Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
Het opschrift komt te luiden: Wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband
met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening,
de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden
voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen.
2
De considerans komt te luiden:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Arbeidsomstandighedenwet
te wijzigen ten einde de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening,
de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden
voor het handelen van de bedrijfsarts te versterken en enige andere wijzigingen aan
te brengen;.
3
Na artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Aan artikel 9 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Onze Minister vergoedt ten laste van ’s Rijks kas de door de aangewezen instelling,
bedoeld in het derde lid, gemaakte uitvoeringskosten overeenkomstig bij ministeriële
regeling vast te stellen regels.
4
Artikel I, onderdeel H, komt te luiden:
H
Artikel 30 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «artikel 5, en de artikelen 12 tot en met 18» vervangen
door «de artikelen 5, 12 tot en met 18 en 20».
2. Het zevende lid vervalt.
Toelichting
Onderdelen 1 en 2
Het opschrift en de considerans van het wetvoorstel zijn aangepast zodat deze beter
de lading dekken nu met de onderhavige nota van wijziging een tweetal andere wijzigingen
worden meegenomen.
Onderdeel 3
Uit ’s Rijks kas worden gelden beschikbaar gesteld aan de instelling die op grond
van artikel 9, derde lid, wordt aangewezen als de instelling waar bedrijfsartsen en
arbodiensten beroepsziekten melden. Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten is
hiertoe aangewezen. Deze gelden zijn bedoeld voor de uitvoering van door de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid nader bij beschikking te bepalen taken en activiteiten.
Tot op heden was de financiering van deze instelling niet in de Arbeidsomstandighedenwet
zelf opgenomen, maar in de aanwijzingsbeschikking geregeld. Met het opnemen van een
expliciete bepaling in de Arbeidsomstandighedenwet wordt een duidelijkere wettelijke
grondslag voor de financiering gecreëerd. Daartoe dient het nieuwe vierde lid van
artikel 9. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de vergoeding
van de door de aangewezen instelling gemaakte uitvoeringskosten. Hierbij zal het met
name gaan om de te vergoeden kosten en de wijze en het tijdstip van de eindverantwoording.
De beoogde inwerkingtredingdatum van deze wijziging en de ministeriële regeling is
1 januari 2018, zijnde de datum waarop de huidige aanwijzingsbeschikking waarin de
uitvoeringsafspraken zijn vervat, komt te vervallen.
Onderdeel 4
In de Arbeidsomstandighedenwet biedt artikel 30 de mogelijkheid vrijstelling en ontheffing
te verlenen van de voorschriften die bij of krachtens de daar genoemde artikelen van
de Arbeidsomstandighedenwet zijn vastgesteld. Dit is nader uitgewerkt in Hoofdstuk
9, paragraaf 2, van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Met het huidige artikel 30 wordt
in principe voor een groot deel van de voorschriften in het Arbeidsomstandighedenbesluit
en de Arbeidsomstandighedenregeling de mogelijkheid tot ontheffing of vrijstelling
geboden. Dat is echter niet het geval voor voorschriften op het gebied van certificatie.
In de praktijk levert het ontbreken van een mogelijkheid tot ontheffing of vrijstelling
bij voorschriften op het gebied van certificatie problemen op. Voor elke afwijking
van de standaardvoorschriften (zoals schema’s voor aanwijzing en toezicht en certificatieschema’s)
is nu een ministeriële regeling noodzakelijk, terwijl het veel geëigender kan zijn
vrijstelling of ontheffing te verlenen, zeker als de noodzaak voor de afwijking slechts
tijdelijk is. Om die reden wordt artikel 20 aan de opsomming in het eerste lid van
artikel 30 toegevoegd.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher