34 355 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met een verbeterde regeling voor het gezamenlijk verzorgen van hoger onderwijs door Nederlandse en buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs alsmede vanwege enkele andere wijzigingen ter bevordering van de internationalisering van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (bevordering internationalisering hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek)

Nr. 25 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN MEENEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 16

Ontvangen 23 februari 2017

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Na artikel I, onderdeel Q, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Qa

Aan artikel 9.33 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het college van bestuur behoeft eveneens de voorafgaande instemming van de universiteitsraad met het besluit een opleiding in het buitenland te verzorgen als bedoeld in artikel 1.19, eerste lid.

II

Na artikel I, onderdeel S, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Sa

Aan artikel 10.20 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het college van bestuur behoeft eveneens de voorafgaande instemming van de medezeggenschapsraad met het besluit een opleiding in het buitenland te verzorgen als bedoeld in artikel 1.19, eerste lid.

Toelichting

Met dit amendement wordt het instemmingsrecht van de medezeggenschap geregeld voor het besluit om een opleiding in het buitenland te starten. Hiermee wordt gewaarborgd dat studenten en docenten uit de medezeggenschap, of benoemd door de medezeggenschapsraad voldoende betrokken zijn geweest bij de afweging van de kansen en risico’s die het opzetten daarvan met zich mee brengen.

Van Meenen

Naar boven