De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij-, en voedselketens worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 200 (x € 1.000).
II
In artikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij-, en voedselketens worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 200 (x € 1.000).
Toelichting
In Nederland wordt jaarlijks voedsel ter waarde van € 4,6 miljard niet opgegeten.
Ongeveer € 2,6 miljard wordt verspild door de consument en € 2 miljard bij producenten,
tussenhandel, horeca en supermarkten (bron: WUR). Tegelijkertijd leven 1,3 miljoen
mensen in Nederland onder de armoedegrens. Volgens cijfers van het Europese onderzoek
SILC zijn er in Nederland 450.000 mensen die met regelmaat honger lijden. Daarnaast
wordt in een recent onderzoek van de VU aangetoond dat een significant deel van de
voedselbankklanten in Nederland, waaronder vele duizenden kinderen, honger lijden.
In 2014 werden door Voedselbanken Nederland 1,8 miljoen voedselpakketten samengesteld.
Ongeveer 20% van het voedsel wordt geworven bij landelijk werkende bedrijven, het
merendeel wordt dus door de lokale voedselbanken in de eigen gemeente geworven. De
voedselbanken kampen structureel met ernstige voedseltekorten, waardoor een uiterst
scherp financieel toelatingscriterium moet worden gehanteerd en dus maar een deel
van de allerarmsten van een voedselpakket kunnen worden voorzien.
Het landelijk team voedselverwervers van Voedselbanken Nederland werkt er hard en
met succes aan om meer landelijk werkende bedrijven te bewegen voedseloverschotten
aan de voedselbanken te doneren. Maar deze positieve resultaten worden geneutraliseerd
door het stijgend aantal klanten en de mindere donaties als gevolg van efficiëntere
productie-/ logistieke processen. Voedselbanken Nederland werkt al een paar jaar samen
met de Alliantie Verduurzaming Voedsel. Deze samenwerking wordt periodiek direct gemonitord
door de staatssecretarissen van EZ en SZW. Door deze samenwerking zijn meer bedrijven
aan de voedselbanken gaan leveren, maar dit heeft er helaas niet toe geleid dat een
substantiëler deel van de voedseloverschotten aan de voedselbanken wordt gedoneerd.
De voedselbanken in Nederland staan voor de grote uitdaging om veel meer en gezonder
voedsel te verwerven. Momenteel komt slechts een heel klein deel van het verspilde
voedsel (geschat max. 0,5%) bij de voedselbanken terecht, en blijkt het niet mogelijk
om structureel genoeg voedsel te werven. Daarnaast is er een tekort aan gezond voedsel.
Om de voedselbanken in Nederland te ondersteunen bij de verwerving van meer en gezonder
voedsel, stelt de indiener voor om tijdelijk een Taskforce «Voedseloverschotten en
Voedselbanken» in te stellen. Deze Taskforce bestaat uit experts uit de foodsector,
de voedselbanken en Wageningen University & Research centre en wordt geleid door een
prominente vertegenwoordiger uit het bedrijfsleven (bijvoorbeeld voormalig topman)
die secretarieel/beleidsmatig wordt ondersteund. Het doel van de taskforce is om bij
bedrijven de bewustwording van de geschetste problematiek te vergroten; zoveel mogelijk
landelijk werkende bedrijven uit de productie, retail, akker- en tuinbouw, catering
en horeca bereid te vinden structureel (extra) voedseloverschotten aan de voedselbanken
te schenken; en innovatieve concepten te onderzoeken/ontwikkelen om van grondstoffen
die anders vernietigd zouden worden nieuwe producten voor de voedselbankklanten te
maken. Het tegengaan van verspilling bij de consumenten thuis behoort uitdrukkelijk
niet tot de taak van de taskforce.
Het voorgestelde budget voor de taskforce bedraagt € 200.000. Dekking wordt gezocht
binnen de budgetflexibiliteit van artikel 16.
De indiener heeft de intentie om de taskforce voor een periode van drie jaar in te
stellen.
Dik-Faber