34 430 Staatscommissie Bezinning Parlementair Stelsel

Nr. 1 BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2016

Zoals u bekend is, is tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer in oktober 2014 (Handelingen I 2014/15, nr. 4, items 3 en 6) door de toenmalige fractievoorzitter van de VVD de gedachte geopperd een staatscommissie in te stellen die het functioneren van het parlementaire stelsel onderzoekt. De Minister-President merkte tijdens het debat op dat het instellen van een staatscommissie geen prioriteit heeft voor het kabinet, maar hij gaf aan steun te verlenen aan de totstandkoming van een staatscommissie die zal kijken naar een staatsrechtelijke herbezinning. Deze steun zou bestaan uit steun en betrokkenheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in een fase van overleg tussen fractievoorzitters in de Eerste en Tweede Kamer en in de daaropvolgende fase van overleg over de samenstelling en de taakomschrijving van een in te stellen staatscommissie.

In het afgelopen jaar hebben de fractievoorzitters in de Eerste Kamer binnen het College van Senioren enige malen gesproken over de gedachte van het instellen van een staatscommissie. Een en ander heeft ertoe geleid dat de Eerste Kamer in haar plenaire vergadering van 19 januari 2016 intern, dat wil zeggen als Kamer zonder aanwezigheid van de regering, een debat heeft gewijd aan de instelling van een Staatscommissie Bezinning Parlementair Stelsel (Handelingen I 2015/16, nr. 16, item 5).

Tijdens het debat heeft het Kamerlid Duthler (VVD), mede namens een aantal andere leden, een motie ingediend (Kamerstuk 34 000, Q). De Eerste Kamer heeft deze motie in haar vergadering van 2 februari 2016 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen (Handelingen I 2015/16, nr. 18, item 5). De stemverhouding naar fracties die vóór, respectievelijk tegen stemden, was 47 tegen 28.

Hierbij doe ik u de aangenomen motie toekomen1. Graag verneem ik van u of er binnen de Tweede Kamer steun is voor hetgeen in de motie is verwoord. Tot overleg bestaat aan onze kant uiteraard graag bereidheid.

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.eerstekamer.nl

Naar boven