34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet

Nr. 303 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2023

Naar aanleiding van de behandeling van de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft uw Kamer op 17 oktober 2023 de motie Léon de Jong c.s. aangenomen (Handelingen II 2023/24, nr. 13, Stemmingen). De motie verzoekt de regering om de regie te nemen bij de cao-onderhandelingen voor de sociale werkvoorziening, de cao’s SW en Aan de slag, met als doel betere arbeidsvoorwaarden mogelijk te maken1. Het lid de Jong (PVV) heeft mij gevraagd om binnen twee weken te laten weten hoe ik met de uitvoering van de motie om zal gaan. Via deze brief geef ik invulling aan dit verzoek.

Ik vind het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een passende werkplek hebben, met passende arbeidsvoorwaarden. Tijdens de begrotingsbehandeling heeft uw Kamer benadrukt dit belang te delen. Ik voel daarom grote betrokkenheid bij de voortgang van de cao-onderhandelingen. En om die reden heb ik sinds begin dit jaar regelmatig contact met de cao-partijen. Ook heb ik met werknemers van sociaal ontwikkelbedrijven gesproken over hun cao’s, onder meer tijdens een actie op mijn ministerie. Het rijk is in formele zin geen partij bij de onderhandelingen en zit dus niet aan tafel. Dat neemt niet weg dat ik oog heb voor het belang van deze cao’s voor de mensen die er onder vallen en de uitdagingen – deels financieel – waarvoor gemeenten staan in de sociale werkvoorziening. Zoals ik in het debat tijdens de begrotingsbehandeling heb aangegeven, heb ik voor de uitvoering van de Wsw en de Participatiewet extra middelen beschikbaar gesteld aan gemeenten (Handelingen II 2023/24, nr. 12, Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2024). Dit jaar gaat het om € 145 miljoen euro structureel voor de loon- en prijsstijgingen. Volgend jaar komen daar structurele investeringen in beschut werk bij, beginnend met € 23 miljoen en oplopend naar € 65 miljoen. Verder is in 2024 incidenteel € 64 miljoen extra beschikbaar2, waarmee het in 2024 in totaal om € 230 miljoen gaat. Met het oog op de langere termijn werk ik met de betrokken partijen ook aan een toekomstbestendige infrastructuur van sociaal ontwikkelbedrijven, waarbij ik ook de bekostiging betrek.

Mijn betrokkenheid geldt onverminderd. Sinds de begrotingsbehandeling is er meerdere malen contact geweest met de onderhandelende partijen. Daarbij is op ambtelijk niveau een toelichting gegeven op de eerder genoemde extra middelen. Ook laat ik mij doorlopend op de hoogte stellen van de stand van zaken van de onderhandelingen.

Van de onderhandelende partijen heb ik begrepen dat er op initiatief van de werkgevers, de VNG, komende donderdag (2 november a.s.) nieuwe gesprekken worden gevoerd. Ik constateer dat de onderhandelingen in een vergevorderd stadium zijn. Daarbij is mijn verwachting dat, als er een onderhandelaarsakkoord wordt bereikt, dit nog dit jaar zal zijn. Gelet op de fase waarin de onderhandelingen zich bevinden, is er nu belang bij rust en ruimte in het proces, zodat de cao-partijen zorgvuldig toe kunnen werken naar een onderhandelaarsakkoord. Ik heb er vertrouwen in dat partijen hun verantwoordelijkheid nemen en er in slagen om tot een akkoord te komen. Ik blijf de vinger goed aan de pols houden. Zodra er naar aanleiding van de gesprekken sprake is van concrete, nieuwe ontwikkelingen, zal ik uw Kamer wederom informeren.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstuk 36 410 XV, nr. 30.

X Noot
2

Kamerstuk 34 352, nr. 300.

Naar boven