34 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2016

D BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2016

In de kabinetsreactie op de beleidsdoorlichting van het bedrijvenbeleid, heb ik uw Kamer gemeld dat het kabinet voornemens is om de artikelen 12 en 13 (respectievelijk innovatie en ondernemerschap), met ingang van de begroting voor 20171, te integreren tot één begrotingsartikel op basis van een samenhangend beleidskader. Naar aanleiding van de beleidsdoorlichting van artikel 182 worden bij deze integratie ook de onderdelen aangaande het ruimtelijk economisch beleid betrokken.

Aanleiding tot integratie begrotingsartikelen

De achtergrond voor mijn wens tot integratie van deze artikelen is dat het kabinet van mening is dat de sterke inhoudelijke samenhang tussen deze beleidsvelden beter tot zijn recht komt als deze in één artikel worden samengebracht. Deze drie beleidsvelden (innovatie, ondernemerschap en ruimtelijk-economische infrastructuur) vormen thans een geïntegreerd onderdeel van het sinds 2010 in gang gezette Bedrijvenbeleid. Daarover wordt de Tweede Kamer geïnformeerd met een jaarlijkse integrale voortgangsrapportage3 en met de Monitor Bedrijvenbeleid4 waarin alle voor dit beleidsterrein relevante feiten en cijfers worden ontsloten. Het integreren en samenhangend presenteren van de nu nog over drie verschillende beleidsartikelen verspreide financiële gevolgen van het bedrijvenbeleid maakt een integrale beleidsdiscussie beter mogelijk.

Beleidsdoelstelling geïntegreerd begrotingsartikel

Het bevorderen van duurzame economische groei (en daarmee welvaartsgroei) door het stimuleren van innovatie en door het creëren van een excellent ondernemersklimaat vormt de kern en missie van het Bedrijvenbeleid. Het Bedrijvenbeleid, en daarmee de reikwijdte van het nieuwe begrotingsartikel, richt zich op het realiseren van vier strategische doelen:

  • Het stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven;

  • Het bevorderen van ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering;

  • Het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiekprivate (onderzoeks)samenwerking;

  • En het waarborgen van responsieve overheids- en informatiediensten voor ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau.

De regio’s en hun besturen zijn voor het nationale Bedrijvenbeleid belangrijke partners voor het Rijk, onder meer op het terrein van de ruimtelijk-economische infrastructuur en voor het regionale ondernemers- en vestigingsklimaat. Door de beleidsagenda’s en netwerkpartners van verschillende overheden (inclusief EU) op dit terrein met elkaar te verbinden wint de nationale aanpak aan kracht en doorzettingsvermogen. Dit sluit goed aan bij de stimulerende en financierende rollen van EZ bij de systeemverantwoordelijkheid voor een gezonde ruimtelijk economische structuur, evenals bij de regisserende rol voor het Europese Fonds Regionale Ontwikkeling, waarvoor EZ lidstaatverantwoordelijk is. De «MKB Samenwerkingsagenda» tussen EZ en de provincies, waarvan de uitvoering het afgelopen jaar is gestart en de gezamenlijke uitvoering van de structuurfondsprogramma’s zijn daar goede voorbeelden van.

Drieluik bedrijvenbeleid: Rapportage, monitor en begrotingsstukken

De integratie van de begrotingsartikelen is het logische vervolg in de wijze waarop het Kabinet het Bedrijvenbeleid positioneert, presenteert en daarover rapporteert. Door ook de begrotingsartikelen te integreren ontstaat een organisch en onderling verbonden drieluik van verantwoordingsstukken die de Kamer zal ontvangen, voorafgaand aan de begrotingsbehandeling in de Tweede Kamer. (1) De jaarlijkse voortgangsrapportage bedrijvenbeleid, waarin in beleidsmatige zin wordt gerapporteerd over de resultaten van het beleid in het afgelopen jaar en een vooruitblik naar het komende jaar. (2) Tegelijkertijd met de voortgangsrapportage verschijnt ook de Monitor Bedrijvenbeleid, waarin alle relevante feiten en cijfers over het Bedrijvenbeleid zijn opgenomen. (3) Tenslotte worden in het geïntegreerde artikel «Bedrijvenbeleid: innovatief en duurzaam ondernemen» nu ook de budgettaire gevolgen als samenhangende begrotingsonderdelen gepresenteerd op de EZ-begroting.

Met dit drieluik verwacht ik de Kamer goed inzicht te kunnen verschaffen in de voortgang en effecten van het Bedrijvenbeleid van het kabinet: Een compacte en overzichtelijke presentatie van de beleidsonderdelen en de uitgaven via de begroting en jaarverslag, inzage in resultaten en beleidsvoornemens in de voortgangsrapportage en tenslotte alle cijfers en feiten in de monitor.

Concept-begrotingsartikel

In de bijlage treft u de opzet van het nieuwe begrotingsartikel aan, waarbij het nieuwe artikel is gereconstrueerd op basis van de beschikbare informatie uit de EZ-begroting van 2016.

Deze opzet is in overeenstemming met de geldende Rijksbegrotingsvoorschriften. In het eerste deel van het artikel wordt de beleidsdoelstelling van het artikel beschreven en vervolgens uitgelegd aan de hand van vier strategische doelen. Aansluitend wordt ingegaan op de rollen en verantwoordelijkheden van de Minister van EZ ten aanzien van deze strategische doelen. Tevens is in de paragraaf «Budgettaire gevolgen van beleid» een geïntegreerde tabel opgenomen. Hierbij is ervoor gezorgd dat alle relevante informatie over het actuele beleid op herkenbare wijze terug komt in de tabel. Instrumenten die inmiddels zijn afgesloten of waarvan de begrotingsramingen uitsluitend nog bestaan uit kasbetalingen op in het verleden aangegane verplichtingen worden, indien mogelijk, samengevoegd. Voor zover het hier subsidies of bijdragen aan (inter)nationale organisaties betreft zijn deze overigens afzonderlijk opgenomen in de Subsidiebijlage bij de begroting. Het instrumentarium wordt vervolgens onder de budgettaire tabel per beleidsthema toegelicht, aan de hand van de indeling in strategische doelen die tevens de basis is voor de toelichting op de beleidsdoelstelling.

Om de transitie naar de nieuwe artikelindeling soepel te laten verlopen zal in de begroting 2017 een was-wordt-tabel worden opgenomen, waarin op overzichtelijke wijze staat vermeld hoe de oude artikelindeling wordt getransformeerd naar de nieuwe indeling.

Op het huidige artikel 18 Natuur en Regio blijven de onderdelen achter die betrekking die zich richten op natuur en versterking economie en ecologie. Deze onderdelen blijven gebundeld in een samenhangend natuurartikel.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Indien u over dit voornemen vragen heeft, ben ik graag bereid die te beantwoorden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Artikel X Bedrijvenbeleid: innovatief & duurzaam ondernemen

Algemene doelstelling

Het bedrijvenbeleid streeft naar de totstandkoming van een uitmuntend ondernemingsklimaat dat bedrijven stimuleert om duurzaam en innovatief te kunnen ondernemen. Daarbij worden de volgende vier strategische doelen nagestreefd:

  • stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven;

  • bevorderen van ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering;

  • ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private programma’s voor onderzoek, innovatie en menselijk kapitaal;

  • waarborgen van responsieve overheids- en informatiediensten voor ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau.

Het kabinet heeft met het Bedrijvenbeleid een drietal ambities:

  • Nederland in de top 5 van de meest concurrerende kenniseconomieën in de wereld (in 2020);

  • stijging van de Nederlandse R&D-inspanningen naar 2,5% van het BBP (in 2020);

  • Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) waarin publieke en private partijen participeren voor meer dan € 800 miljoen waarvan tenminste 40% private financiering betreft (in 2020).

Over de jaarlijkse voortgang van het Bedrijvenbeleid en over de indicatoren en kengetallen op dit beleidsterrein wordt uitgebreid gerapporteerd in respectievelijk de «Rapportage Bedrijvenbeleid» en de «Monitor Bedrijvenbeleid 2015».5 De begroting geeft het overzicht van de budgettaire gevolgen van het bedrijvenbeleid.

Stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven

Het vergroten van de maatschappelijke welvaart – door met innovatie duurzame economische groei aan te jagen – vormt de kern van het bedrijvenbeleid. Nederland zal het, in het geval van een krimpend arbeidsaanbod, de komende decennia vooral moeten hebben van productiviteitsgroei. Innovatie en ambitieus ondernemerschap zijn daar belangrijke sleutels voor. Innovaties creëren niet alleen economische toegevoegde waarde, maar ook nieuwe producten, diensten en productieprocessen die een bijdrage leveren aan (deel)oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd, bijvoorbeeld op het gebied van medische technologie, watermanagement en duurzaam energie- en materiaalgebruik. Een deel van de beleid-inspanningen richt zich daarom op het aanjagen en stimuleren van een innovatief en duurzaam bedrijfsleven.

Bevorderen van ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering

Ondernemerschap en innovatie hangen sterk met elkaar samen. Nieuwe bedrijven zijn een belangrijke bron voor het stimuleren van economische groei, innovatie en productiviteit (creatieve destructie): zij lanceren nieuwe producten, nieuwe diensten en introduceren nieuwe procestechnieken die de welvaart verhogen. Bovendien prikkelt toetreding van nieuwe uitdagers (of alleen al de dreiging daarvan) de concurrentie en innovatie onder bestaande bedrijven. Een aantal specifieke instrumenten richt zich daarom op het bevorderen van (zelfstandig) ondernemerschap en bedrijfsopvolging. Een ander deel beoogt (nieuwe) ondernemers te ondersteunen door de toegang tot kapitaalmarktfinanciering (met garanties en kredietfaciliteiten) of menselijk kapitaal te vergroten.

Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking

Voor innovatie en vernieuwend ondernemerschap is de ontwikkeling, kwaliteit en benutting van wetenschappelijke en toegepaste kennis één van de belangrijkste voedingsbronnen. Het maatschappelijk rendement en responsiviteit van publiek gefinancierde onderzoeksinstellingen kan worden vergroot door onderzoekssamenwerking met bedrijven en door het uitlokken van private kennisinvesteringen van bedrijven in dergelijke publiek-private onderzoekssamenwerking. Daarmee worden bovendien de beschikbare middelen voor onderzoek vergroot. Innovatie is geen lineair proces dat zich binnen één organisatie afspeelt, maar een complex interactie- en kennisuitwisselingsproces tussen verschillende actoren in een «open» innovatienetwerk of -cluster (van bedrijven, kennisleveranciers, maatschappelijke organisaties en/of consumenten). Niet alleen de ondernemer en zijn omgeving staat daarom centraal in het bedrijvenbeleid, maar ook het stelsel van toegepast onderzoek en de interactie en publiek-private onderzoeksamenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden (nationaal, regionaal en Europees) in het relevante innovatienetwerk, zoals in de topsectoren. Daartoe faciliteert EZ met het bedrijvenbeleid ook een responsief stelsel van (toegepast) onderzoek.

Responsieve overheids- en informatiediensten en ondersteuning voor ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau

Om de kansen van ondernemers te vergroten, ondernemers de ruimte te geven om succesvol te kunnen ondernemen en hun positie zowel regionaal, nationaal als internationaal te versterken biedt EZ (veelal samen met andere departementen) verschillende publieke diensten aan. De geboden informatie en dienstverlening is veelzijdig: van informatie over wetgeving, belastingregels en maatschappelijk verantwoord ondernemen tot subsidies en directe (financiële) ondersteuning bij regionale en (inter)nationale activiteiten van ondernemers uit binnen- en buitenland.

Daarbij is een gunstig vestigings- en ondernemingsklimaat onontbeerlijk. Om de (hoge) kwaliteit van het Nederlandse vestigings- en ondernemingsklimaat op peil te houden werkt EZ nauw samen met haar internationale, Europese en regionale partners en andere vakdepartementen. Ook met merkbare vermindering van administratieve lasten en nalevingskosten, meer innovatie- en duurzaamheidsbevorderende wet- en regelgeving en met de inzet van meer ICT worden gunstige voorwaarden gecreëerd voor succesvol ondernemerschap, een ondersteunend ondernemingsklimaat en een aantrekkelijk investeringsklimaat.

Rol en verantwoordelijkheid

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste rollen en verantwoordelijken die de Minister van Economische Zaken heeft in het Bedrijvenbeleid. In de tekst onder de tabel wordt verder toegelicht wat deze rollen en verantwoordelijkheden behelzen en op welke van de vier hierboven onderscheiden strategische doelen ze betrekking hebben.

In dit begrotingsartikel ligt de nadruk op overheidsinterventies met financiële gevolgen voor de begroting. Naast financiële interventies spelen in het Bedrijvenbeleid echter ook niet-financiële interventies een belangrijke rol bij het realiseren van de strategische doelen, bijvoorbeeld op het terrein van wet- en regelgeving, maar ook en vooral bij het organiseren van publiek-private samenwerking (bijvoorbeeld binnen de topsectoren, op regionaal niveau en door de inzet van «Green Deals»). Een volledig overzicht van deze interventies wordt geboden in de jaarlijkse voortgangsrapportage en in de Monitor Bedrijvenbeleid.

 

Stimuleren

Financieren

Regisseren

(Doen) uitvoeren

Stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven

     

Ondernemerschap bevorderen en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering

     

Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking

✓

 

Responsieve overheids- en informatiediensten en ondersteuning voor ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau

   

Stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven

De Minister stimuleert een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven door:

  • Private investeringen in R&D te bevorderen via de WBSO;

  • de R&D-samenwerking in het midden- en kleinbedrijf te stimuleren via de regeling MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT);

  • in samenwerking met andere ministeries, bedrijven, wetenschap en maatschappelijke organisaties de transitie naar groene groei te versnellen, onder meer via het «Green Deal»- instrument en de interdepartementale programma’s «Groene Groei» en «Bio Based Economy»;

  • internationale samenwerking op het terrein van R&D te faciliteren;

  • cofinanciering van de EFRO-programma’s (Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (EFRO); voor de EFRO-programma’s binnen Nederland draagt de Minister systeemverantwoordelijkheid;

  • het bevorderen van innovatiegericht inkopen door overheden;

  • de inrichting van een adequaat stelsel van intellectueel eigendom;

  • samen met OCW en met het Valorisatieprogramma twaalf consortia te ondersteunen bij het vormgeven van hun activiteiten op het gebied van ondernemerschapsonderwijs en kennisvalorisatie;

  • samen met de partners van het «Techniekpact» te zorgen voor voldoende technisch personeel.

Bevorderen van ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)-financiering

De Minister stimuleert ondernemerschap en de toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering door:

  • de inzet van garantieregelingen;

  • (start)kapitaal te verschaffen aan ondernemers via Qredits en de instrumenten van het Toekomstfonds (zie artikel 19) waaronder de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen

  • een pakket van fiscale ondernemersstimulering

  • nieuw en ambitieus ondernemerschap in Nederland aan te jagen met StartupDelta en NL Groeit;

Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking

De Minister en de bewindslieden van OCW coördineren en borgen de publieke kennisinfrastructuur voor toegepast en fundamenteel onderzoek. De Minister financiert en regisseert het ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking door:

  • de TO2-instituten (TNO, DLO, ECN, Deltares, Marin en NLR) te financieren.

Daarnaast heeft de Minister een stimulerende rol met:

  • de TKI-toeslag, voor het stimuleren van private deelname aan publiek-private onderzoeksinitiatieven vanuit de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s);

  • de financiële bijdrage aan het ruimtevaartbeleid, met name in Europees verband.

Tot slot heeft de Minister een regisserende rol bij het tot stand komen van publiek-private samenwerking binnen het bedrijvenbeleid: de topsectorenaanpak, zoals bij de invulling van de kennis- en innovatiecontracten en «Human Capital Agenda’s» van de topsectoren, bij de maatwerkaanpak op het terrein van regelgeving, bij de «Green Deals» en bij de «Nationale Iconen».

Waarborgen van responsieve overheids- en informatiediensten voor ondersteuning van ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau

De Minister stimuleert responsieve overheids- en informatiediensten en ondersteuning voor ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau door:

  • uitvoering van de wettelijke taken van de Kamer van Koophandel (Handelsregister en innovatiestimulering) en het inrichten van regionale Ondernemerspleinen ten behoeve van de informatievoorziening (Ondernemersplein.nl);

  • digitaal zakendoen met de overheid voor ondernemers mogelijk te maken;

  • toegang tot overheidsondersteuning (financieel en/of door middel van kennis via: de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland; de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) voor (potentiële buitenlandse investeerders; het Inovatie Attaché Netwerk ter ondersteuning van ondernemers uit binnen- en buitenland bij hun internationale R&D en innvovatie-ambities;

  • gerichte regie op het verbinden van het Bedrijvenbeleid met de relevante regionale netwerken en partners.

Daarnaast heeft de Minister ook een uitvoerende rol bij het verlenen van Nederlandse octrooien volgens de in de Rijksoctrooiwet geformuleerde voorwaarden.

Beleidswijzigingen

[PM: in de definitieve begroting wordt dit onderdeel gevuld]

Tabel Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

 
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

VERPLICHTINGEN

1.311.235

3.063.391

2.317.828

2.298.125

2.290.092

2.294.347

2.333.648

Waarvan garantieverplichtingen

516.609

2.264.501

1.650.000

1.650.000

1.650.000

1.650.000

1.650.000

UITGAVEN

1.133.057

969.348

861.653

806.135

781.995

785.701

796.124

Juridisch verplicht

   

PM

       
               

Subsidies

148.712

209.513

125.119

100.664

91.646

89.144

96.316

Lucht- en Ruimtevaart

7.317

26.224

4.874

4.302

1.798

1.798

1.798

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

16.398

45.662

34.022

31.103

29.153

28.289

34.718

Eurostars

7.299

10.555

13.098

15.502

18.226

18.376

18.376

Bevorderen Ondernemerschap

8.254

24.832

10.709

6.448

7.248

11.258

12.158

Biobased Economy

3.509

1.589

2.884

2.384

250

   

Cofinanciering EFRO, inclusief ETS

44.461

54.432

29.590

31.246

31.657

26.118

25.961

Bijdrage aan ROM's

5.205

5.337

6.337

1.000

     

Uitfinanciering subsidies

56.269

40.882

23.605

8.679

3.314

3.305

3.305

               

Garanties

153.377

95.137

67.480

62.480

62.480

62.480

62.480

BMKB

97.779

71.000

42.594

37.594

37.594

37.594

37.594

Interne begrotingsreserve BMKB

26.555

           

Groeifaciliteit

2.168

8.616

9.365

9.365

9.365

9.365

9.365

Garantie Ondernemersfinanciering

17.875

11.842

11.842

11.842

11.842

11.842

11.842

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering

0

3.679

3.679

3.679

3.679

3.679

3.679

Interne begrotingsreserve MKB Financiering

9.000

           
               

Opdrachten

33.355

25.210

31.705

32.668

32.010

31.776

31.933

Onderzoek en opdrachten

3.821

3.438

2.972

2.781

2.619

2.628

2.628

ICT beleid

20.460

11.551

18.231

18.890

18.188

18.188

18.188

Regiegroep Regeldruk / Actal

1.004

2.206

2.206

2.271

2.336

2.336

2.336

Mainport Rotterdam

7.102

7.269

7.410

7.560

7.701

7.859

8.016

Regiekosten regionale functie

968

746

886

1.166

1.166

765

765

               

Bijdragen aan medeoverheden

27.849

8.900

10.664

3.941

1.611

0

0

Uitfinanciering Sterke Regio's en Nota Ruimte

27.849

8.900

10.664

3.941

1.611

0

0

Caribisch Nederland

397

286

642

1.043

1.043

1.043

1.043

               

Bijdragen agentschappen

95.279

93.089

84.061

80.397

75.032

75.046

74.901

Bijdrage RVO.nl

91.368

90.241

81.568

77.904

72.539

72.553

72.553

Bijdrage Agentschap Telecom

244

638

283

283

283

283

138

Bijdrage Dictu

22

           

Bijdrage Logius

3.645

2.210

2.210

2.210

2.210

2.210

2.210

               

Bijdragen ZBO's / RWT's

289.139

229.488

252.356

244.658

241.735

241.734

241.728

Bijdrage aan TNO

138.851

121.747

134.750

129.131

127.019

127.019

127.019

Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen

150.288

107.741

117.606

115.527

114.716

114.715

114.709

               

Bijdragen (inter-)nationale organisaties

385.346

308.011

290.268

281.327

277.481

285.521

288.766

Internationaal Innoveren

4.539

14.039

23.679

33.707

39.724

39.724

39.724

TKI-toeslag

58.011

51.346

75.364

94.196

106.340

113.598

118.598

TO2 (excl. TNO)

43.028

44.407

32.344

30.983

30.081

30.081

30.081

Topsectoren overig

171.756

119.499

68.613

45.264

35.237

36.018

34.118

Ruimtevaart (ESA)

90.154

64.061

76.776

64.013

52.935

52.936

53.081

Bijdrage NBTC

10.152

8.490

8.469

8.469

8.469

8.469

8.469

Overige bijdragen aan organisaties

7.706

6.169

5.023

4.695

4.695

4.695

4.695

               

ONTVANGSTEN

105.590

124.436

107.401

106.878

109.911

114.508

114.978

BMKB

30.389

25.000

29.000

29.000

29.000

29.000

29.000

Interne begrotingsreserve BMKB

0

25.406

5.000

0

0

Groeifaciliteit

2.436

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

Garantie Ondernemersfinanciering (GO)

9.380

13.000

13.000

13.000

13.000

13.000

13.000

Interne begrotingsreserve GO

9.612

         

0

Borgstelling Scheepsnieuwbouw

46

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Luchtvaartkredietregeling

2.523

3.800

5.777

9.695

12.203

14.125

11.281

Rijksoctrooiwet

35.182

31.212

32.512

32.512

31.212

31.212

31.212

Eurostars

248

2.413

3.572

4.651

5.239

5.512

5.512

Joint Strike Fighter

988

1.204

1.843

2.823

4.560

6.962

10.276

Diverse ontvangsten

11.657

8.809

4.697

3.197

2.697

2.697

2.697

Divers ontvangsten RRE

3.129

1.592

         
Tabel Fiscale Maatregelen

Bedragen x € 1.000

 
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

 

6.288.000

6.410.000

6.596.000

6.674.000

6.777.000

6.881.000

6.992.000

Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

Afdrachtsvermindering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

780.000

794.000

1.143.000

1.120.000

1.120.000

1.120.000

1.120.000

Research & Development Aftrek (RDA)

255.000

238.000

Zelfstandigenaftrek

1.782.000

1.822.000

1.843.000

1.875.000

1.906.000

1.936.000

1.968.000

Extra zelfstandigenaftrek starters

109.000

111.000

113.000

115.000

117.000

119.000

121.000

Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

FOR, niet omgezet in lijfrente

49.000

49.000

48.000

48.000

48.000

48.000

49.000

Meewerkaftrek

7.000

7.000

7.000

6.000

6.000

6.000

6.000

Stakingsaftrek

16.000

15.000

14.000

14.000

13.000

12.000

12.000

Doorschuiving stakingswinst

232.000

245.000

250.000

262.000

275.000

289.000

303.000

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in successiewet

250.000

250.000

250.000

250.000

250.000

250.000

250.000

Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

371.000

395.000

402.000

414.000

427.000

440.000

453.000

Willekeurige afschrijving starters

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

8.000

9.000

Persoonsgebonden aftrekpost durfkapitaal

4.000

3.000

3.000

2.000

1.000

Verlaagd BTW-tarief Logiesverstrekking (incl. kamperen)

594.000

606.000

616.000

626.000

637.000

648.000

659.000

Verlaagd BTW-tarief Voedingsmiddelen horeca

1.674.000

1.700.000

1.724.000

1.749.000

1.774.000

1.800.000

1.826.000

BTW Kleine ondernemersregeling

130.000

139.000

147.000

156.000

166.000

176.000

186.000

Verlaagd accijnstarief kleine brouwerijen

1.000

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Vrijstelling overdrachtsbelasting bedrijfsoverdracht in familiesfeer

16.000

16.000

16.000

17.000

17.000

17.000

18.000

Budgetflexibiliteit

[PM: in de definitieve begroting wordt dit onderdeel gevuld]

Toelichting op de instrumenten

De financiële beleidsinstrumenten van het Bedrijvenbeleid richten zich op het realiseren van de geformuleerde strategische doelen. Bij de toelichting op de instrumenten worden de interventies daarom samenhangend per strategisch beleidsdoel beschreven. Voor elk van de strategische doelen wordt vervolgens, overeenkomstig de voorschriften, de indeling van de begrotingstabel naar aard van de financiële beleidsinterventie gehanteerd. Op die manier wordt zowel de inhoudelijke samenhang van verschillende instrumenten, alsook de aard van de financiële interventie zichtbaar gemaakt. Voor elk van de instrumenten worden kengetallen gepresenteerd. Een meer uitgebreide rapportage van kengetallen en indicatoren is te vinden in de Monitor bedrijvenbeleid 2015.6 Voor elk instrument is een verwijzing opgenomen naar de relevante website.

Stimuleren van een concurrerend, innovatief en duurzaam bedrijfsleven

   

2011

2012

2013

2014

2015

Bron

MIT

         

RVO.nl

Aantal bedrijven dat deelneemt aan MIT

n.v.t.

n.v.t.

1.8931

662

   

Omvang private R&D-uitgaven ondersteund met MIT (x € 1 mln)

n.v.t.

n.v.t.

€ 26

€ 61

   

Eurostars

         

RVO.nl

Aantal Nederlandse deelnemers aan Eurostars

72

44

49

20

   
 

waarvan bedrijven

61

37

37

13

   
 

waarvan hightech mkb (%)

82%

89%

81%

100%

   

Door Eurostars ondersteunde private R&D-uitgaven van Nederlandse deelnemers (x € 1 mln)

€ 19,8

€ 11,1

€ 13

7

   

Horizon2020

         

RVO.nl/EC

Aantal Nederlandse deelnemers aan H20202

941

1.200

.1506

493

   
 

waarvan bedrijven

685

850

1137

337

   

Omvang H2020-middelen voor Nederlandse deelnemers (retour in mln euro)2

1.899

€ 2.600

€ 3.373

€ 659

   
 

waarvan bedrijven (%)

18%

20%

22%

27%

   

Retourpercentage voor Nederland (%)2

6,9%

7,1%

7,4%

7,6%

   

WBSO

         

RVO.nl

Aantal bedrijven dat gebruik maakt van WBSO

20.530

22.220

22.640

22.974

   

Door WBSO ondersteunde private R&D-uitgaven (S&O-loon, x € 1 mln)

3.571

3.854

3.917

3.997

   
X Noot
1

Hiervan ontvingen in 2013 707 bedrijven rechtstreeks subsidie voor innovatieprojecten. Het restant neemt deel aan netwerkbijeenkomsten e.d. Hiervoor zijn nog geen realisatiecijfers bekend, daarom is voor dit deel een inschatting gemaakt op basis van de verstrekte subsidie.

X Noot
2

KP7 was de voorganger van Horizon2020. Dit programma liep van 2007 t/m 2013. De cijfers in deze tabel t/m 2013 hebben betrekking op KP7 en zijn cumulatief.

Subsidies

Bijdragen aan agentschappen

  • v. Bijdrage aan Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) – Octrooicentrum Nederland

    De bijdrage aan Octrooicentrum Nederland, onderdeel van RVO.nl, is bestemd voor de uitvoering van taken die bij, of op grond van, wetten of verdragen zijn opgedragen, zoals bijvoorbeeld de verlening en registratie van octrooien, de inning van taksen, de vertegenwoordiging van Nederland in Europese en mondiale organisaties, de uitvoering van andere wettelijke taken onder de Rijksoctrooiwet 1995, evenals de nakoming van Europese en internationale verplichtingen. Daarnaast geeft Octrooicentrum Nederland voorlichting en advies aan bedrijven, kennisinstellingen, overheden en uitvinders. Doel is het vinden van de juiste balans tussen enerzijds kennisbescherming en anderzijds de verspreiding en benutting van kennis.

    http://www.rvo.nl/onderwerpen/innovatief-ondernemen/octrooien-ofwel-patenten

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Fiscale maatregelen

  • vii. WBSO

    De WBSO is de verzamelnaam voor de faciliteit afdrachtsvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O) in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie volksverzekeringen en de S&O-aftrek in de Wet inkomstenbelasting. De WBSO is gericht op het stimuleren van Speur- en Ontwikkelingswerk (S&O) door het bedrijfsleven, door het verlagen van de aan S&O-gerelateerde kosten. De WBSO richt zich op de loonkosten van S&O-medewerkers en, door de integratie met de RDA, ook op de overige aan S&O-gerelateerde kosten en uitgaven. http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/wbso

Bevorderen ondernemerschap en toegang tot en benutting van ondernemers(risico)financiering

 

2011

2012

2013

2014

2015

Bron

BMKB

         

RVO.nl

Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln

909

486

344

372

   

Totaal aantal verstrekte garanties

4.325

2.640

1.983

1.949

   

Groeifaciliteit

         

RVO.nl

Verstrekte garanties Groeifaciliteit, x € 1 mln

12

13

8

32

   

Totaal aantal verstrekte garanties

17

21

16

20

   

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

         

RVO.nl

Verstrekte garanties GO, x € 1 mln

261

103

103

82

   

Totaal aantal verstrekte garanties

62

53

51

39

   

Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering

         

RVO.nl

Verstrekte garanties Scheepsnieuwbouw, x € 1 mln

n.v.t.

n.v.t.

44

0

   

Totaal aantal verstrekte garanties

n.v.t.

n.v.t.

6

0

   

Qredits

           

Aantal verstrekte kredieten (Micro- en MKB-krediet)

.

.

.

.

 

Qredits

Subsidies

Garanties

  • iii. Borgstelling MKB-kredieten (BMKB)

    De BMKB maakt mogelijk dat bedrijven met te weinig zekerheden (onderpand) toch financiering kunnen krijgen, doordat de overheid borg staat voor het deel van de lening waar het bedrijf geen onderpand voor heeft. De kredietverstrekker kan, mocht dat nodig zijn, voor dat deel dus terugvallen op de overheid. Het gebruik van de regeling hangt af van de kredietbehoefte van het bedrijfsleven en is daarmee sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de conjunctuur. De raming betreft de verwachte schades die kredietverstrekkers declareren bij EZ als kredieten niet terug kunnen worden betaald. Tegenover de schades staan premies en ontvangsten bij uitwinning van faillissementen. In de budgettaire tabel is een splitsing gemaakt tussen de werkelijke schadebetalingen en stortingen in de interne begrotingsreserve BMKB.

    http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/borgstelling-mkb-kredieten-bmkb

  • iv. Groeifaciliteit

    De Groeifaciliteit richt zich op buffervermogen – zoals eigen vermogen van participatiemaatschappijen en achtergestelde leningen door banken – en is vooral gericht op de start-, groei- en expansiefase van een bedrijf. Achtergestelde leningen en aandelenkapitaal verstrekt door participatiemaatschappijen vallen tot maximaal € 25 miljoen onder de garantieregeling. Een bank kan een garantiefinanciering verstrekken tot maximaal € 5 miljoen in de vorm van achtergestelde leningen. De garantie van de overheid bedraagt 50%.

    http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/groeifaciliteit

    In 2016 wordt op basis van de dan beschikbare informatie bezien met welke omvang het budget van de Groeifaciliteit meerjarig moet worden opgehoogd om deze fondsen, voor het NLII, te accommoderen. Deze verhoging wordt gedekt uit het garantiebudget van € 500 miljoen dat in het Aanvullend actieplan MKB-financiering beschikbaar is gesteld voor achtergestelde leningenfondsen.

  • v. Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

    De GO-regeling geeft financiers de mogelijkheid om een garantie van 50% van de overheid te verkrijgen, indien zij vanwege het risicoprofiel niet zelfstandig of onvoldoende in staat zijn in de kern gezonde bedrijven te financieren. Jaarlijks kan voor maximaal € 400 miljoen aan garanties worden verleend; het gebruik is afhankelijk van de conjuncturele ontwikkeling. Het geraamde bedrag betreft de verwachte schades op de regeling. Tegenover de schades staan premieontvangsten. De GO-regeling is kostendekkend.

    http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/garantie-ondernemingsfinanciering-go

  • vi. Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering

    In navolging van andere EU-landen is een garantieregeling geïntroduceerd die het bankkrediet aan de scheepsbouwer garandeert gedurende de periode van de bouw van het schip. Met de GSF kunnen banken 80% Staatsgarantie krijgen. Het jaarlijkse garantieplafond bedraagt € 400 miljoen. Met stakeholders (onder andere maritieme sector en betrokken banken) is in de afgelopen periode onderzocht wat de oorzaken van het geringe gebruik zijn en wordt nog bezien of en hoe aanpassing van de regeling gewenst en mogelijk is. De regeling die een looptijd heeft van vijf jaar wordt voorlopig voortgezet.

    http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/garantieregeling-scheepsnieuwbouwfinanciering-gsf

Fiscale maatregelen

Ter stimulering van (zelfstandig) ondernemerschap wordt een aantal fiscale maatregelen ingezet via het stelsel van inkomsten- en omzetbelasting. Een toelichting op deze fiscale regelingen is opgenomen in de internetbijlage 12 bij de Miljoenennota (Toelichting op de belastinguitgaven).

  • vii. Zelfstandigenaftrek

  • viii. Extra zelfstandigenaftrek starters

  • ix. Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid

  • x. FOR, niet omgezet in lijfrente

  • xi. Meewerkaftrek

  • xii. Stakingsaftrek

  • xiii. Doorschuiving stakingswinst

  • xiv. Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in successiewet

  • xv. Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

  • xvi. Willekeurige afschrijving starters

  • xvii. Persoonsgebonden aftrekpost durfkapitaal

  • xviii. Verlaag BTW-tarief Logiesverstrekking (incl. kamperen)

  • xix. Verlaagd BTW-tarief Voedingsmiddelen horeca

  • xx. BTW Kleine ondernemersregeling

  • xxi. Verlaagd accijnstarief kleine brouwerijen

  • xxii. Vrijstelling overdrachtsbelasting bedrijfsoverdracht in familiesfeer

    http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakelijk/ondernemen/

Ontwikkelen en benutten van hoogwaardig (internationaal) publiek gefinancierd onderzoek en technologie, inclusief publiek-private samenwerking

   

2011

2012

2013

2014

2015

TKI's

         

Omvang middelen PPS-programma’s TKI (x € 1 mln)

n.v.t.

n.v.t.

571

780

 
 

waarvan private middelen (%)

n.v.t.

n.v.t.

35% (200)

44% (340)

 

TO21

         

Klanttevredenheid Deltares

7,9

.

8

7,91

 

Klanttevredenheid Marin

8,3

.

8,8

9

 

Klanttevredenheid NLR

8,7

.

8,5

8,7

 

Klanttevredenheid TNO

.

.

.

8,3

 

Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA)

         

Aantal Nederlandse bedrijven dat deelneemt aan ruimtevaartprogramma’s ESA

488 2

.

.

.

 

Ruimtevaart geo-return/retour (%)3

1,09%

.

.

.

 
X Noot
1

In de begroting 2017 worden hierbij ook kengetallen opgenomen voor de kennisbenutting van Deltares, Marin, NLR en TNO.

X Noot
2

In het hier weergegeven getal zijn alle contracten van Nederlandse bedrijven met ESA opgenomen, ook de contracten die niet direct aan ruimtevaartprogramma’s zijn gekoppeld, maar gerelateerd zijn aan de vestiging van ESTEC in Nederland. Verschillende divisies van een bedrijf worden als afzonderlijke contractanten meegeteld. In 2015 start ESA met een nieuwe, opgeschoonde database waardoor de waarde dan substantieel lager zal uitvallen. Bedrijven waarmee al enige tijd geen contracten zijn afgesloten zullen niet in het nieuwe databestand worden opgenomen. Het betreft een cumulatief getal op basis van databestanden van ESA vanaf 1 januari 2015.

X Noot
3

De prestatie-indicator «ruimtevaart geo-return/retour (%)» betreft research- en leveringsopdrachten van ESA aan de Nederlandse industrie en kennisinstellingen. Deze opdrachten komen voort uit de Nederlandse contributies aan diverse Ruimtevaart-programma’s van ESA. Daarbij wordt door ESA een retour van 0,9 (90%) van de bijdragen van lidstaten aan deze programma’s gegarandeerd. Een hogere retour dan 1 betekent dat Nederlandse bedrijven extra succesvol zijn bij het werven van ESA-orders, maar ook dat Nederland uit eigen middelen mogelijk moet compenseren aan lidstaten met een lagere retour dan 1.

Opdrachten

  • i. Onderzoek en opdrachten

    De middelen zijn gereserveerd ten behoeve van de monitoring, effectmeting en feitelijke onderbouwing van beleid («evidence based policy making») en beleidsexperimenten en proefprojecten.

  • ii. ICT-beleid: SURF

    De Nederlandse ICT-infrastructuur is van hoog niveau. Om de ICT-onderzoekinfrastructuur op niveau te houden zijn aanvullende investeringen nodig. Voor de periode 2017 tot en met 2019 dragen EZ en OCW daarom samen € 12 miljoen bij.

    https://www.surf.nl/

    https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ict

  • iii. ICT-beleid: eOverheidsbouwstenen voor bedrijven

    Het doel is dat ondernemers en burgers in 2017 hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen door het realiseren van een snelle en betrouwbare en veilige dienstverlening. De middelen zijn gereserveerd ter bekostiging van de ondernemersvoorzieningen die hiervoor nodig zijn: een informatieportaal (ondernemersplein.nl), een inlogvoorziening (eHerkenning/eID), een voorziening om digitaal zaken te doen met de overheid (Mijn overheid voor bedrijven), een Berichtenbox en standaarden voor informatie-uitwisseling (zoals Standard Business Reporting en e-factureren) als onderdeel van de Generieke Digitale Infrastructuur.

    https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/digitale-overheid

    Bijdragen ZBO’s/RWT’s

  • iv. Bijdrage aan TNO

    TNO (Nederlandse Organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek) werkt samen met ECN, Marin, Deltares, DLO en NLR in de federatie Toegepaste Onderzoek Organisaties (TO2). EZ investeert samen met enkele andere ministeries in deze instituten, omdat hier onafhankelijk onderzoek in Nederland plaatsvindt dat kansen kan creëren voor innovatie en economische groei en dat een bijdrage levert aan de publieke kennis op terreinen van maatschappelijk belang. TNO bestrijkt een breed onderzoeksgebied op het terrein van meerdere topsectoren, met name HTSM, energie en agri&food. Daarnaast ontwikkelt het kennis op een aantal maatschappelijke thema’s, met name defensie, maatschappelijke veiligheid, leefomgeving en arbeid & gezondheid.

    https://www.tno.nl/nl/

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

  • v. TKI-toeslag

    In 2013 zijn de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) gestart met het bundelen en stroomlijnen van de onderzoeksprogrammering in de gehele kennisketen. Het doel is om meer privaat-publieke samenwerkingsprogramma’s (PPS) vanuit de onderzoekagenda’s van de topsectoren (inclusief maatschappelijke uitdagingen) te genereren. De TKI’s zijn daarbij programmerend en regisserend. Via de TKI-toeslagregeling kunnen PPS-projecten voor elke privaat ingelegde euro 25% toeslag verdienen die aan de TKI’s wordt overgemaakt ter bestemming binnen de onderzoekagenda’s van de topsectoren. http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/tki-toeslag

  • vi. TO2 (toegepaste onderzoeksorganisaties)

    De middelen zijn gereserveerd voor de financiering van onderzoek in het kader van de topsectoren en maatschappelijke thema’s zoals leefomgeving, maatschappelijke veiligheid, arbeid en gezondheid en voor onderzoek ten behoeve van (wettelijke) taken van de overheid. Naast TNO (zie «Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s» hieronder), omvat TO2 de volgende instituten:

    • Deltares (Delta Research): instituut op het gebied van deltatechnologie. Deltares levert bijdragen aan innovatieve oplossingen voor water-, ondergrond- en deltavraagstukken die het leven in delta’s, kust- en riviergebieden veilig, schoon en duurzaam maken.

    • MARIN (Maritiem Research Instituut Nederland): instituut op het gebied van hydromechanisch en nautisch onderzoek.

    • NLR (Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium): instituut op het gebied van militaire (ten behoeve van het Ministerie van Defensie) en civiele luchtvaart (ten behoeve van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu).

    • ECN (Energieonderzoek Centrum Nederland) en DLO (Dienst Landbouwkundig Onderzoek): deze instituten worden toegelicht in respectievelijk artikel 14 en 16. http://www.denederlandsewetenschap.nl/web-specials/de-nederlandse-wetenschap/organisaties/gtis.html

  • vii. Topsectoren overig (met name STW)

    De Stichting voor de Technische Wetenschappen (STW, onderdeel van NWO) financiert technisch wetenschappelijk onderzoek aan Nederlandse universiteiten en instituten. Met de bijdrage van EZ worden de Perspectiefprogramma’s gefinancierd, die worden ingezet voor innovatiecontracten van topsectoren. Voor de bijdrage aan STW is structureel circa € 20 miljoen per jaar beschikbaar.

    Deze post bevat daarnaast de middelen die gereserveerd zijn voor de afbouw van een aantal FES-projecten, voormalige Innovatieprogramma’s (waaronder Point One) en enkele kleine posten met betrekking tot het huidige topsectorenbeleid.

    http://www.stw.nl/ en http://topsectoren.nl/

  • viii. Ruimtevaart (ESA)

    De bijdrage aan Ruimtevaart bestaat uit verplichte programma’s (contributie) van het European Space Agency (ESA) en uit gerichte inschrijving op optionele programma’s van ESA. De ingeschreven middelen worden in open competitie uitgezet bij Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen («Geo Return»-systeem). Daarnaast kent het Ruimtevaartbeleid een (beperkt) nationaal flankerend beleid, waarin onder andere wetenschappelijke instrumenten ontwikkeld worden, en de interactie met ESTEC. Uitvoering van het beleid is neergelegd bij het Netherlands Space Office (NSO). Om de ambities van Nederland op het gebied van ruimtevaart financieel op peil te houden is vanaf 2018 € 13 miljoen door het Kabinet gereserveerd op «Aanvullende post van de Rijksbegroting (middelen uit het Regeerakkoord voor fundamenteel onderzoek (maatregel D 32)».

    http://www.spaceoffice.nl/

Waarborgen van responsieve overheids- en informatiediensten en ondersteuning voor ondernemers op regionaal, nationaal en internationaal niveau

   

2012

2013

2014

2015

Bron

Innovatie Attaché Netwerk

       

IAN/RVO.nl

Vragen of informatieverzoeken

2.753

3.123

2.782

   

Koppeling potentiële buitenlandse counterparts R&D

495

585

715

   

Missies en conferenties

284

450

440

   

Seminars

109

199

230

   

Geformaliseerde samenwerkingsverbanden

50

65

115

   

Netherlands Foreign Investment Agency

       

NFIA/RVO.nl

Projecten

170

193

187

   

Investeringsomvang (€ mln)

931

1.658

3.185

   

Werkgelegenheid (arbeidsplaatsen)1

5.166

8.435

6.304

   

KvK/Ondernemerspleinen

       

KvK

Waardering Kamer van Koophandel

.

.

7,1

   

Bereik Kamer van Koophandel

.

.

51%

   

Waardering Ondernemersplein.nl

.

.

7,4

   

MVO Nederland

       

MVO Nederland

Aantal unieke bezoekers website

.

.

315.000

   

Stand aantal partners

2.004

2.007

2.031

   

Regeldruk

         

Realisatie kabinetdoelstelling € 2,5 mld regeldrukvermindering (€ mln)2

.

.

807

1.349

EZ

 

bedrijven

.

.

715

777

 
 

burgers en professionals

.

.

92

572

 
X Noot
1

Zowel nieuwe werkgelegenheid als behoud van werkgelegenheid.

X Noot
2

In beide jaren stand in april.

Bijdragen aan agentschappen

  • ix. Bijdrage aan RVO.nl – Innovatie-attachés

    De Innovatie Attachés, onderdeel van RVO.nl, werken in veertien landen vanuit ambassades en consulaten en leveren kennis en informatie over ontwikkelingen en trends op het terrein van innovatie in het buitenland en creëren verbindingen tussen Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen en bevorderen de internationale innovatiesamenwerking.

    http://www.rvo.nl/onderwerpen/innovatief-ondernemen/topsectoren/ia-netwerk

  • x. Bijdrage aan RVO.nl – Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)

    De bijdrage aan de NFIA is gereserveerd voor ondersteuning van buitenlandse bedrijven die zich willen vestigen of die willen uitbreiden in Nederland of Nederland als een strategische uitvalsbasis voor Europa zien. De dienstverlening bestaat uit advies, informatievoorziening en praktische assistentie en discrete toegang tot een breed netwerk van zakelijke partners en overheden.

    http://investinholland.com/

  • xi. Bijdrage aan RVO.nl – uitvoering instrumentarium

    Deze middelen zijn grotendeels voor de uitvoering van de financierings- en innovatie-instrumenten (MKB Innovatiestimulering Topsectoren, Eurostars, Horizon2020, TKI-toeslag, WBSO, BMKB, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering). Dit betreft activiteiten als beoordeling van aanvragen, bedrijfscontroles, voorlichting over de instrumenten, terugontvangen van kredieten, etc.

  • xii. Bijdrage aan Agentschap Telecom

    Met deze bijdrage wordt de uitvoering, het toezicht en de handhaving van de bepalingen van de Wet ruimtevaartactiviteiten verzorgd door Agentschap Telecom. Het gaat om werkzaamheden die voortkomen uit aanvragen voor een ruimtevaartvergunning, registreren van ruimtevoorwerpen, deelname aan internationale gremia, adviseren en voorlichting geven over ruimtevaartactiviteiten. Het wettelijke toezicht heeft betrekking op de afgifte van ruimtevaartvergunningen.

    https://www.agentschaptelecom.nl/

  • xiii. Bijdrage aan Logius

    De bijdrage aan Logius betreft het EZ-aandeel voor het programma (Bureau) Forum Standaardisatie.

    http://www.logius.nl/

    https://www.forumstandaardisatie.nl/

Opdrachten

Bijdragen ZBO’s/RWT’s

  • xv. Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen

    De Kamer van Koophandel voert vijf wettelijke taken uit in het kader van ondernemerschapsbeleid: houden van het handelsregister, inrichten en beheren van Ondernemerspleinen (zowel digitaal als fysiek), geven van inlichtingen en voorlichting aan ondernemers (onder meer) via online informatie, stimuleren van innovatie via advies en voorlichting en regio-specifieke activiteiten, bijvoorbeeld door middel van regionale onderzoeken, overleggen en samenwerkingsvormen. Hiervoor krijgt de Kamer van Koophandel een rijksbijdrage; daarnaast genereert de Kamer van Koophandel eigen inkomsten uit verkoop van eigen producten en diensten.

    www.kvk.nl

    www.ondernemersplein.nl

Bijdragen aan (internationale) organisaties

  • xvi. Bijdrage NBTC

    EZ stelt op basis van meerjarenafspraken budget beschikbaar voor de internationale «branding» en «marketing» van Nederland en internationale congreswerving. Het budget wordt ingezet op de belangrijkste toeristische herkomstmarkten en doelgroepen.

    http://www.nbtc.nl/nl/homepage.htm

  • xvii. Overige bijdragen aan organisaties (met name MVO Nederland)

    De bijdrage is gereserveerd voor de stichting Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, die partijen (bedrijven, overheden, kennisinstellingen, ngo’s en vakbonden) informeert en stimuleert om bij te dragen aan een duurzame en eerlijke wereld.

    http://mvonederland.nl/

Naar boven