Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2015
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) is de inspectiedienst die onder mijn verantwoordelijkheid
toezicht houdt op de naleving van wettelijke regelingen die van toepassing zijn op
het opsporen, winnen en transporteren van delfstoffen, de opslag van stoffen in de
diepe ondergrond, het winnen van aardwarmte en de veiligheid van gasdistributienetten.
Hierbij stuur ik uw Kamer het jaarverslag 2014 van Staatstoezicht op de Mijnen1.
De problematiek in Groningen heeft in het jaar 2014 voor SodM een belangrijke rol
gespeeld. In januari en in december van dat jaar heeft SodM belangrijke adviezen over
de winning uit het Groningengasveld uitgebracht. SodM werkt ondertussen, mede naar
aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport «Aardbevingsrisico’s in Groningen»
van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, aan een versterking van de eigen organisatie
(Kamerstuk 33 529, nr. 143). Ik kom dit jaar nog met voorstellen om de onafhankelijkheid van SodM verder te
versterken.
Wat betreft de sector constateert SodM dat de olie- en gasbedrijven zich goed aan
de voorschriften houden. Ook constateert SodM dat er in 2014 relatief weinig arbeidsongevallen
waren: 2014 had de op een na laagste arbeidsongevallenfrequentie ooit gemeten in de
olie- en gaswinningindustrie in Nederland.
In haar jaarverslag herhaalt SodM twee eerdere aanbevelingen en doet zij drie nieuwe
aanbevelingen. De eerdere aanbevelingen zien op strengere financiële toetsing bij
de toelating van nieuwe vergunninghouders die aardwarmte willen opsporen en winnen
en op de vraag of SodM een rol heeft bij de nazorg van steenkolenwinning. Wat betreft
de vergunningverlening voor aardwarmte werk ik aan een aanpassing van de Mijnbouwwet
voor een meer op aardwarmteopsporing en -winning gericht vergunningenproces. Ik hoop
dit voorstel in het voorjaar van 2016 naar uw Kamer te kunnen sturen. Bij de nazorg
van de steenkolenwinning heeft SodM formeel geen rol. Wel betrek ik SodM bij lopende
onderzoeken, zoals het onderzoek naar de effecten van stijgend mijnwater. Waar nodig
vraag ik SodM om advies. Op basis van de resultaten van dit onderzoek wordt bezien
of er aanleiding is om de regelgeving op dit punt aan te passen.
Nieuw in het jaarverslag 2014 zijn de aanbevelingen om bedrijven te verplichten om
bodembewegingsanalyses te rapporteren, om te regelen hoe lang buiten gebruik gestelde
pijpleidingen moeten worden gemonitord en om een richtlijn op te stellen over het
risico op seismiciteit bij aardwarmte. Naar aanleiding van de eerste twee aanbevelingen
zal ik in overleg met SodM treden om te bezien of er aanleiding is om de regelgeving
op deze punten aan te passen en zo ja, hoe. Met betrekking tot geothermie werkt SodM
aan een advies met betrekking tot het analyseren, monitoren en beheersen van het risico
op seismiciteit als gevolg van het opsporen en winning van aardwarmte. Op basis van
dit advies zal ik bezien of er aanleiding is om de regelgeving nader aan te scherpen.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp