34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016)

Nr. 49 AMENDEMENT VAN DE LEDEN SCHOUTEN EN DIJKGRAAF

Ontvangen 11 november 2015

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

Artikel 6.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «113%» vervangen door: 160%.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt «40%» vervangen door: 105%.

3. In het tweede lid, tweede volzin, wordt «113%» vervangen door: 160%.

II

In artikel XLII wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba

Artikel 59 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, eerste aandachtsstreepje, wordt «€ 0,1911» vervangen door: € 0,24328.

2. In het eerste lid, onderdeel c, eerste aandachtsstreepje, wordt «€ 0,1196» vervangen door: € 0,10075.

3. In het derde lid wordt «€ 0,1911» vervangen door: € 0,24328.

III

In artikel XLII wordt onderdeel C als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel 1 wordt «€ 0,1911» vervangen door «€ 0,24328» en wordt «€ 0,20064» vervangen door: € 0,25186.

2. Onderdeel 5 vervalt.

4. In onderdeel 9 wordt «€ 0,1911» vervangen door «€ 0,24328» en wordt «€ 0,20064» vervangen door: € 0,25186.

IV

Artikel LII, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden artikel XLII, onderdelen A, B, C en D, en artikel L in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en:

    • a. vinden deze eerst toepassing nadat artikel XLII, onderdeel Ba, is toegepast; en

    • b. vinden deze toepassing met ingang van 1 januari van het eerstvolgende kalenderjaar na het tijdstip, bedoeld in de aanhef.

Toelichting

De regeling aftrek specifieke zorgkosten richt zich met name op mensen die als gevolg van ziekte of handicap meerkosten hebben voor zorggerelateerde uitgaven en is daarmee sterk gericht op chronisch zieken en gehandicapten. Belastingplichtigen met een drempelinkomen lager dan modaal (€ 33.857 in 2015) hebben recht op de zogenaamde verhoging specifieke zorgkosten. Zij mogen meer aftrekken dan zij daadwerkelijk hebben betaald voor zorgkosten. Met name chronisch zieken en gehandicapten maken nu gebruik van deze verhoging specifieke zorgkosten.

Dit amendement zorgt ervoor dat het verhogingspercentage van de uitgaven voor specifieke zorgkosten voor de belastingplichtige met bepaalde zorguitgaven die bij het begin van het kalenderjaar de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt wordt verhoogd tot 160. Voor de belastingplichtige die die leeftijd nog niet heeft bereikt wordt het verhogingspercentage 105. Het verhogen van de vermenigvuldigingsfactor zorgt ervoor dat mensen meer zorgkosten mogen aftrekken doordat ze het totaalbedrag aan werkelijk gemaakte zorgkosten met een bepaald percentage mogen verhogen. Deze maatregel is bedoeld ter ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten met een inkomen tot modaal (€ 33.857 in 2015). Door voor deze groep mensen met specifieke zorgkosten de vermenigvuldigingsfactor te verhogen wordt heel gericht compensatie gegeven voor de koopkrachtdaling die juist deze groep de afgelopen jaren treft, als gevolg van een stapeling van verschillende maatregelen.

De regeling aftrek specifieke zorgkosten vormt een goede aanvulling op de gemeentelijke voorziening (maatwerkinkomensondersteuning) die veelal via de «gemeentepolis» wordt aangeboden. De gemeentelijke voorziening richt zich op andere zorgkosten dan de fiscale aftrek. Zo zitten vergoedingen voor de eigen bijdrage en het eigen risico vaak wel in de gemeentelijke voorziening en zijn deze kosten niet fiscaal aftrekbaar. Daarnaast richt de gemeentelijke voorziening zich op mensen met een inkomen tot 110–120% van het WML, terwijl de fiscale regeling zich richt op mensen met een inkomen tot modaal.

De verhoging van de verhogingspercentages kost € 100 miljoen, waarbij de percentages dusdanig worden verhoogd dat tweederde van het budget ten goede komt aan de groep jonger dan 65 en eenderde van het budget ten goede komt aan de groep ouder dan 65 jaar.

Bij de vaststelling van de verhogingspercentages is rekening gehouden met de budgettaire doorwerking van de maatregel naar de niet-fiscale regeling Tegemoetkoming specifieke zorgkosten.1 Dit betreft een tegemoetkoming in verband met de verzilveringsproblematiek voor belastingplichtigen, waarbij door de aftrek van specifieke zorgkosten de belasting die zij moeten betalen lager is dan het bedrag aan heffingskortingen dat zij ontvangen.

Daarnaast wordt via een amendement op de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid de extra tegemoetkoming in de kinderbijslag voor alleenstaande en alleenverdienende ouders met thuiswonende gehandicapte kinderen verhoogd met 540 euro naar 2.000 euro. Dit kost € 3,7 miljoen.

De budgettaire derving van deze twee maatregelen (verhoging van verhogingspercentage specifieke zorgkosten en verhoging extra tegemoetkoming kinderbijslag) bedraagt € 104 miljoen. Deze derving wordt gedekt door een aanpassing in de energiebelasting, door het verhogen van het reguliere tarief van de eerste schijf in de energiebelasting voor aardgas met 5,122 cent per m3 en het verlagen van het tarief van de eerste schijf elektriciteit met 1,945 cent per kWh. Bij de verhoging van de belasting op aardgas wordt de glastuinbouw ontzien: het tarief in de eerste schijf aardgas voor de glastuinbouw wordt niet verhoogd. De verhoging van het tarief van de eerste schijf voor aardgas heeft een budgettaire opbrengst van € 783 miljoen. De verlaging van de eerste schijf elektriciteit leidt tot een budgettaire derving van € 554 miljoen. Van de netto-opbrengst van € 229 miljoen wordt € 125 miljoen teruggesluisd naar het bedrijfsleven via een verlaging van de Aof-premie met 0,06%-punt. De resterende opbrengst van € 104 miljoen wordt gebruikt voor dekking van onderhavig amendement en het amendement over de verhoging van de extra tegemoetkoming in de kinderbijslag voor alleenstaande en alleenverdienende ouders met thuiswonende gehandicapte kinderen.

Schouten Dijkgraaf


X Noot
1

Besluit tegemoetkoming specifieke zorgkosten.

Naar boven