Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34300-XIII nr. D |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | 34300-XIII nr. D |
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2016
In de kabinetsreactie op de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid, heb ik uw Kamer gemeld dat het kabinet voornemens is om de artikelen 12 en 13 (respectievelijk innovatie en ondernemerschap), met ingang van de begroting voor 20171, te integreren tot één begrotingsartikel op basis van een samenhangend beleidskader. Naar aanleiding van de beleidsdoorlichting van artikel 182 worden bij deze integratie ook de onderdelen aangaande het ruimtelijk economisch beleid betrokken.
Aanleiding tot integratie begrotingsartikelen
De achtergrond voor mijn wens tot integratie van deze artikelen is dat het kabinet van mening is dat de sterke inhoudelijke samenhang tussen deze beleidsvelden beter tot zijn recht komt als deze in één artikel worden samengebracht. Deze drie beleidsvelden (innovatie, ondernemerschap en ruimtelijk-economische infrastructuur) vormen thans een geïntegreerd onderdeel van het sinds 2010 in gang gezette Bedrijvenbeleid. Daarover wordt de Tweede Kamer geïnformeerd met een jaarlijkse integrale voortgangsrapportage3 en met de Monitor Bedrijvenbeleid4 waarin alle voor dit beleidsterrein relevante feiten en cijfers worden ontsloten. Het integreren en samenhangend presenteren van de nu nog over drie verschillende beleidsartikelen verspreide financiële gevolgen van het bedrijvenbeleid maakt een integrale beleidsdiscussie beter mogelijk.
Beleidsdoelstelling geïntegreerd begrotingsartikel
Het bevorderen van duurzame economische groei (en daarmee welvaartsgroei) door het stimuleren van innovatie en door het creëren van een excellent ondernemersklimaat vormt de kern en missie van het Bedrijvenbeleid. Het Bedrijvenbeleid, en daarmee de reikwijdte van het nieuwe begrotingsartikel, richt zich op het realiseren van vier strategische doelen:
– Het stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven;
– Het bevorderen van ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering;
– Het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiekprivate (onderzoeks)samenwerking;
– En het waarborgen van responsieve overheids- en informatiediensten voor ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau.
De regio’s en hun besturen zijn voor het nationale Bedrijvenbeleid belangrijke partners voor het Rijk, onder meer op het terrein van de ruimtelijk-economische infrastructuur en voor het regionale ondernemers- en vestigingsklimaat. Door de beleidsagenda’s en netwerkpartners van verschillende overheden (inclusief EU) op dit terrein met elkaar te verbinden wint de nationale aanpak aan kracht en doorzettingsvermogen. Dit sluit goed aan bij de stimulerende en financierende rollen van EZ bij de systeemverantwoordelijkheid voor een gezonde ruimtelijk economische structuur, evenals bij de regisserende rol voor het Europese Fonds Regionale Ontwikkeling, waarvoor EZ lidstaatverantwoordelijk is. De «MKB Samenwerkingsagenda» tussen EZ en de provincies, waarvan de uitvoering het afgelopen jaar is gestart en de gezamenlijke uitvoering van de structuurfondsprogramma’s zijn daar goede voorbeelden van.
Drieluik bedrijvenbeleid: Rapportage, monitor en begrotingsstukken
De integratie van de begrotingsartikelen is het logische vervolg in de wijze waarop het Kabinet het Bedrijvenbeleid positioneert, presenteert en daarover rapporteert. Door ook de begrotingsartikelen te integreren ontstaat een organisch en onderling verbonden drieluik van verantwoordingsstukken die de Kamer zal ontvangen, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer. (1) De jaarlijkse voortgangsrapportage bedrijvenbeleid, waarin in beleidsmatige zin wordt gerapporteerd over de resultaten van het beleid in het afgelopen jaar en een vooruitblik naar het komende jaar. (2) Tegelijkertijd met de voortgangsrapportage verschijnt ook de Monitor Bedrijvenbeleid, waarin alle relevante feiten en cijfers over het Bedrijvenbeleid zijn opgenomen. (3) Tenslotte worden in het geïntegreerde artikel «Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen» nu ook de budgettaire gevolgen als samenhangende begrotingsonderdelen gepresenteerd op de EZ-begroting.
Met dit drieluik verwacht ik de Kamer goed inzicht te kunnen verschaffen in de voortgang en effecten van het Bedrijvenbeleid van het kabinet: Een compacte en overzichtelijke presentatie van de beleidsonderdelen en de uitgaven via de begroting en jaarverslag, inzage in resultaten en beleidsvoornemens in de voortgangsrapportage en tenslotte alle cijfers en feiten in de monitor.
Concept-begrotingsartikel
In de bijlage treft u de opzet van het nieuwe begrotingsartikel aan, waarbij het nieuwe artikel is gereconstrueerd op basis van de beschikbare informatie uit de EZ-begroting van 2016.
Deze opzet is in overeenstemming met de geldende Rijksbegrotingsvoorschriften. In het eerste deel van het artikel wordt de beleidsdoelstelling van het artikel beschreven en vervolgens uitgelegd aan de hand van vier strategische doelen. Aansluitend wordt ingegaan op de rollen en verantwoordelijkheden van de Minister van EZ ten aanzien van deze strategische doelen. Tevens is in de paragraaf «Budgettaire gevolgen van beleid» een geïntegreerde tabel opgenomen. Hierbij is ervoor gezorgd dat alle relevante informatie over het actuele beleid op herkenbare wijze terug komt in de tabel. Instrumenten die inmiddels zijn afgesloten of waarvan de begrotingsramingen uitsluitend nog bestaan uit kasbetalingen op in het verleden aangegane verplichtingen worden, indien mogelijk, samengevoegd. Voor zover het hier subsidies of bijdragen aan (inter)nationale organisaties betreft zijn deze overigens afzonderlijk opgenomen in de Subsidiebijlage bij de begroting. Het instrumentarium wordt vervolgens onder de budgettaire tabel per beleidsthema toegelicht, aan de hand van de indeling in strategische doelen die tevens de basis is voor de toelichting op de beleidsdoelstelling.
Om de transitie naar de nieuwe artikelindeling soepel te laten verlopen zal in de begroting 2017 een was-wordt-tabel worden opgenomen, waarin op overzichtelijke wijze staat vermeld hoe de oude artikelindeling wordt getransformeerd naar de nieuwe indeling.
Op het huidige artikel 18 Natuur en Regio blijven de onderdelen achter die betrekking die zich richten op natuur en versterking economie en ecologie. Deze onderdelen blijven gebundeld in een samenhangend natuurartikel.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Indien u over dit voornemen vragen heeft, ben ik graag bereid die te beantwoorden.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
Artikel X Bedrijvenbeleid: innovatief & duurzaam ondernemen
Algemene doelstelling
Het bedrijvenbeleid streeft naar de totstandkoming van een uitmuntend ondernemingsklimaat dat bedrijven stimuleert om duurzaam en innovatief te kunnen ondernemen. Daarbij worden de volgende vier strategische doelen nagestreefd:
– stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven;
– bevorderen van ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering;
– ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private programma’s voor onderzoek, innovatie en menselijk kapitaal;
– waarborgen van responsieve overheids- en informatiediensten voor ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau.
Het kabinet heeft met het Bedrijvenbeleid een drietal ambities:
– Nederland in de top 5 van de meest concurrerende kenniseconomieën in de wereld (in 2020);
– stijging van de Nederlandse R&D-inspanningen naar 2,5% van het BBP (in 2020);
– Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) waarin publieke en private partijen participeren voor meer dan € 800 miljoen waarvan tenminste 40% private financiering betreft (in 2020).
Over de jaarlijkse voortgang van het Bedrijvenbeleid en over de indicatoren en kengetallen op dit beleidsterrein wordt uitgebreid gerapporteerd in respectievelijk de «Rapportage Bedrijvenbeleid» en de «Monitor Bedrijvenbeleid 2015».5 De begroting geeft het overzicht van de budgettaire gevolgen van het bedrijvenbeleid.
Stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven
Het vergroten van de maatschappelijke welvaart – door met innovatie duurzame economische groei aan te jagen – vormt de kern van het bedrijvenbeleid. Nederland zal het, in het geval van een krimpend arbeidsaanbod, de komende decennia vooral moeten hebben van productiviteitsgroei. Innovatie en ambitieus ondernemerschap zijn daar belangrijke sleutels voor. Innovaties creëren niet alleen economische toegevoegde waarde, maar ook nieuwe producten, diensten en productieprocessen die een bijdrage leveren aan (deel)oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd, bijvoorbeeld op het gebied van medische technologie, watermanagement en duurzaam energie- en materiaalgebruik. Een deel van de beleid-inspanningen richt zich daarom op het aanjagen en stimuleren van een innovatief en duurzaam bedrijfsleven.
Bevorderen van ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering
Ondernemerschap en innovatie hangen sterk met elkaar samen. Nieuwe bedrijven zijn een belangrijke bron voor het stimuleren van economische groei, innovatie en productiviteit (creatieve destructie): zij lanceren nieuwe producten, nieuwe diensten en introduceren nieuwe procestechnieken die de welvaart verhogen. Bovendien prikkelt toetreding van nieuwe uitdagers (of alleen al de dreiging daarvan) de concurrentie en innovatie onder bestaande bedrijven. Een aantal specifieke instrumenten richt zich daarom op het bevorderen van (zelfstandig) ondernemerschap en bedrijfsopvolging. Een ander deel beoogt (nieuwe) ondernemers te ondersteunen door de toegang tot kapitaalmarktfinanciering (met garanties en kredietfaciliteiten) of menselijk kapitaal te vergroten.
Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking
Voor innovatie en vernieuwend ondernemerschap is de ontwikkeling, kwaliteit en benutting van wetenschappelijke en toegepaste kennis één van de belangrijkste voedingsbronnen. Het maatschappelijk rendement en responsiviteit van publiek gefinancierde onderzoeksinstellingen kan worden vergroot door onderzoekssamenwerking met bedrijven en door het uitlokken van private kennisinvesteringen van bedrijven in dergelijke publiek-private onderzoekssamenwerking. Daarmee worden bovendien de beschikbare middelen voor onderzoek vergroot. Innovatie is geen lineair proces dat zich binnen één organisatie afspeelt, maar een complex interactie- en kennisuitwisselingsproces tussen verschillende actoren in een «open» innovatienetwerk of -cluster (van bedrijven, kennisleveranciers, maatschappelijke organisaties en/of consumenten). Niet alleen de ondernemer en zijn omgeving staat daarom centraal in het bedrijvenbeleid, maar ook het stelsel van toegepast onderzoek en de interactie en publiek-private onderzoeksamenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden (nationaal, regionaal en Europees) in het relevante innovatienetwerk, zoals in de topsectoren. Daartoe faciliteert EZ met het bedrijvenbeleid ook een responsief stelsel van (toegepast) onderzoek.
Responsieve overheids- en informatiediensten en ondersteuning voor ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau
Om de kansen van ondernemers te vergroten, ondernemers de ruimte te geven om succesvol te kunnen ondernemen en hun positie zowel regionaal, nationaal als internationaal te versterken biedt EZ (veelal samen met andere departementen) verschillende publieke diensten aan. De geboden informatie en dienstverlening is veelzijdig: van informatie over wetgeving, belastingregels en maatschappelijk verantwoord ondernemen tot subsidies en directe (financiële) ondersteuning bij regionale en (inter)nationale activiteiten van ondernemers uit binnen- en buitenland.
Daarbij is een gunstig vestigings- en ondernemingsklimaat onontbeerlijk. Om de (hoge) kwaliteit van het Nederlandse vestigings- en ondernemingsklimaat op peil te houden werkt EZ nauw samen met haar internationale, Europese en regionale partners en andere vakdepartementen. Ook met merkbare vermindering van administratieve lasten en nalevingskosten, meer innovatie- en duurzaamheidsbevorderende wet- en regelgeving en met de inzet van meer ICT worden gunstige voorwaarden gecreëerd voor succesvol ondernemerschap, een ondersteunend ondernemingsklimaat en een aantrekkelijk investeringsklimaat.
Rol en verantwoordelijkheid
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste rollen en verantwoordelijken die de Minister van Economische Zaken heeft in het Bedrijvenbeleid. In de tekst onder de tabel wordt verder toegelicht wat deze rollen en verantwoordelijkheden behelzen en op welke van de vier hierboven onderscheiden strategische doelen ze betrekking hebben.
In dit begrotingsartikel ligt de nadruk op overheidsinterventies met financiële gevolgen voor de begroting. Naast financiële interventies spelen in het Bedrijvenbeleid echter ook niet-financiële interventies een belangrijke rol bij het realiseren van de strategische doelen, bijvoorbeeld op het terrein van wet- en regelgeving, maar ook en vooral bij het organiseren van publiek-private samenwerking (bijvoorbeeld binnen de topsectoren, op regionaal niveau en door de inzet van «Green Deals»). Een volledig overzicht van deze interventies wordt geboden in de jaarlijkse voortgangsrapportage en in de Monitor Bedrijvenbeleid.
|
Stimuleren |
Financieren |
Regisseren |
(Doen) uitvoeren |
|
|---|---|---|---|---|
|
Stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven |
✓ |
|||
|
Ondernemerschap bevorderen en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering |
✓ |
|||
|
Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking |
✓ |
✓ |
✓ |
|
|
Responsieve overheids- en informatiediensten en ondersteuning voor ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau |
✓ |
✓ |
Stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven
De Minister stimuleert een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven door:
– Private investeringen in R&D te bevorderen via de WBSO;
– de R&D-samenwerking in het midden- en kleinbedrijf te stimuleren via de regeling MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT);
– in samenwerking met andere ministeries, bedrijven, wetenschap en maatschappelijke organisaties de transitie naar groene groei te versnellen, onder meer via het «Green Deal»- instrument en de interdepartementale programma’s «Groene Groei» en «Bio Based Economy»;
– internationale samenwerking op het terrein van R&D te faciliteren;
– cofinanciering van de EFRO-programma’s (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO); voor de EFRO-programma’s binnen Nederland draagt de Minister systeemverantwoordelijkheid;
– het bevorderen van innovatiegericht inkopen door overheden;
– de inrichting van een adequaat stelsel van intellectueel eigendom;
– samen met OCW en met het Valorisatieprogramma twaalf consortia te ondersteunen bij het vormgeven van hun activiteiten op het gebied van ondernemerschapsonderwijs en kennisvalorisatie;
– samen met de partners van het «Techniekpact» te zorgen voor voldoende technisch personeel.
Bevorderen van ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)-financiering
De Minister stimuleert ondernemerschap en de toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering door:
– de inzet van garantieregelingen;
– (start)kapitaal te verschaffen aan ondernemers via Qredits en de instrumenten van het Toekomstfonds (zie artikel 19) waaronder de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen
– een pakket van fiscale ondernemersstimulering
– nieuw en ambitieus ondernemerschap in Nederland aan te jagen met StartupDelta en NL Groeit;
Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking
De Minister en de bewindslieden van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast en fundamenteel onderzoek. De Minister financiert en regisseert het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking door:
– de TO2-instituten (TNO, DLO, ECN, Deltares, Marin en NLR) te financieren.
Daarnaast heeft de Minister een stimulerende rol met:
– de TKI-toeslag, voor het stimuleren van private deelname aan publiek-private onderzoeksinitiatieven vanuit de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s);
– de financiële bijdrage aan het ruimtevaartbeleid, met name in Europees verband.
Tot slot heeft de Minister een regisserende rol bij het tot stand komen van publiek-private samenwerking binnen het bedrijvenbeleid: de topsectorenaanpak, zoals bij de invulling van de kennis- en innovatiecontracten en «Human Capital Agenda’s» van de topsectoren, bij de maatwerkaanpak op het terrein van regelgeving, bij de «Green Deals» en bij de «Nationale Iconen».
Waarborgen van responsieve overheids- en informatiediensten voor ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau
De Minister stimuleert responsieve overheids- en informatiediensten en ondersteuning voor ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau door:
– uitvoering van de wettelijke taken van de Kamer van Koophandel (Handelsregister en innovatiestimulering) en het inrichten van regionale Ondernemerspleinen ten behoeve van de informatievoorziening (Ondernemersplein.nl);
– digitaal zakendoen met de overheid voor ondernemers mogelijk te maken;
– toegang tot overheidsondersteuning (financieel en/of door middel van kennis via: de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland; de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) voor (potentiële buitenlandse investeerders; het Inovatie Attaché Netwerk ter ondersteuning van ondernemers uit binnen- en buitenland bij hun internationale R&D en innvovatie-ambities;
– gerichte regie op het verbinden van het Bedrijvenbeleid met de relevante regionale netwerken en partners.
Daarnaast heeft de Minister ook een uitvoerende rol bij het verlenen van Nederlandse octrooien volgens de in de Rijksoctrooiwet geformuleerde voorwaarden.
Beleidswijzigingen
[PM: in de definitieve begroting wordt dit onderdeel gevuld]
|
Bedragen x € 1.000 |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|
|
VERPLICHTINGEN |
1.311.235 |
3.063.391 |
2.317.828 |
2.298.125 |
2.290.092 |
2.294.347 |
2.333.648 |
|
Waarvan garantieverplichtingen |
516.609 |
2.264.501 |
1.650.000 |
1.650.000 |
1.650.000 |
1.650.000 |
1.650.000 |
|
UITGAVEN |
1.133.057 |
969.348 |
861.653 |
806.135 |
781.995 |
785.701 |
796.124 |
|
Juridisch verplicht |
PM |
||||||
|
Subsidies |
148.712 |
209.513 |
125.119 |
100.664 |
91.646 |
89.144 |
96.316 |
|
Lucht- en Ruimtevaart |
7.317 |
26.224 |
4.874 |
4.302 |
1.798 |
1.798 |
1.798 |
|
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) |
16.398 |
45.662 |
34.022 |
31.103 |
29.153 |
28.289 |
34.718 |
|
Eurostars |
7.299 |
10.555 |
13.098 |
15.502 |
18.226 |
18.376 |
18.376 |
|
Bevorderen Ondernemerschap |
8.254 |
24.832 |
10.709 |
6.448 |
7.248 |
11.258 |
12.158 |
|
Biobased Economy |
3.509 |
1.589 |
2.884 |
2.384 |
250 |
||
|
Cofinanciering EFRO, inclusief ETS |
44.461 |
54.432 |
29.590 |
31.246 |
31.657 |
26.118 |
25.961 |
|
Bijdrage aan ROM's |
5.205 |
5.337 |
6.337 |
1.000 |
|||
|
Uitfinanciering subsidies |
56.269 |
40.882 |
23.605 |
8.679 |
3.314 |
3.305 |
3.305 |
|
Garanties |
153.377 |
95.137 |
67.480 |
62.480 |
62.480 |
62.480 |
62.480 |
|
BMKB |
97.779 |
71.000 |
42.594 |
37.594 |
37.594 |
37.594 |
37.594 |
|
Interne begrotingsreserve BMKB |
26.555 |
||||||
|
Groeifaciliteit |
2.168 |
8.616 |
9.365 |
9.365 |
9.365 |
9.365 |
9.365 |
|
Garantie Ondernemersfinanciering |
17.875 |
11.842 |
11.842 |
11.842 |
11.842 |
11.842 |
11.842 |
|
Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering |
0 |
3.679 |
3.679 |
3.679 |
3.679 |
3.679 |
3.679 |
|
Interne begrotingsreserve MKB Financiering |
9.000 |
||||||
|
Opdrachten |
33.355 |
25.210 |
31.705 |
32.668 |
32.010 |
31.776 |
31.933 |
|
Onderzoek en opdrachten |
3.821 |
3.438 |
2.972 |
2.781 |
2.619 |
2.628 |
2.628 |
|
ICT beleid |
20.460 |
11.551 |
18.231 |
18.890 |
18.188 |
18.188 |
18.188 |
|
Regiegroep Regeldruk / Actal |
1.004 |
2.206 |
2.206 |
2.271 |
2.336 |
2.336 |
2.336 |
|
Mainport Rotterdam |
7.102 |
7.269 |
7.410 |
7.560 |
7.701 |
7.859 |
8.016 |
|
Regiekosten regionale functie |
968 |
746 |
886 |
1.166 |
1.166 |
765 |
765 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
27.849 |
8.900 |
10.664 |
3.941 |
1.611 |
0 |
0 |
|
Uitfinanciering Sterke Regio's en Nota Ruimte |
27.849 |
8.900 |
10.664 |
3.941 |
1.611 |
0 |
0 |
|
Caribisch Nederland |
397 |
286 |
642 |
1.043 |
1.043 |
1.043 |
1.043 |
|
Bijdragen agentschappen |
95.279 |
93.089 |
84.061 |
80.397 |
75.032 |
75.046 |
74.901 |
|
Bijdrage RVO.nl |
91.368 |
90.241 |
81.568 |
77.904 |
72.539 |
72.553 |
72.553 |
|
Bijdrage Agentschap Telecom |
244 |
638 |
283 |
283 |
283 |
283 |
138 |
|
Bijdrage Dictu |
22 |
||||||
|
Bijdrage Logius |
3.645 |
2.210 |
2.210 |
2.210 |
2.210 |
2.210 |
2.210 |
|
Bijdragen ZBO's / RWT's |
289.139 |
229.488 |
252.356 |
244.658 |
241.735 |
241.734 |
241.728 |
|
Bijdrage aan TNO |
138.851 |
121.747 |
134.750 |
129.131 |
127.019 |
127.019 |
127.019 |
|
Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen |
150.288 |
107.741 |
117.606 |
115.527 |
114.716 |
114.715 |
114.709 |
|
Bijdragen (inter-)nationale organisaties |
385.346 |
308.011 |
290.268 |
281.327 |
277.481 |
285.521 |
288.766 |
|
Internationaal Innoveren |
4.539 |
14.039 |
23.679 |
33.707 |
39.724 |
39.724 |
39.724 |
|
TKI-toeslag |
58.011 |
51.346 |
75.364 |
94.196 |
106.340 |
113.598 |
118.598 |
|
TO2 (excl. TNO) |
43.028 |
44.407 |
32.344 |
30.983 |
30.081 |
30.081 |
30.081 |
|
Topsectoren overig |
171.756 |
119.499 |
68.613 |
45.264 |
35.237 |
36.018 |
34.118 |
|
Ruimtevaart (ESA) |
90.154 |
64.061 |
76.776 |
64.013 |
52.935 |
52.936 |
53.081 |
|
Bijdrage NBTC |
10.152 |
8.490 |
8.469 |
8.469 |
8.469 |
8.469 |
8.469 |
|
Overige bijdragen aan organisaties |
7.706 |
6.169 |
5.023 |
4.695 |
4.695 |
4.695 |
4.695 |
|
ONTVANGSTEN |
105.590 |
124.436 |
107.401 |
106.878 |
109.911 |
114.508 |
114.978 |
|
BMKB |
30.389 |
25.000 |
29.000 |
29.000 |
29.000 |
29.000 |
29.000 |
|
Interne begrotingsreserve BMKB |
0 |
25.406 |
5.000 |
0 |
0 |
||
|
Groeifaciliteit |
2.436 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
|
Garantie Ondernemersfinanciering (GO) |
9.380 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
13.000 |
|
Interne begrotingsreserve GO |
9.612 |
0 |
|||||
|
Borgstelling Scheepsnieuwbouw |
46 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
4.000 |
|
Luchtvaartkredietregeling |
2.523 |
3.800 |
5.777 |
9.695 |
12.203 |
14.125 |
11.281 |
|
Rijksoctrooiwet |
35.182 |
31.212 |
32.512 |
32.512 |
31.212 |
31.212 |
31.212 |
|
Eurostars |
248 |
2.413 |
3.572 |
4.651 |
5.239 |
5.512 |
5.512 |
|
Joint Strike Fighter |
988 |
1.204 |
1.843 |
2.823 |
4.560 |
6.962 |
10.276 |
|
Diverse ontvangsten |
11.657 |
8.809 |
4.697 |
3.197 |
2.697 |
2.697 |
2.697 |
|
Divers ontvangsten RRE |
3.129 |
1.592 |
|||||
|
Bedragen x € 1.000 |
|||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
|
|
6.288.000 |
6.410.000 |
6.596.000 |
6.674.000 |
6.777.000 |
6.881.000 |
6.992.000 |
|
|
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
|
Afdrachtsvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) |
780.000 |
794.000 |
1.143.000 |
1.120.000 |
1.120.000 |
1.120.000 |
1.120.000 |
|
Research & Development Aftrek (RDA) |
255.000 |
238.000 |
– |
– |
– |
– |
– |
|
Zelfstandigenaftrek |
1.782.000 |
1.822.000 |
1.843.000 |
1.875.000 |
1.906.000 |
1.936.000 |
1.968.000 |
|
Extra zelfstandigenaftrek starters |
109.000 |
111.000 |
113.000 |
115.000 |
117.000 |
119.000 |
121.000 |
|
Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|
FOR, niet omgezet in lijfrente |
49.000 |
49.000 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
48.000 |
49.000 |
|
Meewerkaftrek |
7.000 |
7.000 |
7.000 |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
|
Stakingsaftrek |
16.000 |
15.000 |
14.000 |
14.000 |
13.000 |
12.000 |
12.000 |
|
Doorschuiving stakingswinst |
232.000 |
245.000 |
250.000 |
262.000 |
275.000 |
289.000 |
303.000 |
|
Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in successiewet |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
250.000 |
|
Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek |
371.000 |
395.000 |
402.000 |
414.000 |
427.000 |
440.000 |
453.000 |
|
Willekeurige afschrijving starters |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
8.000 |
9.000 |
|
Persoonsgebonden aftrekpost durfkapitaal |
4.000 |
3.000 |
3.000 |
2.000 |
1.000 |
– |
– |
|
Verlaagd BTW-tarief Logiesverstrekking (incl. kamperen) |
594.000 |
606.000 |
616.000 |
626.000 |
637.000 |
648.000 |
659.000 |
|
Verlaagd BTW-tarief Voedingsmiddelen horeca |
1.674.000 |
1.700.000 |
1.724.000 |
1.749.000 |
1.774.000 |
1.800.000 |
1.826.000 |
|
BTW Kleine ondernemersregeling |
130.000 |
139.000 |
147.000 |
156.000 |
166.000 |
176.000 |
186.000 |
|
Verlaagd accijnstarief kleine brouwerijen |
1.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
2.000 |
|
Vrijstelling overdrachtsbelasting bedrijfsoverdracht in familiesfeer |
16.000 |
16.000 |
16.000 |
17.000 |
17.000 |
17.000 |
18.000 |
Budgetflexibiliteit
[PM: in de definitieve begroting wordt dit onderdeel gevuld]
Toelichting op de instrumenten
De financiële beleidsinstrumenten van het Bedrijvenbeleid richten zich op het realiseren van de geformuleerde strategische doelen. Bij de toelichting op de instrumenten worden de interventies daarom samenhangend per strategisch beleidsdoel beschreven. Voor elk van de strategische doelen wordt vervolgens, overeenkomstig de voorschriften, de indeling van de begrotingstabel naar aard van de financiële beleidsinterventie gehanteerd. Op die manier wordt zowel de inhoudelijke samenhang van verschillende instrumenten, alsook de aard van de financiële interventie zichtbaar gemaakt. Voor elk van de instrumenten worden kengetallen gepresenteerd. Een meer uitgebreide rapportage van kengetallen en indicatoren is te vinden in de Monitor bedrijvenbeleid 2015.6 Voor elk instrument is een verwijzing opgenomen naar de relevante website.
Stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven
|
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
Bron |
||
|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
MIT |
RVO.nl |
||||||
|
Aantal bedrijven dat deelneemt aan MIT |
n.v.t. |
n.v.t. |
1.8931 |
662 |
|||
|
Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met MIT (x € 1 mln) |
n.v.t. |
n.v.t. |
€ 26 |
€ 61 |
|||
|
Eurostars |
RVO.nl |
||||||
|
Aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars |
72 |
44 |
49 |
20 |
|||
|
waarvan bedrijven |
61 |
37 |
37 |
13 |
|||
|
waarvan hightech mkb (%) |
82% |
89% |
81% |
100% |
|||
|
Door Eurostars ondersteunde private R&D-uitgaven van Nederlandse deelnemers (x € 1 mln) |
€ 19,8 |
€ 11,1 |
€ 13 |
7 |
|||
|
Horizon2020 |
RVO.nl/EC |
||||||
|
Aantal Nederlandse deelnemers aan H20202 |
941 |
1.200 |
.1506 |
493 |
|||
|
waarvan bedrijven |
685 |
850 |
1137 |
337 |
|||
|
Omvang H2020-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro)2 |
1.899 |
€ 2.600 |
€ 3.373 |
€ 659 |
|||
|
waarvan bedrijven (%) |
18% |
20% |
22% |
27% |
|||
|
Retourpercentage voor Nederland (%)2 |
6,9% |
7,1% |
7,4% |
7,6% |
|||
|
WBSO |
RVO.nl |
||||||
|
Aantal bedrijven dat gebruik maakt van WBSO |
20.530 |
22.220 |
22.640 |
22.974 |
|||
|
Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O-loon, x € 1 mln) |
3.571 |
3.854 |
3.917 |
3.997 |
|||
Hiervan ontvingen in 2013 707 bedrijven rechtstreeks subsidie voor innovatieprojecten. Het restant neemt deel aan netwerkbijeenkomsten e.d. Hiervoor zijn nog geen realisatiecijfers bekend, daarom is voor dit deel een inschatting gemaakt op basis van de verstrekte subsidie.
KP7 was de voorganger van Horizon2020. Dit programma liep van 2007 t/m 2013. De cijfers in deze tabel t/m 2013 hebben betrekking op KP7 en zijn cumulatief.
Subsidies
i. MIT
De regeling MKB Innovatiestimulering Topsectoren is een subsidieregeling voor MKB-bedrijven en heeft ten doel om zoveel mogelijk MKB-ers aan te laten sluiten bij de Topsectoren door samenwerking met zowel andere MKB-bedrijven als met kennisinstellingen. De regeling wordt in samenwerking met de provincies uitgevoerd en gefinancierd.
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/mkb-innovatiestimulering-regio-en-topsectoren-mit
ii. Eurostars
«Eurostars» is een internationaal programma dat gezamenlijk gefinancierd wordt door 34 deelnemende landen en de EU. De regeling is met name gericht op het «hightech»-MKB en ondersteunt bedrijven en kennisinstellingen die met buitenlandse partijen in Europa samenwerken in projecten die gericht zijn op marktgericht technologisch onderzoek en technologische ontwikkeling.
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/eurostars-%E2%80%93-subsidie-internationale-marktgerichte-rd
iii. Biobased Economy
Deze middelen worden ingezet voor onder andere de organisatie van netwerkbijeenkomsten, strategische communicatie, «Green Deals» en het programma «Ruimte in Regels voor Groene Groei». Daarmee wordt een stimulans gegeven om de transitie naar een op biomassa gebaseerde economie groene groei te versnellen.
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/duurzame-economie/inhoud/green-deal
iv. Cofinanciering EFRO, inclusief ETS
Innovatiestimulering en de transitie naar een koolstofarme economie zijn de hoofddoelen van de programma’s die worden gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Daarbij is het mkb de belangrijkste doelgroep. Het rijk neemt de voor EFRO vereiste cofinanciering deels voor zijn rekening, voor projecten die bijdragen aan nationale beleidsdoelen op het gebied van innovatie en energie.
Bijdragen aan agentschappen
v. Bijdrage aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) – Octrooicentrum Nederland
De bijdrage aan Octrooicentrum Nederland, onderdeel van RVO.nl, is bestemd voor de uitvoering van taken die bij, of op grond van, wetten of verdragen zijn opgedragen, zoals bijvoorbeeld de verlening en registratie van octrooien, de inning van taksen, de vertegenwoordiging van Nederland in Europese en mondiale organisaties, de uitvoering van andere wettelijke taken onder de Rijksoctrooiwet 1995, evenals de nakoming van Europese en internationale verplichtingen. Daarnaast geeft Octrooicentrum Nederland voorlichting en advies aan bedrijven, kennisinstellingen, overheden en uitvinders. Doel is het vinden van de juiste balans tussen enerzijds kennisbescherming en anderzijds de verspreiding en benutting van kennis.
http://www.rvo.nl/onderwerpen/innovatief-ondernemen/octrooien-ofwel-patenten
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
vi. Internationaal Innoveren
Voor Nederlandse deelname aan publiek-private onderzoeksprogramma’s in Europees verband is cofinanciering beschikbaar. Deze middelen worden ingezet voor Eureka clusters en het Joint Technology Initiative ECSEL dat is gelieerd aan Horizon 2020.
Hierdoor krijgen bedrijven toegang tot buitenlandse kennis en het draagt bij aan het vergroten van de bedrijfsdeelname in Horizon 2020.
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/horizon-2020-onderzoek-en-innovatie
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/joint-technology-initiatives-jti
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/eureka-het-programma-voor-internationale-marktgerichte-rend
Fiscale maatregelen
vii. WBSO
De WBSO is de verzamelnaam voor de faciliteit afdrachtsvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O) in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen en de S&O-aftrek in de Wet inkomstenbelasting. De WBSO is gericht op het stimuleren van Speur- en Ontwikkelingswerk (S&O) door het bedrijfsleven, door het verlagen van de aan S&O-gerelateerde kosten. De WBSO richt zich op de loonkosten van S&O-medewerkers en, door de integratie met de RDA, ook op de overige aan S&O-gerelateerde kosten en uitgaven. http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/wbso
Bevorderen ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering
|
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
Bron |
|
|---|---|---|---|---|---|---|
|
BMKB |
RVO.nl |
|||||
|
Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln |
909 |
486 |
344 |
372 |
||
|
Totaal aantal verstrekte garanties |
4.325 |
2.640 |
1.983 |
1.949 |
||
|
Groeifaciliteit |
RVO.nl |
|||||
|
Verstrekte garanties Groeifaciliteit, x € 1 mln |
12 |
13 |
8 |
32 |
||
|
Totaal aantal verstrekte garanties |
17 |
21 |
16 |
20 |
||
|
Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) |
RVO.nl |
|||||
|
Verstrekte garanties GO, x € 1 mln |
261 |
103 |
103 |
82 |
||
|
Totaal aantal verstrekte garanties |
62 |
53 |
51 |
39 |
||
|
Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering |
RVO.nl |
|||||
|
Verstrekte garanties Scheepsnieuwbouw, x € 1 mln |
n.v.t. |
n.v.t. |
44 |
0 |
||
|
Totaal aantal verstrekte garanties |
n.v.t. |
n.v.t. |
6 |
0 |
||
|
Qredits |
||||||
|
Aantal verstrekte kredieten (Micro- en MKB-krediet) |
. |
. |
. |
. |
Qredits |
Subsidies
i. Bevorderen Ondernemerschap
Deze middelen zijn gereserveerd voor diverse initiatieven ter bevordering van het ondernemerschap, waaronder het «Actieplan MKB-financiering», «Innovatiegericht Inkopen», het Valorisatieprogramma, «Startup Delta», «NL Groeit» en het «Techniekpact».
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/valorisatieprogramma
https://www.pianoo.nl/...inkopen...inkopen/...s/innovatiegericht-inkopen
Uit deze begrotingspost wordt ook «Qredits» (microkrediet) gefinancierd dat ondernemers, die geen toegang hebben tot het reguliere financiële circuit of geen commerciële ondersteuning kunnen afnemen tegen een commercieel tarief, ondersteunt bij het starten of continueren van hun onderneming.
ii. Bijdrage aan ROM’s
Met deze middelen worden de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen ondersteund: NOM (Noord), BOM (Brabant), LIOF (Limburg), Oost NV (Oost) en «Innovation Quarter» (IQ, Zuidvleugel). Deze middelen hebben tot doel de economische krachten in de regio te versterken en te bundelen met sectorale initiatieven vanuit het topsectorenbeleid en ander generiek beleid. Verder is voorzien in eventuele ondersteuning van een nog op te richten ROM voor de Noordvleugel en zijn er middelen beschikbaar gesteld voor samenwerking met Zeeland.
Garanties
iii. Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)
De BMKB maakt mogelijk dat bedrijven met te weinig zekerheden (onderpand) toch financiering kunnen krijgen, doordat de overheid borg staat voor het deel van de lening waar het bedrijf geen onderpand voor heeft. De kredietverstrekker kan, mocht dat nodig zijn, voor dat deel dus terugvallen op de overheid. Het gebruik van de regeling hangt af van de kredietbehoefte van het bedrijfsleven en is daarmee sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de conjunctuur. De raming betreft de verwachte schades die kredietverstrekkers declareren bij EZ als kredieten niet terug kunnen worden betaald. Tegenover de schades staan premies en ontvangsten bij uitwinning van faillissementen. In de budgettaire tabel is een splitsing gemaakt tussen de werkelijke schadebetalingen en stortingen in de interne begrotingsreserve BMKB.
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/borgstelling-mkb-kredieten-bmkb
iv. Groeifaciliteit
De Groeifaciliteit richt zich op buffervermogen – zoals eigen vermogen van participatiemaatschappijen en achtergestelde leningen door banken – en is vooral gericht op de start-, groei- en expansiefase van een bedrijf. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen vallen tot maximaal € 25 miljoen onder de garantieregeling. Een bank kan een garantiefinanciering verstrekken tot maximaal € 5 miljoen in de vorm van achtergestelde leningen. De garantie van de overheid bedraagt 50%.
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/groeifaciliteit
In 2016 wordt op basis van de dan beschikbare informatie bezien met welke omvang het budget van de Groeifaciliteit meerjarig moet worden opgehoogd om deze fondsen, voor het NLII, te accommoderen. Deze verhoging wordt gedekt uit het garantiebudget van € 500 miljoen dat in het Aanvullend actieplan MKB-financiering beschikbaar is gesteld voor achtergestelde leningenfondsen.
v. Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)
De GO-regeling geeft financiers de mogelijkheid om een garantie van 50% van de overheid te verkrijgen, indien zij vanwege het risicoprofiel niet zelfstandig of onvoldoende in staat zijn in de kern gezonde bedrijven te financieren. Jaarlijks kan voor maximaal € 400 miljoen aan garanties worden verleend; het gebruik is afhankelijk van de conjuncturele ontwikkeling. Het geraamde bedrag betreft de verwachte schades op de regeling. Tegenover de schades staan premieontvangsten. De GO-regeling is kostendekkend.
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/garantie-ondernemingsfinanciering-go
vi. Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering
In navolging van andere EU-landen is een garantieregeling geïntroduceerd die het bankkrediet aan de scheepsbouwer garandeert gedurende de periode van de bouw van het schip. Met de GSF kunnen banken 80% Staatsgarantie krijgen. Het jaarlijkse garantieplafond bedraagt € 400 miljoen. Met stakeholders (onder andere maritieme sector en betrokken banken) is in de afgelopen periode onderzocht wat de oorzaken van het geringe gebruik zijn en wordt nog bezien of en hoe aanpassing van de regeling gewenst en mogelijk is. De regeling die een looptijd heeft van vijf jaar wordt voorlopig voortgezet.
http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/garantieregeling-scheepsnieuwbouwfinanciering-gsf
Fiscale maatregelen
Ter stimulering van (zelfstandig) ondernemerschap wordt een aantal fiscale maatregelen ingezet via het stelsel van inkomsten- en omzetbelasting. Een toelichting op deze fiscale regelingen is opgenomen in de internetbijlage 12 bij de Miljoenennota (Toelichting op de belastinguitgaven).
vii. Zelfstandigenaftrek
viii. Extra zelfstandigenaftrek starters
ix. Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid
x. FOR, niet omgezet in lijfrente
xi. Meewerkaftrek
xii. Stakingsaftrek
xiii. Doorschuiving stakingswinst
xiv. Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in successiewet
xv. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek
xvi. Willekeurige afschrijving starters
xvii. Persoonsgebonden aftrekpost durfkapitaal
xviii. Verlaag BTW-tarief Logiesverstrekking (incl. kamperen)
xix. Verlaagd BTW-tarief Voedingsmiddelen horeca
xx. BTW Kleine ondernemersregeling
xxi. Verlaagd accijnstarief kleine brouwerijen
xxii. Vrijstelling overdrachtsbelasting bedrijfsoverdracht in familiesfeer
http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/ondernemen/
Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking
|
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
|
TKI's |
||||||
|
Omvang middelen PPS-programma’s TKI (x € 1 mln) |
n.v.t. |
n.v.t. |
571 |
780 |
||
|
waarvan private middelen (%) |
n.v.t. |
n.v.t. |
35% (200) |
44% (340) |
||
|
TO21 |
||||||
|
Klanttevredenheid Deltares |
7,9 |
. |
8 |
7,91 |
||
|
Klanttevredenheid Marin |
8,3 |
. |
8,8 |
9 |
||
|
Klanttevredenheid NLR |
8,7 |
. |
8,5 |
8,7 |
||
|
Klanttevredenheid TNO |
. |
. |
. |
8,3 |
||
|
Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA) |
||||||
|
Aantal Nederlandse bedrijven dat deelneemt aan ruimtevaartprogramma’s ESA |
488 2 |
. |
. |
. |
||
|
Ruimtevaart geo-return/retour (%)3 |
1,09% |
. |
. |
. |
||
In de begroting 2017 worden hierbij ook kengetallen opgenomen voor de kennisbenutting van Deltares, Marin, NLR en TNO.
In het hier weergegeven getal zijn alle contracten van Nederlandse bedrijven met ESA opgenomen, ook de contracten die niet direct aan ruimtevaartprogramma’s zijn gekoppeld, maar gerelateerd zijn aan de vestiging van ESTEC in Nederland. Verschillende divisies van een bedrijf worden als afzonderlijke contractanten meegeteld. In 2015 start ESA met een nieuwe, opgeschoonde database waardoor de waarde dan substantieel lager zal uitvallen. Bedrijven waarmee al enige tijd geen contracten zijn afgesloten zullen niet in het nieuwe databestand worden opgenomen. Het betreft een cumulatief getal op basis van databestanden van ESA vanaf 1 januari 2015.
De prestatie-indicator «ruimtevaart geo-return/retour (%)» betreft research- en leveringsopdrachten van ESA aan de Nederlandse industrie en kennisinstellingen. Deze opdrachten komen voort uit de Nederlandse contributies aan diverse Ruimtevaart-programma’s van ESA. Daarbij wordt door ESA een retour van 0,9 (90%) van de bijdragen van lidstaten aan deze programma’s gegarandeerd. Een hogere retour dan 1 betekent dat Nederlandse bedrijven extra succesvol zijn bij het werven van ESA-orders, maar ook dat Nederland uit eigen middelen mogelijk moet compenseren aan lidstaten met een lagere retour dan 1.
Opdrachten
i. Onderzoek en opdrachten
De middelen zijn gereserveerd ten behoeve van de monitoring, effectmeting en feitelijke onderbouwing van beleid («evidence based policy making») en beleidsexperimenten en proefprojecten.
ii. ICT-beleid: SURF
De Nederlandse ICT-infrastructuur is van hoog niveau. Om de ICT-onderzoekinfrastructuur op niveau te houden zijn aanvullende investeringen nodig. Voor de periode 2017 tot en met 2019 dragen EZ en OCW daarom samen € 12 miljoen bij.
iii. ICT-beleid: eOverheidsbouwstenen voor bedrijven
Het doel is dat ondernemers en burgers in 2017 hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen door het realiseren van een snelle en betrouwbare en veilige dienstverlening. De middelen zijn gereserveerd ter bekostiging van de ondernemersvoorzieningen die hiervoor nodig zijn: een informatieportaal (ondernemersplein.nl), een inlogvoorziening (eHerkenning/eID), een voorziening om digitaal zaken te doen met de overheid (Mijn overheid voor bedrijven), een Berichtenbox en standaarden voor informatie-uitwisseling (zoals Standard Business Reporting en e-factureren) als onderdeel van de Generieke Digitale Infrastructuur.
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/digitale-overheid
Bijdragen ZBO’s/RWT’s
iv. Bijdrage aan TNO
TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek) werkt samen met ECN, Marin, Deltares, DLO en NLR in de federatie Toegepaste Onderzoek Organisaties (TO2). EZ investeert samen met enkele andere ministeries in deze instituten, omdat hier onafhankelijk onderzoek in Nederland plaatsvindt dat kansen kan creëren voor innovatie en economische groei en dat een bijdrage levert aan de publieke kennis op terreinen van maatschappelijk belang. TNO bestrijkt een breed onderzoeksgebied op het terrein van meerdere topsectoren, met name HTSM, energie en agri&food. Daarnaast ontwikkelt het kennis op een aantal maatschappelijke thema’s, met name defensie, maatschappelijke veiligheid, leefomgeving en arbeid & gezondheid.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
v. TKI-toeslag
In 2013 zijn de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) gestart met het bundelen en stroomlijnen van de onderzoeksprogrammering in de gehele kennisketen. Het doel is om meer privaat-publieke samenwerkingsprogramma’s (PPS) vanuit de onderzoekagenda’s van de topsectoren (inclusief maatschappelijke uitdagingen) te genereren. De TKI’s zijn daarbij programmerend en regisserend. Via de TKI-toeslagregeling kunnen PPS-projecten voor elke privaat ingelegde euro 25% toeslag verdienen die aan de TKI’s wordt overgemaakt ter bestemming binnen de onderzoekagenda’s van de topsectoren. http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/tki-toeslag
vi. TO2 (toegepaste onderzoeksorganisaties)
De middelen zijn gereserveerd voor de financiering van onderzoek in het kader van de topsectoren en maatschappelijke thema’s zoals leefomgeving, maatschappelijke veiligheid, arbeid en gezondheid en voor onderzoek ten behoeve van (wettelijke) taken van de overheid. Naast TNO (zie «Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s» hieronder), omvat TO2 de volgende instituten:
– Deltares (Delta Research): instituut op het gebied van deltatechnologie. Deltares levert bijdragen aan innovatieve oplossingen voor water-, ondergrond- en deltavraagstukken die het leven in delta’s, kust- en riviergebieden veilig, schoon en duurzaam maken.
– MARIN (Maritiem Research Instituut Nederland): instituut op het gebied van hydromechanisch en nautisch onderzoek.
– NLR (Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium): instituut op het gebied van militaire (ten behoeve van het Ministerie van Defensie) en civiele luchtvaart (ten behoeve van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu).
– ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) en DLO (Dienst Landbouwkundig Onderzoek): deze instituten worden toegelicht in respectievelijk artikel 14 en 16. http://www.denederlandsewetenschap.nl/web-specials/de-nederlandse-wetenschap/organisaties/gtis.html
vii. Topsectoren overig (met name STW)
De Stichting voor de Technische Wetenschappen (STW, onderdeel van NWO) financiert technisch wetenschappelijk onderzoek aan Nederlandse universiteiten en instituten. Met de bijdrage van EZ worden de Perspectiefprogramma’s gefinancierd, die worden ingezet voor innovatiecontracten van topsectoren. Voor de bijdrage aan STW is structureel circa € 20 miljoen per jaar beschikbaar.
Deze post bevat daarnaast de middelen die gereserveerd zijn voor de afbouw van een aantal FES-projecten, voormalige Innovatieprogramma’s (waaronder Point One) en enkele kleine posten met betrekking tot het huidige topsectorenbeleid.
viii. Ruimtevaart (ESA)
De bijdrage aan Ruimtevaart bestaat uit verplichte programma’s (contributie) van het European Space Agency (ESA) en uit gerichte inschrijving op optionele programma’s van ESA. De ingeschreven middelen worden in open competitie uitgezet bij Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen («Geo Return»-systeem). Daarnaast kent het Ruimtevaartbeleid een (beperkt) nationaal flankerend beleid, waarin onder andere wetenschappelijke instrumenten ontwikkeld worden, en de interactie met ESTEC. Uitvoering van het beleid is neergelegd bij het Netherlands Space Office (NSO). Om de ambities van Nederland op het gebied van ruimtevaart financieel op peil te houden is vanaf 2018 € 13 miljoen door het Kabinet gereserveerd op «Aanvullende post van de Rijksbegroting (middelen uit het Regeerakkoord voor fundamenteel onderzoek (maatregel D 32)».
Waarborgen van responsieve overheids- en informatiediensten en ondersteuning voor ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau
|
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
Bron |
||
|---|---|---|---|---|---|---|
|
Innovatie Attaché Netwerk |
IAN/RVO.nl |
|||||
|
Vragen of informatieverzoeken |
2.753 |
3.123 |
2.782 |
|||
|
Koppeling potentiële buitenlandse counterparts R&D |
495 |
585 |
715 |
|||
|
Missies en conferenties |
284 |
450 |
440 |
|||
|
Seminars |
109 |
199 |
230 |
|||
|
Geformaliseerde samenwerkingsverbanden |
50 |
65 |
115 |
|||
|
Netherlands Foreign Investment Agency |
NFIA/RVO.nl |
|||||
|
Projecten |
170 |
193 |
187 |
|||
|
Investeringsomvang (€ mln) |
931 |
1.658 |
3.185 |
|||
|
Werkgelegenheid (arbeidsplaatsen)1 |
5.166 |
8.435 |
6.304 |
|||
|
KvK/Ondernemerspleinen |
KvK |
|||||
|
Waardering Kamer van Koophandel |
. |
. |
7,1 |
|||
|
Bereik Kamer van Koophandel |
. |
. |
51% |
|||
|
Waardering Ondernemersplein.nl |
. |
. |
7,4 |
|||
|
MVO Nederland |
MVO Nederland |
|||||
|
Aantal unieke bezoekers website |
. |
. |
315.000 |
|||
|
Stand aantal partners |
2.004 |
2.007 |
2.031 |
|||
|
Regeldruk |
||||||
|
Realisatie kabinetdoelstelling € 2,5 mld regeldrukvermindering (€ mln)2 |
. |
. |
807 |
1.349 |
EZ |
|
|
bedrijven |
. |
. |
715 |
777 |
||
|
burgers en professionals |
. |
. |
92 |
572 |
||
Bijdragen aan agentschappen
ix. Bijdrage aan RVO.nl – Innovatie-attachés
De Innovatie Attachés, onderdeel van RVO.nl, werken in veertien landen vanuit ambassades en consulaten en leveren kennis en informatie over ontwikkelingen en trends op het terrein van innovatie in het buitenland en creëren verbindingen tussen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen en bevorderen de internationale innovatiesamenwerking.
http://www.rvo.nl/onderwerpen/innovatief-ondernemen/topsectoren/ia-netwerk
x. Bijdrage aan RVO.nl – Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)
De bijdrage aan de NFIA is gereserveerd voor ondersteuning van buitenlandse bedrijven die zich willen vestigen of die willen uitbreiden in Nederland of Nederland als een strategische uitvalsbasis voor Europa zien. De dienstverlening bestaat uit advies, informatievoorziening en praktische assistentie en discrete toegang tot een breed netwerk van zakelijke partners en overheden.
xi. Bijdrage aan RVO.nl – uitvoering instrumentarium
Deze middelen zijn grotendeels voor de uitvoering van de financierings- en innovatie-instrumenten (MKB Innovatiestimulering Topsectoren, Eurostars, Horizon2020, TKI-toeslag, WBSO, BMKB, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering). Dit betreft activiteiten als beoordeling van aanvragen, bedrijfscontroles, voorlichting over de instrumenten, terugontvangen van kredieten, etc.
xii. Bijdrage aan Agentschap Telecom
Met deze bijdrage wordt de uitvoering, het toezicht en de handhaving van de bepalingen van de Wet ruimtevaartactiviteiten verzorgd door Agentschap Telecom. Het gaat om werkzaamheden die voortkomen uit aanvragen voor een ruimtevaartvergunning, registreren van ruimtevoorwerpen, deelname aan internationale gremia, adviseren en voorlichting geven over ruimtevaartactiviteiten. Het wettelijke toezicht heeft betrekking op de afgifte van ruimtevaartvergunningen.
xiii. Bijdrage aan Logius
De bijdrage aan Logius betreft het EZ-aandeel voor het programma (Bureau) Forum Standaardisatie.
Opdrachten
xiv. Regiegroep Regeldruk/Actal
Met het kabinetsbrede programma «Goed Geregeld: een verantwoorde vermindering van de regeldruk 2012–2017» zet het kabinet in op de vermindering van regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals met € 2,5 mrd. Om met toekomstvaste en ondernemersvriendelijke regels het ondernemen en innoveren voor bedrijven makkelijker te maken.
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/regeldruk/inhoud/regeldruk-bij-ondernemers
Bijdragen ZBO’s/RWT’s
xv. Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen
De Kamer van Koophandel voert vijf wettelijke taken uit in het kader van ondernemerschapsbeleid: houden van het handelsregister, inrichten en beheren van Ondernemerspleinen (zowel digitaal als fysiek), geven van inlichtingen en voorlichting aan ondernemers (onder meer) via online informatie, stimuleren van innovatie via advies en voorlichting en regio-specifieke activiteiten, bijvoorbeeld door middel van regionale onderzoeken, overleggen en samenwerkingsvormen. Hiervoor krijgt de Kamer van Koophandel een rijksbijdrage; daarnaast genereert de Kamer van Koophandel eigen inkomsten uit verkoop van eigen producten en diensten.
Bijdragen aan (internationale) organisaties
xvi. Bijdrage NBTC
EZ stelt op basis van meerjarenafspraken budget beschikbaar voor de internationale «branding» en «marketing» van Nederland en internationale congreswerving. Het budget wordt ingezet op de belangrijkste toeristische herkomstmarkten en doelgroepen.
xvii. Overige bijdragen aan organisaties (met name MVO Nederland)
De bijdrage is gereserveerd voor de stichting Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, die partijen (bedrijven, overheden, kennisinstellingen, ngo’s en vakbonden) informeert en stimuleert om bij te dragen aan een duurzame en eerlijke wereld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34300-XIII-D.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.