Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 oktober 2023
Naar aanleiding van de behandeling van de begroting van het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid heeft uw Kamer op 17 oktober 2023 de motie Léon de Jong c.s.
aangenomen (Handelingen II 2023/24, nr. 13, Stemmingen). De motie verzoekt de regering
om de regie te nemen bij de cao-onderhandelingen voor de sociale werkvoorziening,
de cao’s SW en Aan de slag, met als doel betere arbeidsvoorwaarden mogelijk te maken1. Het lid de Jong (PVV) heeft mij gevraagd om binnen twee weken te laten weten hoe
ik met de uitvoering van de motie om zal gaan. Via deze brief geef ik invulling aan
dit verzoek.
Ik vind het belangrijk dat zoveel mogelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
een passende werkplek hebben, met passende arbeidsvoorwaarden. Tijdens de begrotingsbehandeling
heeft uw Kamer benadrukt dit belang te delen. Ik voel daarom grote betrokkenheid bij
de voortgang van de cao-onderhandelingen. En om die reden heb ik sinds begin dit jaar
regelmatig contact met de cao-partijen. Ook heb ik met werknemers van sociaal ontwikkelbedrijven
gesproken over hun cao’s, onder meer tijdens een actie op mijn ministerie. Het rijk
is in formele zin geen partij bij de onderhandelingen en zit dus niet aan tafel. Dat
neemt niet weg dat ik oog heb voor het belang van deze cao’s voor de mensen die er
onder vallen en de uitdagingen – deels financieel – waarvoor gemeenten staan in de
sociale werkvoorziening. Zoals ik in het debat tijdens de begrotingsbehandeling heb
aangegeven, heb ik voor de uitvoering van de Wsw en de Participatiewet extra middelen
beschikbaar gesteld aan gemeenten (Handelingen II 2023/24, nr. 12, Begroting Sociale
Zaken en Werkgelegenheid 2024). Dit jaar gaat het om € 145 miljoen euro structureel
voor de loon- en prijsstijgingen. Volgend jaar komen daar structurele investeringen
in beschut werk bij, beginnend met € 23 miljoen en oplopend naar € 65 miljoen. Verder
is in 2024 incidenteel € 64 miljoen extra beschikbaar2, waarmee het in 2024 in totaal om € 230 miljoen gaat. Met het oog op de langere termijn
werk ik met de betrokken partijen ook aan een toekomstbestendige infrastructuur van
sociaal ontwikkelbedrijven, waarbij ik ook de bekostiging betrek.
Mijn betrokkenheid geldt onverminderd. Sinds de begrotingsbehandeling is er meerdere
malen contact geweest met de onderhandelende partijen. Daarbij is op ambtelijk niveau
een toelichting gegeven op de eerder genoemde extra middelen. Ook laat ik mij doorlopend
op de hoogte stellen van de stand van zaken van de onderhandelingen.
Van de onderhandelende partijen heb ik begrepen dat er op initiatief van de werkgevers,
de VNG, komende donderdag (2 november a.s.) nieuwe gesprekken worden gevoerd. Ik constateer
dat de onderhandelingen in een vergevorderd stadium zijn. Daarbij is mijn verwachting
dat, als er een onderhandelaarsakkoord wordt bereikt, dit nog dit jaar zal zijn. Gelet
op de fase waarin de onderhandelingen zich bevinden, is er nu belang bij rust en ruimte
in het proces, zodat de cao-partijen zorgvuldig toe kunnen werken naar een onderhandelaarsakkoord.
Ik heb er vertrouwen in dat partijen hun verantwoordelijkheid nemen en er in slagen
om tot een akkoord te komen. Ik blijf de vinger goed aan de pols houden. Zodra er
naar aanleiding van de gesprekken sprake is van concrete, nieuwe ontwikkelingen, zal
ik uw Kamer wederom informeren.
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten