34 329 Wijziging van de Aanbestedingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU

Nr. 8 TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 10 februari 2016

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel I, onderdeel AV, wordt gewijzigd als volgt:

a. In het voorgestelde artikel 2.31, onderdeel d, vervalt: en minimumeisen.

b. In het voorgestelde artikel 2.31, onderdeel g, wordt «het door de aanbestedende dienst gestelde gunningscriterium de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding» vervangen door: door de aanbestedende dienst gestelde minimumeisen en het door hem gestelde gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.114.

c. In het voorgestelde artikel 2.31b, onderdeel d, vervalt: en minimumeisen.

d. In het voorgestelde artikel 2.31b, onderdeel g, wordt «het door de aanbestedende dienst gestelde gunningscriterium» vervangen door: door de aanbestedende dienst gestelde minimumeisen en het door hem gestelde gunningscriterium.

B

In artikel I, onderdeel CH, worden de onderdelen b en c vervangen door drie onderdelen, luidende:

b. In de aanhef van het tweede lid wordt «artikel 2.76, eerste lid, onderdelen b en c» vervangen door «artikel 2.76, eerste lid, onderdeel b» en wordt «producten» vervangen door: leveringen.

c. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «Europese technische goedkeuring» vervangen door: Europese technische beoordeling.

d. Het derde en vierde lid vervallen.

C

In artikel I, onderdeel CX, komt onderdeel b te luiden:

b. In het tweede lid wordt «2.87, onderdelen b en c» vervangen door: 2.87, eerste lid, onderdelen c en d.

D

In het in artikel I, onderdeel DE, voorgestelde artikel 2.95, eerste lid, wordt «, diensten of werken nodig zijn,» vervangen door: nodig zijn, bij overheidsopdrachten voor diensten, en bij overheidsopdrachten voor werken.

E

Artikel I, onderdeel ER, komt te luiden:

In artikel 2.139 wordt «de afdelingen 2.2.1 en 2.2.2» vervangen door: afdeling 2.2.1.

F

Artikel I, onderdeel FF, wordt gewijzigd als volgt:

a. In het voorgestelde artikel 2.163b wordt, onder vernummering van het tweede tot het derde lid, een lid ingevoegd, luidende:

2. Indien een overheidsopdracht een indexeringsclausule bevat, wordt voor de berekening van het bedrag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, het geactualiseerde bedrag als referentiewaarde gehanteerd.

b. In het voorgestelde artikel 2.163f, onderdeel b, wordt «aannemer» vervangen door: opdrachtnemer.

G

In het in artikel I, onderdeel FG, voorgestelde artikel 2a.32 wordt «concessieovereenkomst» vervangen door: concessieopdracht.

H

In het in artikel I, onderdeel GR, voorgestelde artikel 3.35b, onderdeel f wordt «het door het speciale-sectorbedrijf gestelde gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.114» vervangen door: door het speciale-sectorbedrijf gestelde minimumeisen en het door hem gestelde gunningscriterium van de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding.

Toelichting

ALGEMEEN

Deze nota van wijziging bevat uitsluitend enkele technische wijzigingen van het wetsvoorstel ter verbetering van de implementatie van enkele voorschriften uit de nieuwe aanbestedingsrichtlijnen.

ARTIKELEN

Onderdelen A en H (artikelen 2.31, 2.31b en 3.35b)

De artikelen 2.31 en 2.31b beschrijven de bij de mededingingsprocedure met onderhandeling respectievelijk de bij de procedure van het innovatiepartnerschap te volgen stappen voor overheidsopdrachten. Onderdeel van die stappen is de beoordeling of is voldaan aan door de aanbestedende dienst gestelde minimumeisen. Uit de artikelen 29, eerste lid, tweede alinea, en zevende lid, 31, eerste lid, tweede alinea, van richtlijn 2014/24/EU volgt dat minimumeisen onderdeel uitmaken van de inschrijving. De wijzigingen koppelen de beoordeling of aan minimumeisen is voldaan aan de inschrijving en geven die beoordeling in de voorgeschreven stappen verderop een plaats. Dezelfde verbetering is gelet op artikel 49, eerste lid, tweede alinea, van richtlijn 2014/25/EU aangebracht in het voorgestelde artikel 3.35b dat de stappen voor de procedure van het innovatiepartnerschap bij speciale-sectorbedrijven beschrijft.

Een andere wijziging in de voorgestelde artikelen 2.31 en 3.35b heeft betrekking op het toe te passen gunningscriterium. Anders dan voor de concurrentiegerichte dialoog en de procedure van het innovatiepartnerschap bepaalt richtlijn 2014/24/EU bij de mededingingsprocedure met onderhandeling niet uitdrukkelijk dat gunning door het gebruik van het gunningscriterium van de economisch meest voordelige inschrijving op basis van prijs-kwaliteitverhouding plaatsvindt. Gelet hierop vervalt de toevoeging van gunning op basis van prijs-kwaliteitverhouding in het voorgestelde artikel 2.31. Bij speciale-sectoropdrachten waarvoor de procedure van het innovatiepartnerschap wordt toegepast, wordt die toevoeging juist alsnog onderdeel van de wijziging van het voorgestelde artikel 3.35b. Evenals dat in richtlijn 2014/24/EU voor overheidsopdrachten is bepaald, volgt namelijk voor speciale-sectoropdrachten uit artikel 49, eerste lid, vierde alinea van richtlijn 2014/25/EU dat bij de procedure van het innovatiepartnerschap op basis van beste prijs-kwaliteitverhouding gegund wordt.

Onderdelen B, C en G (artikelen 2.77, 2.87 en 2a.32)

De in dit onderdeel voorgestelde wijzigingen zijn technische verbeteringen.

Onderdeel D (artikel 2.95)

Deze wijziging bevat een verbetering van de implementatie van artikel 58, vierde lid, derde alinea, van richtlijn 2014/24/EU. Evenals in het huidige wetsartikel is bepaald, dient ook onder de nieuwe richtlijn een beoordeling op beroepsbekwaamheid van ondernemers op overheidsopdrachten voor diensten en op overheidsopdrachten voor werken betrekking te kunnen hebben. De wijziging voorkomt dat de aangepaste bewoordingen in artikel 2.95 onbedoeld uitsluitend een beoordeling op beroepsbekwaamheid van overheidsopdrachten voor leveringen zouden toestaan.

Onderdeel E (artikel 2.139)

Voor de procedures op basis waarvan een raamovereenkomst kan worden gesloten, verwijst het voorgestelde artikel 2.139 naar de procedures als bedoeld in hoofdstuk 2.2. Die verwijzing stemt niet overeen met de in artikel 2.44 genoemde procedures op basis waarvan een raamovereenkomst kan worden gesloten. De wijziging leidt tot een verwijzing naar de procedures in afdeling 2.2.1, waardoor dit beter aansluit bij de in artikel 2.44 genoemde procedures.

Onderdeel F (artikel 2.163b)

Het voorgestelde artikel 2.163b bepaalt één van de situaties waarin een wijziging van een overheidsopdracht tijdens de looptijd ervan kan plaatsvinden zonder toepassing van een nieuwe aanbestedingsprocedure. Het bedrag waarmee de wijziging gepaard gaat dient hiertoe onder een in het eerste lid, onderdeel a, vastgestelde waarde uit te komen. Bij de berekening van dat bedrag dient op grond van artikel 72, derde lid, van richtlijn 2014/24/EU de geactualiseerde prijs als referentiewaarde te worden gehanteerd, indien de overheidsopdracht voorziet in een indexeringsclausule. Dit voorschrift uit de richtlijn dient zowel bij een wijziging als bedoeld in artikel 2.163b, eerste lid, als bij een wijziging als bedoeld in artikel 2.163d, eerste lid, in acht te worden genomen. Anders dan bij artikel 2.163d ontbrak bij artikel 2.163b deze bepaling nog, zodat dit onderdeel daarin alsnog voorziet.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven