34 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2016

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 september 2015

Op 25 juni jl. was het WGO over de verantwoordingsstukken SZW 2014 (Kamerstuk 34 200 XV, nr. 16). In dit overleg heb ik aangegeven de mogelijkheden te willen bezien om een beperkte set van indicatoren te ontwikkelen om meer inzicht in de resultaten van beleid te geven.

Met deze brief zal ik, mede namens de Staatssecretaris van SZW, nadere toelichting geven over de stand van zaken. In de brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 juli jl. verzoekt zij om hiermee een start te maken bij de begroting voor 2016 en te starten met de Participatiewet, de Fraudewet en de sectorplannen. Separaat hieraan verzoekt u om de commissie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schriftelijk te berichten over de vervolgstappen. Met deze brief zal ik nadere toelichting geven over de stand van zaken.

Zoals ik in het WGO heb aangeven kost het proces om met een goede set van indicatoren te komen tijd en het is ook belangrijk om te toetsen of indicatoren ook daadwerkelijk van nut zijn. Dit is de achterliggende reden waarom ik eerst een voorstel aan de Tweede Kamer wil doen, voordat ik een set van indicatoren opneem in de begroting. Ik zal daarom in de komende maanden de mogelijkheden bezien voor de beleidsprioriteiten Participatiewet, Fraudewet en sectorplannen. Uiterlijk voordat de behandeling van de begroting van SZW in uw commissie plaatsvindt zal ik schriftelijk de Kamer hierover informeren.

In het WGO heeft dhr de Graaf gevraagd naar de casus van een Poolse mevrouw, die onder verschillende namen stond ingeschreven en dubbele uitkeringen zou ontvangen.

Navraag zowel binnen het departement als via de Griffie van de Tweede Kamer leert dat er geen nadere informatie over de casus bekend is. In algemene zin kan ik melden dat er veel aan gedaan wordt om misstanden te voorkomen en fraude op te sporen. Allereerst werken wij samen met de Poolse autoriteiten om schijnconstructies en misbruik tegen te gaan. Daarnaast maken de uitvoeringsorganisaties gebruik van controles en voeren zij onderzoeken uit indien er vermoedens zijn van fraude.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven