34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering van het vaststellen van het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief na overeenstemming met de ouders

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 22 november 2016

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel geeft de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

1. Inleiding

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel2 dat tot doel heeft om de positie van de ouders te versterken ten aanzien van de acties die in het kader van passend onderwijs worden ingezet. Wanneer voor een leerling de basisondersteuning onvoldoende is en extra ondersteuning wordt ingezet, wordt voor de leerling een ontwikkelingsperspectief vastgesteld, waarin enerzijds zicht wordt gegeven op het uitstroomniveau van de leerling en anderzijds in een handelingsdeel wordt aangegeven welke onderwijsactiviteiten extra worden ingezet om de leerling zo goed mogelijk passend onderwijs aan te bieden. Het is standaard dat scholen dit ontwikkelingsproject bespreken met ouders, constateren deze leden. Dit leidt, behoudens enkele incidenten, niet tot dringende vragen vanuit de sector zelf om tot aanvullende wetgeving te komen.

Deze leden vragen of het niet erg prematuur is om nu reeds in te grijpen op de Wet passend onderwijs3 en stellen daarom de volgende vragen.

De leden van de VVD-fractie sluiten zich aan bij de gestelde vragen.

2. Snelle aanpassing van de Wet passend onderwijs

De leden van de SGP-fractie merken op dat de huidige Wet passend onderwijs nog niet zo lang van kracht is. Is het niet verstandig om eerst enige tijd het proces te laten lopen, alvorens met wetswijzigingen te komen, zo vragen zij. Kan de regering aangeven of de indruk bestaat dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om te interveniëren bij de enkele incidenten?

Kan de regering aangeven of er signalen vanuit de inspectie komen dat er nu reeds knelpunten zijn, die een aanpassing van de positie van ouders rechtvaardigt? Is de regering van mening dat er onvoldoende werk wordt gemaakt van de bevindingen uit de reguliere onderzoeken? Of is er een andere reden om zo vroegtijdig na invoering van de Wet passend onderwijs tot een aanpassing te komen, zo vragen deze leden.

Zij vernemen graag of er op dit moment veel gebruik wordt gemaakt van de bestaande geschillenregelingen voor ouders die tot de conclusie komen dat de school onvoldoende inspeelt op hun vragen en wensen.

3. Instemming ouders inzake het handelingsdeel

Door het nu voorliggende wetsvoorstel ontstaat er een probleem als ouders in moeten stemmen met het handelingsdeel merken deze leden op. Dit speelt met name als er instemming van de ouders benodigd is over de vraag welke ondersteuning de leerling nodig heeft, of over de vraag of de school aan haar zorgplicht kan voldoen. Ook kan het aan de orde zijn zodra de vraag zich aandient of de leerling op een andere school geplaatst moet worden.

Zij vernemen graag waarom de route van op overeenstemming gericht overleg wordt verlaten. Zijn er aanwijzingen dat veel scholen geen of onvoldoende op overeenstemming gericht overleg voeren met de ouders? Immers, als instemming het criterium wordt bestaat het gevaar dat er een impasse ontstaat, waarmee het betreffende kind de dupe dreigt te worden, zo merken deze leden op.

4. Uitvoerbaarheid

Een ander punt dat aandacht behoeft volgens de leden van de SGP-fractie is de uitvoerbaarheid van voorliggend wetsvoorstel. In dit wetsvoorstel is weliswaar opgenomen dat het handelingsdeel niet kan worden vastgesteld dan nadat hierover overeenstemming is bereikt tussen het bevoegd gezag en de ouders, maar dat de school in afwachting van die overeenstemming wel gehouden is aan het uitvoeren van de extra ondersteuning die voor een kind noodzakelijk is. Kan de regering toelichten op welke wijze een school vorm kan geven aan het passend onderwijs zolang de overeenstemming niet is bereikt, terwijl ouders bezwaar hebben tegen, dan wel geen overeenstemming hebben bereikt met de school, over de extra inzet?

Deze leden vragen ook hoe de school als professionele organisatie wel kan doen wat naar haar idee het beste is voor het kind, terwijl deze school inmiddels het risico loopt de ingezette ondersteuning op enig moment weer ingrijpend te moeten wijzigen, met alle gevolgen van dien voor de continuïteit van de ondersteuning? Is het mogelijk om de versterking van de positie van ouders eenvoudiger te realiseren door dit onderdeel te laten zijn van het toezichtkader passend onderwijs?

De leden van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zien de reactie van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 16 december 2016.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Vries-Leggedoor

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Nagel (50PLUS), Ten Hoeve (OSF), Koffeman (PvdD), De Vries-Leggedoor (CDA) (voorzitter), Beuving (PvdA), Ganzevoort (GL), Martens (CDA), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Bruijn (VVD), Gerkens (SP), Kops (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Van Hattem (PVV), Köhler (SP), Krikke (VVD), Nooren (PvdA), Pijlman (D66), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Schnabel (D66) (vice-voorzitter), Jorritsma-Lebbink (VVD), Klip-Martin (VVD), Sietsma (CU)

X Noot
2

Kamerstukken I, 2016–2017, 34 446, A.

X Noot
3

Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van onder meer de Wet op de expertisecentra in verband met de kwaliteit van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (Stb. 2012, 545) en de Wet van 11 oktober 2012 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de ondersteuning van leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs (Stb. 2012, 533, hierna: Wet passend onderwijs).

Naar boven