34 307 Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

Nr. 23 VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN P.M.H. TE L.A.D.V.2 INZAKE AANSPRAAK OP PARTNERVRIJSTELLING ERFBELASTING

Vastgesteld 15 september 2016

Klacht

Verzoeker beklaagt zich over de afwijzing van zijn verzoek om aanspraak op partnervrijstelling in verband met de heffing van erfbelasting.

Naar aanleiding van dit verzoek heeft de Staatssecretaris van Financiën inlichtingen verstrekt aan de commissie.

Feiten

Verzoeker trok in 2005 bij zijn moeder in omdat zij niet langer zelfstandig kon blijven wonen en hij verzorgde haar tot haar opname in oktober 2011. Hij schreef zich echter niet in op haar woonadres in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) en hij had ook geen samenlevingcontract met haar. Voor de zorg die hij verleende in het jaar 2011 ontving hij een zogenoemd mantelzorgcompliment. Moeder overleed in september 2013.

Bij de aangifte erfbelasting meende verzoeker aanspraak te maken op partnervrijstelling op grond van samenwonende mantelzorg(er). Bij de vaststelling van de aanslag hield de inspecteur van de Belastingdienst slechts rekening met de «gewone» vrijstelling voor een kind, omdat niet aan de wettelijke voorwaarden van de vrijstelling van een samenwonend kind dat

mantelzorg heeft verleend werd voldaan. Het door verzoeker tegen de aanslag ingediende bezwaarschrift werd om dezelfde reden afgewezen. Omdat verzoeker verder geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om beroep in te stellen, staat de aanslag onherroepelijk vast.

Verzoeker voert aan dat hij niet anders kon dan de zorg voor zijn moeder op zich te nemen, omdat hijzelf in het verleden intensieve zorg van haar heeft ontvangen vanwege een ernstige ziekte. Hoewel hij met haar een gezamenlijke huishouding voerde, schreef hij zich niet in de GBA in en sloot hij geen samenlevingscontract met haar, omdat de gedachte aan erfbelating niet bij hem opkwam. Hij stelt dat hij naar de letter van de wet niet aan alle eisen voldoet, maar wel naar de geest van de wet en hij overlegt verklaringen van 9 getuigen die zijn woonadres en de zorg voor zijn moeder bevestigen.

Overwegingen

In zijn antwoord geeft de staatssecrretaris aan dat verzoeker niet aan de cumulatieve wettelijke vereisten in artikel 1a van de Successiewet 1956 voldoet om als partner van overledene te kunnen worden aangemerkt. Zo moet een inwonend kind zes maanden voorafgaand aan het overlijden in de GBA op hetzelfde woonadres staan ingeschreven als de overledene. Verder moeten kind en overledene ingevolge een notarieel samenlevingscontract een wederzijdse zorgverplichting hebben, tenzij kind en overledene vijf jaar voorafgaand aan het overlijden op hetzelfde woonadres staan ingeschreven. Tot slot is vereist dat het zorgverlenende kind een mantelzorgcompliment heeft ontvangen in het kalenderjaar vóór het overlijden.

Volgens de Staatssecretaris is toepassing van de de hardheidsclausule niet mogelijk omdat er dan sprake moet zijn van een «onbillijkheid van overwegende aard», dat wil zeggen een gevolg dat de wetgever had voorkomen als hij dat bij het maken van de wet had voorzien. Daarvan is in het onderhavige geval, ondanks de door verzoeker aangevoerde omstandigheden, geen sprake.

Oordeel van de commissie3

De commissie is van oordeel dat de afweging van de Staatssecretaris kan worden gevolgd.

Voorstel aan de Kamer

Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.

De voorzitter van de commissie, Neppérus

De griffier van de commissie, Roovers


X Noot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

X Noot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

X Noot
3

De commissie bestaat uit de leden: Neppérus (voorzitter) (VVD), Jacobi (PvdA), Van Raak (SP), Koşer Kaya (D66), Beertema (PVV), Bruins Slot (CDA), Klein (Klein), Dik-Faber (CU), Van der Linde (VVD) en de plaatsvervangend leden Van Oosten (VVD), Dikkers PvdA), Van Nispen (SP), Swinkels (D66), Krol (50PLUS) en De Caluwé (VVD).

Naar boven