogen dat vergunninghouders niet langer als aparte voorrangscategorie kunnen worden aangemerkt voor het verlenen van huisvestingsvergunningen. Onder vergunninghouder wordt in dit verband verstaan: de vreemdeling die in Nederland een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd en als gevolg daarvan een verblijfsvergunning heeft ontvangen als bedoeld in artikel 8, onderdeel a, b, c, of d, van de Vreemdelingenwet 2000 (onderdelen I en II van het amendement). Ten tweede wordt met dit amendement niet langer een taakstelling aan gemeenten voorgeschreven voor de huisvesting van vergunninghouders (onderdeel III).

De Graaf Madlener

Naar boven