34 300 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2016

Nr. 67 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 april 2016

Op 22 maart jl. informeerde ik u over het doel en de Nederlandse inzet voor de vierde Nuclear Security Summit (NSS) die op 31 maart en 1 april jl. in Washington is gehouden (Kamerstuk 34 300 V, nr. 57). Bij deze wil ik u, mede namens de Minister-President, graag berichten over de resultaten van de topconferentie.

NSS-proces afgesloten

Het NSS-proces is na vier topconferenties over een periode van zes jaar afgesloten. Dit initiatief van de Verenigde Staten (VS) heeft bijgedragen aan bewustwording op het hoogste niveau, wereldwijd, van de zeer ernstige gevolgen die een terroristische aanval met nucleaire of radiologische materialen zou hebben en van preventie – de maatregelen die nodig zijn om dat te voorkomen.

Die bewustwording heeft zich vertaald in versterkte aandacht voor nucleaire beveiliging in internationale instellingen. Binnen de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA), algemeen erkend als de essentiële speler op dit terrein, is de aandacht voor nucleaire beveiliging aanmerkelijk toegenomen.

Het NSS-proces heeft geleid tot betere internationale samenwerking. Door het netwerk van adviseurs van de regeringsleiders (sherpa's) en toezichthouders op de nationale nucleaire sector zijn landen bovendien in staat elkaar sneller te benaderen en effectiever op de hoogte te houden.

Uit de interventies tijdens de top is gebleken dat de NSS ook op binnenlands terrein als katalysator heeft gewerkt. Veel landen hebben serieuze zaak gemaakt met het verbeteren van de nucleaire beveiliging, al zal in de komende jaren aansporing nodig zijn om meer landen daartoe te bewegen.

Tenslotte heeft de NSS het internationale raamwerk van afspraken en verdragen versterkt. Als kroon op dit werk is een dag vóór de top in Washington het vereiste aantal ratificaties bereikt om het geamendeerde Verdrag Fysieke Beveiliging (Convention on the Physical Protection of Nuclear Material) in werking te laten treden. Dit is een belangrijke mijlpaal voor nucleaire beveiliging, omdat landen hiermee verdergaande verplichtingen krijgen, die zonder de NSS ongetwijfeld pas veel later zou zijn bereikt.

Inhoud van de Top in Washington

Er namen 52 landen en vier internationale organisaties deel aan de conferentie in Washington, waaronder 34 op het niveau van regeringsleider. De Nederlandse delegatie werd geleid door de Minister-President. Het programma bestond uit een werkdiner, een plenaire sessie, een werklunch en een zgn. «Scenario Based Policy Discussion». De thema’s waren de dreigingsanalyse, de nationale en internationale maatregelen die de NSS-landen nemen en hebben genomen en tenslotte een discussie, op basis van een compilatie van videobeelden, over hoe terroristen te werk zouden kunnen gaan en hoe terrorisme moet worden bestreden.

President Obama, die de topconferentie opende, stelde dat hoewel er veel is bereikt, we nog een lange weg te gaan hebben. Al-Qaeda en ISIS hebben interesse getoond in het bemachtigen van nucleair materiaal. Daarom moeten we er voor zorgen dat nucleaire beveiliging nog meer wordt verbeterd en voorraden hoogverrijkt uranium (HEU) en plutonium verder worden teruggebracht.

De Minister-President heeft, als tweede spreker tijdens de plenaire sessie, teruggeblikt op de twee jaar sinds de Top in Den Haag. Hij wees op de succesvolle campagne van de afgelopen jaren om het gebruik en de aanwezigheid van HEU en plutonium terug te dringen en om de IAEA-richtlijnen voor nucleaire beveiliging in nationale wetgeving op te nemen. Ook noemde hij het instrument van de Scenario Based Policy Discussion dat voor het eerst in 2014 tijdens de Top in Den Haag is beproefd en inmiddels door vele gremia is overgenomen.

Terugkerende thema’s in de interventies van de verschillende landen waren: cyber security, de dreiging van binnenuit («insider threat»), de grondoorzaken en bestrijding van terrorisme en het belang van inlichtingendeling. De centrale rol van IAEA op het gebied van nucleaire beveiliging werd door vele regeringsleiders en internationale organisaties onderstreept, in het bijzonder de diensten die de IAEA biedt om landen te helpen bij het verbeteren van hun beveiliging.

Aan het einde van de Top werden een slotverklaring en vijf institutionele actieplannen aangenomen. Deze en andere documenten van de Top, inclusief voortgangsrapportages van de NSS-landen en de zgn. «Gift Baskets» (initiatieven door een deel van de NSS-landen), zijn publiekelijk beschikbaar op de website van de NSS (www.nss2016.org).

Nederlandse inzet

Zoals ik u eerder berichtte, was de Nederlandse inzet tijdens de top in Washington er vooral op gericht zeker te stellen dat na de afsluiting van het NSS-proces wereldwijd aandacht blijft bestaan voor de noodzaak tot preventie van nucleair terrorisme en de versterking van de beveiliging. Aan die wens is op drie manieren gestalte gegeven.

Ten eerste zijn er tijdens de Top plannen vastgesteld om in de vijf belangrijkste internationale organisaties en instellingen op het gebied van nucleaire beveiliging (IAEA, de Verenigde Naties (VN), Interpol, het Global Initiative to Combat Nuclear Terrorism (GICNT), en het Global Partnership Against the Spread of Weapons and Materials of Mass Destruction) activiteiten te ontplooien voor de komende jaren. Die activiteiten varieren van zekerstellen dat de organisaties over voldoende middelen beschikken tot het uitvoeren van specifieke programma’s.

Ten tweede is het initiatief genomen om toezicht te houden op de naleving van deze en andere afspraken. Hiertoe wordt een informele «Contact Group» opgericht, die periodiek bijeen zal komen om de ontwikkelingen op nucleair beveiligingsgebied te volgen. Bijkomend voordeel is dat de groep ook de internationale contacten en samenwerking zal versterken. Doelstellingen, taken en lidmaatschap zijn vastgelegd in een zgn. «Joint Statement». Inmiddels hebben 39 NSS-landen deze verklaring onderschreven. Ook andere landen – zowel NSS als niet-NSS – die de grondbeginselen van het Joint Statement onderschrijven en bereid zijn bij te dragen aan het werk van de groep, kunnen zich aansluiten. Met de vijf institutionele «actieplannen» en de Contactgroep wordt verzekerd dat de impuls van de NSS behouden blijft.

Ten derde heeft de inspanning die de drie historische voorzitters van de NSS (de VS, Republiek Korea en Nederland) hebben geleverd om landen te bewegen de aanbevelingen van de IAEA op het terrein van nucleaire beveiliging in de nationale wetgeving op te nemen, steeds meer succes. Inmiddels hebben 38 landen, waaronder recent Jordanië, China en India, de verklaring onderschreven om dit te doen. Daarmee committeren de 38 landen zich eveneens om periodiek IAEA expert-missies uit te nodigen om de nationale beveiligingsmaatregelen tegen het licht te houden. De inspanningen om meer landen over te halen, gaan de komende jaren onverminderd verder.

Flankerende bijeenkomsten

Voorafgaande aan de NSS hebben de topbestuurders van de internationale nucleaire industrie eveneens een bijeenkomst over nucleaire beveiliging gehouden in Washington. Er zijn drie verklaringen aangenomen: over het gebruik, opslag en transport van nucleair en radiologisch materiaal, over het omgaan met de de cyber dreiging en over de rol van de wereldwijde nucleaire industrie bij nucleaire beveiliging. Ook niet-gouvernementele organisaties en universiteiten hebben een bijeenkomst gehouden en gediscussieerd over het voorkomen van nucleair terrorisme. Beide groepen hebben tijdens de morgen voorafgaande aan de NSS de handen ineen geslagen en een gezamenlijke bijeenkomst gehouden.

Nederland beschouwt deze flankerende bijeenkomsten als uitermate belangrijk om maatschappelijk draagvlak te creëren voor maatregelen om nucleaire beveiliging verder te verbeteren.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Naar boven