34 395 EU-voorstellen: Circulaire economie COM (2015) 614/2, COM (2015) 595, COM (2015) 596, COM (2015) 594 en COM (2015) 593

Nr. 6 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2018

Graag informeer ik uw Kamer over de voortgang van de onderhandelingen over het EU-afvalpakket, waarmee ik de motie Cegerek/Van Veldhoven1 uitvoer. Op 19 december jl. is uw Kamer reeds geïnformeerd2 over het bereiken van een voorlopig politiek akkoord tussen Europees Parlement (EP), Europese Commissie en Raad tijdens de laatste triloog.

Onlangs zijn de teksten van dit voorlopig politiek akkoord beschikbaar gekomen3. De Raad zal op 23 februari zijn finale positie moeten bepalen. Naar verwachting zal een ruime meerderheid van de lidstaten instemmen met de uitkomst van de onderhandelingen. Vervolgens zullen de teksten voor stemming naar het EP gaan.

Wanneer het EP heeft ingestemd, wacht nog finale bekrachtiging door de Raad. Hier zal onder andere vanwege vertaling van de definitieve teksten nog enige tijd overheen gaan.

Nederlandse positie

De onderhandelingen over het wetgevende afvalpakket zijn in 2016 onder Nederlands voorzitterschap van start gegaan. Via een BNC-fiche is uw Kamer bij aanvang van de onderhandelingen geïnformeerd4 over de Nederlandse positie inzake dit pakket van aanpassingen van bestaande afvalwetgeving. Mede op aandringen van uw Kamer heb ik me tot op het laatste moment hard gemaakt voor een ambitieus afvalpakket met behoud van de doelstellingen uit het voorstel van de Commissie.

Tijdens de onderhandelingen bleek dat de ambitieniveaus van de lidstaten sterk verschilden. Een minderheid deelde de ambities van Nederland en de Commissie. De ambitieuze positie van het EP, en ook de opstelling van Nederland, hebben er uiteindelijk aan bijgedragen dat er, ondanks het feit dat de doelen iets zijn verlaagd, nog een voldoende ambitieus pakket ligt. Gezien de grote verschillen in uitgangspositie en ambitieniveau tussen de lidstaten ben ik tevreden met het nu bereikte akkoord. In het licht van het krachtenveld is dit een goed en gebalanceerd resultaat. Daarom zal ik op 23 februari instemmen met het in de triloog bereikte akkoord.

Ondanks het feit dat doelstellingen zijn verlaagd of in tijd zijn opgeschoven, ligt er een wetgevend pakket dat storten reduceert en recycling en hergebruik stimuleert. Daarbij zijn de mogelijkheden voor het verkrijgen van uitstel om te voldoen aan de doelstellingen niet vrijblijvend, maar moet een gedetailleerd implementatieplan worden opgesteld en moet er voldoende progressie worden getoond.

De doelstelling van 65% recycling van stedelijk afval uit het voorstel van de Commissie is overeind gebleven, deze is alleen met vijf jaar uitgesteld naar 2035.

Voor verpakkingen zijn de recyclingdoelstellingen voor sommige stromen iets verlaagd. De stortdoelstelling van maximaal 10% van het stedelijk afval die de Commissie had voorgesteld is ook overeind gebleven, met een vertraging van vijf jaar naar 2035.

Andere belangrijke elementen uit het akkoord:

  • Eenduidige definities en een uniforme berekeningsmethode gericht op daadwerkelijk gerecycled afval;

  • Versterking van het instrument producentenverantwoordelijkheid met minimumeisen inzake transparantie en verantwoordelijkheden. Ook is er veel aandacht voor het circulair ontwerp van producten en de stimulerende werking die uit kan gaan van het toepassen van gedifferentieerde tarieven;

  • Meer aandacht voor afvalpreventie en hergebruik en het monitoren van voedselverspilling om op termijn kwantitatieve reductiedoelstellingen op EU-niveau te kunnen vastleggen;

  • Verduidelijking en verbetering in de toepassing van de concepten «einde-afval» en «bijproducten»;

  • Verplicht gescheiden inzameling van onder andere bioafval en textiel;

  • De Commissie moet uitwisseling van kennis en ervaringen tussen lidstaten faciliteren en zal aanvullende regelgeving en guidelines opstellen over o.a. de berekeningsmethode, gescheiden inzameling, interpretatie van de afvaldefinitie en producentenverantwoordelijkheid.

Dit akkoord is hiermee een belangrijke stap voor verbetering van het afvalmanagement in de hele EU en biedt veel mogelijkheden voor verdere uitwerking van het Rijksbrede programma Circulaire Economie.

Ik zal een actieve bijdrage blijven leveren aan de totstandkoming van de aanvullende regelgeving en guidelines waar de Commissie de komende jaren mee aan de slag zal gaan.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 21 501/08, nr. 619.

X Noot
2

Kamerstukken 32 852 en 33 043, nr. 52.

X Noot
3

Delegates Portal: Documents ST 5914 2018; ST 5915 2018; ST 5913 2018; ST 5912 2018.

X Noot
4

Kamerstukken 34 395 en 22 112, nr. 2.

Naar boven