34 300 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2016

CXIX Verslag van een werkbezoek naar het Caribisch deel van het Koninkrijk, april 2016

R1 MOTIE VAN HET LID GANZEVOORT C.S.

Voorgesteld 21 juni 2016

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterend, dat volgens artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens een ieder recht heeft «[...] op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil»,

constaterend, dat volgens artikel 20 van de Nederlandse Grondwet de overheid verantwoordelijkheid draagt voor de bestaanszekerheid der bevolking en Nederlanders hier te lande, die niet in het bestaan kunnen voorzien, een bij de wet te regelen recht op bijstand van overheidswege dient te geven,

constaterend, dat volgens artikel 1 van de Nederlandse Grondwet allen die zich in Nederland bevinden, in gelijke gevallen gelijk dienen te worden behandeld,

constaterend, dat volgens artikel 1 tweede lid van het Statuut van het Koninkrijk voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba «regels [kunnen] worden gesteld en andere specifieke maatregelen worden getroffen met het oog op de economische en sociale omstandigheden, de grote afstand tot het Europese deel van Nederland, hun insulaire karakter, kleine oppervlakte en bevolkingsomvang, geografische omstandigheden, het klimaat en andere factoren waardoor deze eilanden zich wezenlijk onderscheiden van het Europese deel van Nederland»,

constaterend, dat de regering voor het Europese deel van Nederland een sociaal minimum kent dat ijkbedragen vaststelt voor het noodzakelijke levensonderhoud maar voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba deze ijkbedragen voor het noodzakelijke levensonderhoud niet vaststelt,

overwegend, dat daarmee een niet noodzakelijke en niet overtuigend beargumenteerde differentiatie wordt toegepast tussen het Europese deel van Nederland enerzijds en Bonaire, Sint Eustatius en Saba anderzijds,

overwegend, dat daarmee een geobjectiveerde discussie over armoedebeleid bemoeilijkt wordt,

overwegend, dat daarmee de zorgplicht van de Nederlandse overheid in het geding is,

verzoekt de regering ook voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba een sociaal minimum vast te stellen op basis van ijkbedragen voor het noodzakelijke levensonderhoud,

en gaat over tot de orde van de dag.

Ganzevoort

Van Kappen

Van Bijsterveld

De Graaf

Meijer

Vreeman

Ester

Teunissen

Nagel

Van Dijk

Ten Hoeve


X Noot
1

De letter R heeft alleen betrekking op 34 300 IV.

Naar boven