34 414 Voorstel van wet van het lid Klein tot wijziging van de Algemene Ouderdomswet en de Participatiewet in verband met de introductie van de mogelijkheid het AOW-ouderdomspensioen geheel of gedeeltelijk eerder of later te laten ingaan (Wet flexibilisering ingangsdatum AOW)

Nr. 10 MOTIE VAN HET LID KERSTENS

Voorgesteld 25 januari 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de AOW als solide en solidaire oudedagsvoorziening ook voor toekomstige generaties behouden moet worden;

overwegende dat mensen gemiddeld steeds langer doorwerken, maar dat langer doorwerken niet voor iedereen mogelijk is en niet in iedere situatie als wenselijk wordt ervaren;

overwegende dat keuzevrijheid ten aanzien van de datum van pensionering mensen in staat moet stellen om in hun individuele situatie tot een goede overgang tussen werk en pensioen te komen;

constaterende dat aanvullende pensioenen al de mogelijkheid bieden om op basis van een actuariële verrekening te kiezen voor een individuele pensioenleeftijd of deeltijdpensioen;

overwegende dat mensen zonder aanvullend pensioen of een klein aanvullend pensioen deze keuzemogelijkheid ten aanzien van de datum van pensionering of deeltijdpensioen niet hebben, en dat keuzevrijheid er niet toe mag leiden dat mensen een beroep op de bijstand moeten doen;

verzoekt de regering, te onderzoeken voor welke groepen in de samenleving en onder welke voorwaarden een flexibele AOW of een meer specifieke regeling van toegevoegde waarde zou kunnen zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kerstens

Naar boven