34 345 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met de verhoging van de strafmaxima voor mensensmokkel

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de strafmaxima voor mensensmokkel te verhogen teneinde mensensmokkel beter te bestrijden;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 197a van het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt telkens «van ten hoogste vier jaren» vervangen door: van ten hoogste zes jaren.

2. In het derde lid wordt «van ten hoogste zes jaren» vervangen door: van ten hoogste acht jaren.

3. In het vierde lid wordt «van ten hoogste acht jaren» vervangen door: van ten hoogste tien jaren.

4. In het vijfde lid wordt «van ten hoogste twaalf jaren» vervangen door: van ten hoogste vijftien jaren.

5. In het zesde lid wordt «van het hoogste vijftien jaren» vervangen door: van ten hoogste achttien jaren.

ARTIKEL II

Onder toepassing van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum treedt deze wet in werking met ingang van 1 januari 2016. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2015, treedt zij, onder toepassing van artikel 12 van de Wet raadgevend referendum, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Naar boven