Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2015
Bij gelegenheid van de begrotingsbehandeling van Koninkrijksrelaties (Handelingen
II 2015/16, nr. 11, item 6 en Handelingen II 2015/16, nr. 12, item 7) is het bevallings- en zwangerschapsverlof in Caribisch Nederland aan de orde gekomen.
Met de motie Van Laar (Kamerstuk 34 300 IV, nr. 10) wordt de regering verzocht om op korte termijn te verkennen of de gelijkstelling
van het bevallings- en vaderschapsverlof uiterlijk per 1 januari 2017 geregeld kan
worden, zodat dit zowel in Europees als in Caribisch Nederland zestien weken is.
Met deze brief kom ik tegemoet aan het in de motie verwoorde verzoek om uw Kamer hierover
een brief te zenden voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Zwangerschaps- en bevallingsverlof
Inhoudelijk spreek ik graag mijn sympathie uit voor het uitbreiden van het zwangerschaps-
en bevallingsverlof in Caribisch Nederland. Ik beschouw het als vanzelfsprekend dat
de overheid op dit punt borg staat voor een adequaat beschermingsniveau voor de zwangere
en pas bevallen werknemer. Verschillen in regelgeving en voorzieningenniveau tussen
Caribisch Nederland enerzijds en het Europees deel van Nederland kunnen legitiem zijn
– op verschillende terreinen is dat het geval –, maar in de onderhavige situatie acht
ik het argument voor het uitbreiden van het in Caribisch Nederland geldende zwangerschaps-
en bevallingsverlof van twaalf naar zestien weken zwaarwegend. Het gaat hier immers
om het belang van de bescherming van de gezondheid van de moeder en het jonge kind.
De kosten voor het verlengen van het zwangerschaps- en bevallingsverlof voor werknemers
worden geraamd op € 130.000 structureel (in verband met een langer beroep op het wettelijk
ziekengeld zoals dit is geregeld in de Wet ziekteverzekering BES). Van de totale kosten
komt 80% via de Wet ziekteverzekering BES voor rekening van de overheid, 20% is voor
rekening van de werkgevers. In verband met het ontbreken van financiële dekking kan
ik op dit moment geen harde toezegging over de uitbreiding van het zwangerschaps-
en bevallingsverlof in Caribisch Nederland doen. Ik zeg wel toe me te zullen inspannen
om aankomend voorjaar bij de begrotingsvoorbereiding voor de begroting 2017 in de
benodigde financiële middelen te voorzien.
In het geval van positieve besluitvorming aankomend voorjaar is het streven naar invoering
per 1 januari 2017. De haalbaarheid hiervan is vanzelfsprekend mede afhankelijk van
het tijdig kunnen doorlopen van het daartoe strekkende wetgevingstraject, maar dit
zou in beginsel mogelijk moeten zijn.
Vaderschapsverlof
In de motie wordt ook het vaderschapsverlof aan de orde gesteld. Het Europees deel
van Nederland kent op dit moment twee dagen recht op vaderschapsverlof. Caribisch
Nederland is onbekend met het fenomeen vaderschapsverlof. Introductie van vaderschapsverlof
impliceert extra financiële lasten voor de werkgever, derhalve acht ik voorafgaande
(bestuurlijke) consultatie geboden.
Ik wil de betrokken partijen in Caribisch Nederland eerst om een visie op het verlofstelsel
Caribisch Nederland in den brede vragen, alvorens op dit onderdeel te besluiten. Dan
ontstaat een scherper beeld waar maatregelen nodig zijn en wat er aansluit bij de
ervaringen op de eilanden. Ik zal deze consultatie zo spoedig mogelijk in gang te
zetten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher