34 329 Wijziging van de Aanbestedingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 19 januari 2016

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

A

Na artikel I, onderdeel G, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ga

In artikel 1.20, vierde lid, wordt «vier jaar» vervangen door: vijf jaar.

B

In artikel I, onderdeel BI, worden de onderdelen b en c vervangen door drie onderdelen, luidende:

b. Onderdeel a komt te luiden:

a. maakt door middel van een aankondiging van een overheidsopdracht de instelling van een dynamisch aankoopsysteem bekend;.

c. In de onderdelen b en c wordt «inschrijver» telkens vervangen door: gegadigde.

d. De onderdelen d en e worden vervangen door één onderdeel, luidende:

d. laat de niet-uitgesloten en niet-afgewezen gegadigden toe tot het dynamisch aankoopsysteem.

C

Het in artikel I, onderdeel BJ, voorgestelde artikel 2.50 komt te luiden:

Artikel 2.50

De aanbestedende dienst die een overheidsopdracht wil plaatsen binnen een dynamisch aankoopsysteem:

a. nodigt, met toepassing van artikel 2.148, eerste onderscheidenlijk tweede lid, de toegelaten ondernemers uit een inschrijving in te dienen;

b. past de in artikel 2.27, onderdelen f tot en met k, genoemde stappen van de niet-openbare procedure toe.

D

In het in artikel I, onderdeel BT, voorgestelde artikel 2.60, eerste en tweede lid, wordt «een bevestiging van ontvangst van de bekendmaking» telkens vervangen door: een bevestiging van de bekendmaking.

E

Het in artikel I, onderdeel CY, onderdeel d, voorgestelde artikel 2.90, zesde en zevende lid, komt te luiden:

6. De aanbestedende dienst kan bij het stellen van geschiktheidseisen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, verlangen dat de gegadigde of inschrijver:

a. informatie verstrekt over zijn jaarrekening;

b. een passend niveau van verzekering tegen beroepsrisico’s heeft.

7. Indien de aanbestedende dienst informatie over gegevens uit de jaarrekening verlangt, vermeldt hij in de aanbestedingsstukken de transparante, objectieve en niet-discriminerende methoden en criteria volgens welke de gevraagde gegevens moeten zijn vastgesteld.

F

In artikel I, onderdeel DI, vervallen de onderdelen c en d.

G

In het in artikel I, onderdeel DJ, voorgestelde artikel 2.102, eerste lid, wordt «de vereiste bewijsstukken» vervangen door: de vereiste actuele bewijsstukken.

H

Artikel I, onderdeel DX, komt te luiden:

Artikel 2.114 wordt als volgt gewijzigd:

a. Onder vernummering van het tweede tot vierde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

2. De economisch meest voordelige inschrijving wordt door de aanbestedende dienst vastgesteld op basis van de:

a. beste prijs-kwaliteitverhouding,

b. laagste kosten berekend op basis van kosteneffectiviteit, zoals de levenscycluskosten, bedoeld in artikel 2.115a, of

c. laagste prijs.

3. Bij de toepassing van het eerste lid geschiedt de gunning op grond van onderdeel a of onderdeel b van het tweede lid.

b. In het vierde lid (nieuw) wordt «eerste lid» vervangen door: derde lid.

I

In het in artikel I, onderdeel EN, voorgestelde artikel 2.134, zesde lid, vervallen de zinsneden «of via het kopersprofiel is bekendgemaakt» en «dan wel de datum van de bekendmaking op het kopersprofiel».

J

In het in artikel I, onderdeel EV, voorgestelde artikel 2.144, tweede lid, onderdeel b, en zesde lid, vervalt telkens: en selectiecriteria.

K

In artikel I, onderdeel EW, worden de onderdelen b en c vervangen door één onderdeel, luidende:

b. Het tweede lid, onderdelen b en c, wordt vervangen door:

b. vermeldt de aanbestedende dienst in de aankondiging de looptijd van het dynamisch aankoopsysteem,

c. vermeldt de aanbestedende dienst in de aanbestedingsstukken in ieder geval de aard en de geraamde hoeveelheid van de beoogde aankopen, alsmede alle nodige informatie omtrent het dynamisch aankoopsysteem, daaronder begrepen de wijze van functioneren van dat systeem, de gebruikte elektronische apparatuur en de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding,

d. vermeldt de aanbestedende dienst in de aanbestedingsstukken, indien van toepassing, de verdeling in categorieën van producten, werken of diensten en de kenmerken daarvan alsmede de voor de desbetreffende categorie of categorieën vastgestelde geschiktheidseisen en

e. biedt de aanbestedende dienst tot aan het vervallen van het dynamisch aankoopsysteem langs elektronische weg een vrije, rechtstreekse en volledige toegang tot de aanbestedingsstukken en geeft in de aankondiging het internetadres aan waar deze documenten kunnen worden geraadpleegd.

L

Het in artikel I, onderdeel EZ, voorgestelde artikel 2.147 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid wordt «Bij de plaatsing van de overheidsopdracht vermeldt de aanbestedende dienst in de aankondiging van de overheidsopdracht» vervangen door: Bij de aankondiging van de gegunde overheidsopdracht vermeldt de aanbestedende dienst daarin.

b. Het derde en vierde lid vervallen.

M

Artikel I, onderdeel FG, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het voorgestelde artikel 2a.28, derde lid, vervalt de zinsnede: op basis van de gunningscriteria.

b. In de voorgestelde artikelen 2a.33, zevende lid, 2a.34, 2a.35, eerste lid, en 2a.36 wordt «aanvragen» telkens vervangen door: verzoeken tot deelneming.

c. In het voorgestelde artikel 2a.33, negende lid, wordt «een aanvraag» vervangen door »een verzoek tot deelneming» en wordt «aanvrager» vervangen door: gegadigde.

d. In het voorgestelde artikel 2a.33, negende lid, onderdeel b, wordt «de aanvraag» vervangen door: het verzoek tot deelneming.

e. In het voorgestelde artikel 2a.35, eerste lid, wordt «de aanvraag of inschrijving» vervangen door »het verzoek tot deelneming of de inschrijving» en wordt «de termijn voor het indienen van de inschrijvingen» vervangen door: de termijn voor het indienen van de verzoeken tot deelneming of de inschrijvingen.

N

Artikel I, onderdeel HD, onderdeel c, komt te luiden:

c. De onderdelen c en d komen te luiden:

c. beoordeelt de niet-uitgesloten gegadigden aan de hand van de door het speciale-sectorbedrijf gestelde eisen;

d. laat de niet-uitgesloten en niet-afgewezen gegadigden toe tot het dynamisch aankoopsysteem.

O

Het in artikel I, onderdeel HE, voorgestelde artikel 3.49 komt te luiden:

Artikel 3.49

Een speciale-sectorbedrijf dat een speciale-sectoropdracht wil plaatsen binnen een dynamisch aankoopsysteem:

a. nodigt, met overeenkomstige toepassing van artikel 2.148, eerste onderscheidenlijk tweede lid, de toegelaten ondernemers uit een inschrijving in te dienen;

b. past de in artikel 3.34, onderdelen d tot en met h, genoemde stappen van de niet-openbare procedure toe.

P

De aanduiding «HH» boven het in artikel I, onderdeel HG, voorgestelde artikel 3.50c vervalt.

Q

Het voorgestelde artikel I, onderdeel HY, wordt als volgt gewijzigd:

a. In het in onderdeel c voorgestelde artikel 3.66, vijfde lid, wordt «zijn de artikelen 2.75 tot en met 2.78b van toepassing» vervangen door: is artikel 3.61 van toepassing.

b. Onderdeel d komt te luiden:

d. Onder vernummering van het vierde lid (oud) tot het zesde lid wordt «De criteria en voorschriften, bedoeld in het derde lid, kunnen de uitsluitingscriteria genoemd in artikel 2.86, omvatten onder de daarin genoemde voorwaarden, met dien verstande dat» vervangen door «De criteria en voorschriften, bedoeld in het tweede lid, kunnen de uitsluitingscriteria, genoemd in de artikelen 2.86 en 2.87, omvatten onder de daarin genoemde voorwaarden en met overeenkomstige toepassing van de artikelen 2.86a tot en met 2.89, met dien verstande dat» en wordt «in het kader van een van de activiteiten, genoemd in paragraaf 3.1.1, de artikelen 2.86 tot en met 2.88 van overeenkomstige toepassing zijn» vervangen door: in het kader van een van de activiteiten, genoemd in afdeling 3.1.1, ook artikel 2.86 van overeenkomstige toepassing is.

Toelichting

Onderdeel A (artikel 1.20)

De in artikel 1.20, vierde lid, van de Aanbestedingswet 2012 genoemde termijn dient aan te sluiten bij de nieuwe terugkijktermijn in het wetsvoorstel voor de gedragsverklaring aanbesteden, te weten vijf jaar. Deze wijziging bewerkstelligt dat.

Onderdelen B, C, J, K, L, N en O (artikelen 2.49, 2.50, 2.144, 2.145, 2.147, 3.48 en 3.49)

In deze onderdelen wordt zowel in deel 2 als in deel 3 van de Aanbestedingswet 2012 een aantal wijzigingen aangebracht in de voorgestelde bepalingen met betrekking tot het dynamisch aankoopsysteem. In de memorie van toelichting is ingegaan op de hoofdlijnen van de nieuwe regels omtrent een dynamisch aankoopsysteem (zie paragraaf 3.2 en de toelichting op de artikelen 2.48 tot en met 2.50). De nieuwe inrichting van het dynamisch aankoopsysteem bleek op enkele onderdelen nog onvoldoende in de wetteksten tot uitdrukking te zijn gebracht. Dat wordt hierbij gecorrigeerd.

Het voorgestelde dynamisch aankoopsysteem bestaat uit twee fasen, de fase van instelling van het systeem en de fase van opdrachtverlening binnen het systeem. Alle ondernemers die niet moeten worden uitgesloten en aan de geschiktheidseisen voldoen moeten tot het systeem worden toegelaten. Van selectie is geen sprake (zie de aanpassingen in de onderdelen B, J en N). Als tot opdrachtverlening binnen het dynamisch aankoopsysteem wordt overgegaan, worden alle ondernemers die zijn toegelaten uitgenodigd een inschrijving in te dienen. Indien het dynamisch aankoopsysteem verdeeld is in categorieën van werken, producten of diensten, worden de ondernemers die tot de desbetreffende categorie zijn toegelaten, uitgenodigd (zie de onderdelen C, L en O). De informatie die ondernemers in staat moet stellen te bepalen of zij willen toetreden tot het dynamisch aankoopsysteem moet dan ook bij de instelling van het systeem worden verstrekt, en niet bij de concrete opdracht, zoals aanvankelijk was voorgesteld. De in de onderdelen K en L voorgestelde wijzigingen strekken daartoe.

Onderdelen D, P en Q (artikelen 2.60, 3.50c en 3.66)

De in deze onderdelen voorgestelde wijzigingen zijn technische verbeteringen.

Onderdeel E (artikel 2.90)

Deze wijziging bevat een verbetering van de implementatie van artikel 58, derde lid, derde alinea, van richtlijn 2014/24/EU. Het daarin voorgenomen voorschrift dat de toe te passen methoden en criteria transparant, objectief en niet-discriminerend moeten zijn ziet niet op de omzet maar op te verstrekken informatie over de jaarrekening, zoals op de verhouding tussen activa en passiva. Dit zijn te onderscheiden zaken.

Onderdeel F (artikel 2.99)

Deze wijzigingen van artikel 2.99 kunnen vervallen aangezien artikel 2.105, tweede lid, hiervoor reeds een bepaling bevat.

Onderdeel G (artikel 2.102)

Deze wijziging bevat een verbetering van de implementatie van artikel 59, vierde lid, tweede alinea, eerste zin, van richtlijn 2014/24/EU. De aanbestedende dienst mag op grond van het voorgestelde artikel 2.101 gedurende de gehele procedure bewijsstukken opvragen. Bij de gunning mag de aanbestedende dienst niet stukken die hij reeds in zijn bezit heeft opnieuw opvragen (artikel 2.102a). De aanbestedende dienst kan er evenwel bij de gunning behoefte aan hebben om (naast stukken waarover hij nog niet beschikt) actuelere versies van een bewijsstuk dat hij reeds in zijn bezit heeft op te vragen. Dat is op grond van artikel 2.102, eerste lid, dus mogelijk.

Onderdeel H

De in artikel I, onderdeel DX, voorgestelde wijziging van artikel 2.114 behelst een aanpassing van het begrip economisch meest voordelige inschrijving aan de nieuwe aanbestedingsrichtlijn. In paragraaf 3.1 en de toelichting op het genoemde onderdeel DX is daarop ingegaan. Zoals daar is vermeld wordt gegund op grond van de economisch meest voordelige inschrijving. Daaronder wordt begrepen de beste prijs-kwaliteitverhouding, de laagste kosten op basis van kosteneffectiviteit of de laagste prijs.

In artikel 2.114, tweede lid, zoals dat thans in de Aanbestedingswet 2012 is opgenomen, komt tot uitdrukking dat in beginsel niet op laagste prijs wordt gegund doordat is bepaald dat, indien de aanbestedende dienst in afwijking van het eerste lid op grond van dat criterium wil gunnen, hij dat moet motiveren. Het wetsvoorstel heeft niet beoogd op dat punt een wijziging aan te brengen. Doordat echter in het voorgestelde derde lid van artikel 2.114 is volstaan met een motiveringsplicht voor het gebruik van het criterium laagste prijs, wordt onvoldoende tot uitdrukking gebracht dat het gunnen op laagste prijs een uitzondering betreft. Daarom voorziet onderdeel H van deze nota van wijziging erin de thans in de Aanbestedingswet 2012 opgenomen formulering van de bepaling omtrent gunning op grond van de laagste prijs alsnog te handhaven, zodat het gunnen op laagste prijs een uitzondering blijft.

Onderdeel I (artikel 2.134)

Het kopersprofiel is alleen aan de orde bij de vooraankondiging van een opdracht. Aangezien artikel 2.134 betrekking heeft op de aankondiging van een gegunde opdracht dient hierin niet naar het kopersprofiel te worden verwezen.

Onderdeel M (artikelen 2a.28, 2a.33, 2a.34, 2a.35 en 2a.36)

Dit onderdeel bevat een aantal technische verbeteringen.

Het in onderdeel a voorgestelde artikel 2a.28, derde lid, strekt ter implementatie van artikel 37, derde lid, van richtlijn 2014/23/EU. De Nederlandse taalversie wijkt af van de Engelse, Franse en Duitse versie. Daarbij wordt in de voorgestelde wijziging aangesloten.

De onderdelen b, c, d en e bevatten wijzigingen die er met name toe strekken de terminologie van deze artikelen beter te doen aansluiten bij de elders in de Aanbestedingswet 2012 gebruikte bewoordingen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven