34 300 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2016

Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2015

Tijdens het vragenuur op 8 september jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 109, item 4) heb ik met uw Kamer gesproken over het gebruik en de risico’s van wapenonderhouds- en reinigingsmiddel PX-10. Ik heb toen toegezegd een brief te sturen met een nadere reactie op recente uitzendingen van het programma EenVandaag.

Naar aanleiding van die uitzendingen is contact gezocht met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het RIVM heeft een uitgebreide reactie opgesteld die als bijlage bij deze brief is gevoegd1. Het RIVM ziet geen aanleiding om het onderzoek te heropenen. Wel blijft het RIVM bereid verder onderzoek te doen als sprake is van nieuwe feiten of informatie. Ik deel deze lijn.

Op grond van een inspectierapport uit 1986, dat op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur van Defensie is verkregen, stelt EenVandaag voorts dat uw Kamer onjuist zou zijn geïnformeerd. In antwoorden op Kamervragen is op 10 november 2014 (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nrs. 516 en 517) vermeld dat er vanaf 1981 maatregelen zijn getroffen om het gebruik van PX-10 te verminderen en mogelijke gezondheidsrisico’s te verkleinen.

Het genoemde inspectierapport uit 1986 laat zien dat de naleving hiervan werd gecontroleerd. Dat die naleving bij deze inspectie onvoldoende bleek, werd al eerder gemeld in het onderzoeksrapport van het Coördinatiecentrum Expertise Militaire Gezondheidszorg (CEMG) uit 2009 (Kamerstuk 31 700 X, nr. 120): «De naleving aan boord van schepen van deze voorschriften met betrekking tot toepassingen en naleving veiligheidsvoorschriften was echter volgens één beschikbaar inspectierapport verre van optimaal. Andere inspectierapporten zijn niet beschikbaar.»

Zoals ik vaak heb onderstreept, is het personeel van Defensie de meest kritische succesfactor van de krijgsmacht. Als blijkt dat Defensie verantwoordelijkheid draagt voor klachten en ziekten, zal worden gehandeld. Een relatie tussen klachten en werkzaamheden moet echter wel door onafhankelijk onderzoek worden aangetoond. Het RIVM is, zoals bekend, een gerenommeerd instituut.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven