34 300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2015

Gistermiddag heb ik in uw Kamer mondelinge vragen beantwoord (Handelingen II 2014/15, nr. 4, Mondelinge vragenuur) inzake de berichtgeving omtrent Volkert van der G. Ik heb toegezegd u schriftelijk te zullen informeren over de gang van zaken voorafgaand aan, tijdens en direct na de voorwaardelijke invrijheidstelling van betrokkene. Hierbij is steeds het uitgangspunt geweest het voorkomen van krenking van de nabestaanden, het voorkomen van maatschappelijke onrust en het borgen van de veiligheid van betrokkene. Ik streef ernaar u zo spoedig mogelijk te informeren en vraag uw begrip voor het feit dat dit enige tijd kost, gelet op de complexiteit van de zaak, het aantal betrokken personen en instanties. De mededelingen in de Volkskrant van vandaag van Mr. Franken, met wie over de voorwaardelijke invrijheidsstelling uitgebreid contact is geweest, zal ik bij deze brief uiteraard betrekken.

Zoals ik gistermiddag heb aangegeven volgt daarnaast later een brief met de conclusies ten aanzien van de evaluatie van de Reclassering over het tot op vandaag naleven van de voorwaarden voor de voorwaardelijke invrijheidstelling en de toetsing van het Openbaar Ministerie of sprake is van overtreding van deze voorwaarden.

Mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven