34 355 Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met een verbeterde regeling voor het gezamenlijk verzorgen van hoger onderwijs door Nederlandse en buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs alsmede vanwege enkele andere wijzigingen ter bevordering van de internationalisering van het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (bevordering internationalisering hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek)

Nr. 24 AMENDEMENT VAN HET LID VAN MEENEN

Ontvangen 22 februari 2017

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 1.19, vierde lid, als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt de zinsnede «kunnen nadere voorschriften worden vastgesteld» vervangen door: worden nadere voorschriften vastgesteld.

2. De tweede volzin wordt vervangen door: Daarin worden in ieder geval voorschriften vastgesteld met betrekking tot de aanwending van de rijksbijdrage voor die opleidingen en worden eisen gesteld aan de academische vrijheid aan de opleiding in het land of de landen waar de opleiding wordt verzorgd. Voorts worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften vastgesteld met betrekking tot de wijze waarop de veiligheid en de rechten van studenten en personeel, voor zover zij die rechten ontlenen aan deze wet, worden gewaarborgd.

Toelichting

Met dit amendement wordt vastgelegd dat de veiligheid en rechten van studenten en personeelsleden helder zijn voordat transnationaal onderwijs, ofwel een «branch campus», gestart wordt. Daarnaast worden eisen gesteld aan de academische vrijheid in het land waar het onderwijs gegeven wordt. Zo zou de opleiding zelfstandig het curriculum moeten kunnen vaststellen, zonder inmenging in de content van de vakken door de overheid van betreffende land en zonder door de overheid opgelegde verplichte vakken. Ook zou voor de studenten aan de opleiding in het buitenland of op de campus vrije toegang tot het internet gegarandeerd moeten worden.

Van Meenen

Naar boven