34 352 Uitvoering en evaluatie Participatiewet

Nr. 206 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Ontvangen ter Griffie op 1 februari 2021.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 1 april 2021.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 2 april 2021.

Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 februari 2021

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende regels voor experimenten met het verstrekken van subsidies voor generieke werkgeversvoorzieningen (Besluit experimentele subsidie generieke werkgeversvoorzieningen)1.

Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerp-nota van toelichting2.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (artikel 82a, zevende lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Op grond van aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het voorjaars- en verkiezingsreces van uw Kamer formeel verlengd tot 2 april 2021.

Een overeenkomstige brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven