Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2016
Met betrekking tot het project Nieuwe Huisvesting VWS/RIVM en CBG wordt u in deze
brief geïnformeerd over de huidige stand van zaken.
Op 17 juli 2014 is de DBFMO-overeenkomst (Design, Build, Finance, Maintenance, Operate)
gesloten met het consortium StruktonHurksHeijmans (SHH). In deze DBFMO-overeenkomst
staan de eisen en voorwaarden beschreven waaraan het consortium moet voldoen. De afgelopen
periode heeft het consortium werkzaamheden verricht teneinde het Aanvangscertificaat
(AC) te verkrijgen. Aan de afgifte van het AC zijn voorwaarden verbonden. Pas als
aan de voorwaarden wordt voldaan kan worden gestart met de daadwerkelijke bouwwerkzaamheden.
Omdat het ontwerp niet aan de trillingseis voldeed is het AC niet afgegeven. Het RIVM
werkt met hoogwaardige laboratoriumapparatuur, zoals microscopen en weegapparatuur,
die zeer gevoelig is voor trillingen. Zoals opgenomen in de DBFMO-overeenkomst had
het AC uiterlijk op 4 februari 2016 verstrekt moeten worden.
Met het consortium is in overleg als nieuwe datum voor afgifte AC 14 april 2016 overeengekomen.
Ook op dat moment voldeed SHH niet aan de trillingseis. Door het niet halen van de
overeengekomen data voor afgifte AC is er een Grond voor Onmiddellijke Beëindiging
van de DBFMO-overeenkomst ontstaan.
SHH heeft opnieuw verzocht om uitstel voor het verkrijgen van het AC. Dit maal tot
uiterlijk januari 2017.
Gezamenlijk met de Minister voor Wonen en Rijksdienst heb ik besloten dat SHH een
laatste kans krijgt om aan te tonen dat aan de trillingseis kan worden voldaan. Om
die reden is aan SHH uitstel verleend tot uiterlijk 16 januari 2017 voor het alsnog
verkrijgen van het AC. Deze datum is gebaseerd op een planning die is afgestemd met
de Staat en waarin uiterlijk eind oktober bekend is met welke mix aan mitigerende
maatregelen kan worden voldaan, zodat uiterlijk 16 januari 2017 een AC kan worden
verstrekt. Mocht SHH er niet in slagen om het ontwerp aan de trillingseis te laten
voldoen, dan kan de overeenkomst met SHH alsnog per uiterlijk 16 januari 2017 worden
beëindigd.
Het financiële risico bij een DBFMO-overeenkomst ligt bij het consortium SHH. Immers,
men heeft een overeenkomst getekend waarbij SHH zich heeft verplicht om aan alle gestelde
eisen te gaan voldoen. Indien SHH van mening is dat zij recht hebben op een vergoeding,
dan kan zij een geschil aanhangig maken bij een commissie van deskundigen. De DBFMO-overeenkomst
biedt hiertoe de mogelijkheid.
Het Ministerie van Financiën is, vanuit haar toezichthoudende rol op de DBFMO-projecten,
betrokken bij dit dossier. Het ministerie onderschrijft het besluit om SHH tot uiterlijk
16 januari 2017 in de gelegenheid te stellen het AC alsnog te verkrijgen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers