34 300 IIA Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2016

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSVOORSTEL

2

     

B.

DE BEGROTINGSTOELICHTING

3

     

1.

Leeswijzer

3

     

2.

De beleidsartikelen

4

 

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

4

 

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

7

 

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

9

 

Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

13

     

3.

Het niet-beleidsartikel

15

 

Artikel 10. Nominaal en onvoorzien

15

     

4.

Verdiepingsbijlage

16

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsartikel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Indeling van de begroting

Deze begroting is opgebouwd uit 4 beleidsartikelen en 1 niet-beleidsartikel. In beleidsartikel 1 komt de Eerste Kamer aan bod. In beleidsartikel 2 komen de (oud) leden van de Tweede Kamer en het Europees Parlement aan bod, beleidsartikel 3 betreft de Tweede Kamer en beleidsartikel 4 heeft betrekking op interparlementaire activiteiten van zowel de Eerste als Tweede Kamer. Het niet-beleidsartikel betreft nominaal en onvoorzien.

De beleidsartikelen zijn als gevolg van Verantwoord Begroten, ingedeeld in de volgende paragrafen:

  • A. Algemene doelstelling

  • B. Rol en verantwoordelijkheid

  • C. Beleidswijzigingen

  • D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

  • E. Toelichting artikelonderdeel

De begroting IIA valt onder het regime van kleine begrotingen, dit betekent dat er geen apart centraal apparaatartikel opgenomen hoeft te worden.

Budgettaire gevolgen van beleid

Juridisch verplicht/budgetflexibiliteit

In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid is geen informatie opgenomen over de budgetflexibiliteit, omdat het grotendeels apparaatsuitgaven betreft.

2. DE BELEIDSARTIKELEN

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

A Algemene doelstelling

De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. De voorzitter van de Eerste Kamer is tevens voorzitter van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal.

De kerntaken van de Eerste Kamer liggen in het, als sluitstuk van de wetgevingsketen, toetsen van voorgenomen wetgeving en het controleren van de regering. De Eerste Kamer besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de beoordeling van de wetgevingskwaliteit. Voorts heeft de Eerste Kamer taken op het terrein van de Europese wetgeving en het Europese beleid. Deze zijn door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon in omvang en intensiteit toegenomen.

De algemene doelstelling van de Eerste Kamer ligt op het terrein van een adequate wetgeving en controle, hetgeen verder is te operationaliseren naar een adequate toetsing van de kwaliteit van wet- en regelgeving, een adequate controle van het regeringsbeleid, transparantie over de taken en de uitvoering daarvan, en toereikende voorzieningen in een effectieve en efficiënte organisatie.

Voorts participeert de Eerste Kamer in het kader van internationale samenwerking en parlementaire diplomatie in parlementaire assemblees van internationale organisaties en onderhoudt zij contacten met parlementen en regeringen van andere staten.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.1

De Eerste Kamer vormt de voorlaatste schakel in de keten van het wetgevingsproces. Mede-actoren in het proces zijn, voorafgaand aan de bekrachtiging van een aanvaard wetsvoorstel door het Staatshoofd, respectievelijk de Ministerraad, de Raad van State en de Tweede Kamer. De controle op het regeringsbeleid voltrekt zich in interactie met de regering. Uit hoofde van het Verdrag van Lissabon is de Eerste Kamer betrokken bij de voorbereiding van Europese wetgevings- en beleidsvoorstellen. De taken van de Eerste- en Tweede Kamer op dit terrein zijn gelijk. Binnen de nationale context voert de Eerste Kamer overleg met de regering over de regeringsinzet bij de voorbereiding van Europese wetgeving.

C Beleidswijzigingen

Gegeven de algemene doelstelling worden jaarlijks accenten gelegd. Voor 2016 ziet de Eerste Kamer de volgende bijzondere aandachtspunten:

  • 1. Voortzetting viering 200 jaar Staten-Generaal/Eerste Kamer

  • 2. Voorbereiding voorzitterschap Europese Unie

  • 3. Verdere ontwikkeling digitaal parlement

  • 4. Beheer gebouwen

Viering 200 jaar Staten-Generaal/Eerste Kamer

Het parlementaire jaar 2015–2016 staat in Nederland mede in het teken van de viering van 200 jaar parlementaire democratie. In 2015 bestaan de Staten-Generaal 200 jaar als bicameraal parlement. Daaraan wordt passende aandacht besteed tijdens een Bijzondere Verenigde Vergadering der Staten-Generaal op 16 oktober 2015. Gedurende het gehele parlementaire jaar zijn er activiteiten die relateren aan dit jubileum.

Europese samenwerking

Op Europees vlak vindt intensieve samenwerking plaats op het niveau van de Speakers Conference (voorzitters van nationale parlementen en het Europees parlement), de Interparlementaire Conferentie die het Gemeenschappelijke Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) van de Europese Unie en het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) volgt, de interparlementaire samenwerking in het kader van het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur in de Economische en Monetaire Unie, de Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden (COSAC) en in interparlementaire samenwerking en uitwisseling van informatie op velerlei beleidsterreinen.

In 2016 bekleedt Nederland het voorzitterschap van de Europese Unie. Samen met de Tweede Kamer geeft de Eerste Kamer invulling aan de parlementaire dimensie van dit voorzitterschap.

Verdere ontwikkeling digitaal parlement

De Eerste Kamer is het eerste parlementaire huis ter wereld dat agenda’s en vergaderstukken in beginsel uitsluitend digitaal (via de «Eerste Kamer App») aan haar leden aanbiedt. In het content management systeem en de websites van de Kamer zijn belangrijke wijzigingen doorgevoerd. De digitalisering van de stukkenstroom zal, ook buiten het kader van het vergadercircuit, de komende jaren verder worden verfijnd.

Beheer gebouwen

Wanneer er duidelijkheid komt over of, hoe en wanneer het Binnenhof gerenoveerd wordt, zal de organisatie een begin maken met het inrichten van dit project.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 1 Wetgeving en controle EK

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Verplichtingen:

9.915

12.426

13.061

11.708

11.716

11.717

11.719

                 

Uitgaven:

9.938

12.426

13.061

11.708

11.716

11.717

11.719

                 

1.1

Apparaat Eerste Kamer

6.528

8.241

9.477

8.124

8.133

8.134

8.136

                 

1.2

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

3.346

3.512

3.511

3.511

3.510

3.510

3.510

                 

1.3

Verenigde vergadering

64

673

73

73

73

73

73

                 

Ontvangsten:

101

79

79

79

79

79

79

E Toelichting artikelonderdeel

1.1 Apparaat Eerste Kamer

Het betreft de uitgaven voor het personeel en de organisatie van de Eerste Kamer.

Budgettaire ontwikkeling

De onderhavige raming gaat ervan uit dat de werkzaamheden van de Eerste Kamer in 2015 zullen worden voorgezet met inachtneming van de aanpassingen zoals die in de achterliggende jaren zijn doorgevoerd. Er zijn geen middelen geraamd voor grote nieuwe projecten in 2016.

De Eerste Kamer stelt zich op het standpunt dat het zich als zelfstandige begrotingsautoriteit en de eerder op dat vlak tussen regering en Kamer gemaakte afspraken, niet gebonden acht aan een van regeringswege voor de Kamer vastgestelde taakstelling, maar zorgvuldig zal ramen.

1.2 Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

Het betreft de uitgaven voor de vergoeding van de voorzitter en leden van de Eerste Kamer.

1.3 Verenigde Vergadering

De Eerste Kamer is verantwoordelijk voor de organisatie van de gezamenlijke vergadering van beide Kamers der Staten-Generaal (de Tweede en Eerste Kamer). De hieruit voortvloeiende uitgaven worden geraamd binnen dit artikelonderdeel. De hogere uitgavenraming voor 2015 houdt verband met een extra Verenigde Vergadering in het kader van het 200-jarige bestaan van de Staten-Generaal.

Ontvangsten

Deze bestaan voornamelijk uit restaurantopbrengsten en terugbetalingen door de betreffende fracties van de Eerste Kamer van teveel uitgekeerde voorschotten aan deze fracties.

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

A Algemene doelstelling

Onder dit artikel worden rechtspositionele uitgaven aan leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede hun nagelaten betrekkingen, evenals de schadeloosstelling aan de Nederlandse leden van het Europees Parlement geraamd.

Zorg dragen voor uitbetalingen i.v.m. wettelijke regelingen

De Tweede Kamer draagt ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Stb. 1997, 250), de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Stb. 1969, 594) en de Wet schadeloosstelling leden Europees Parlement (Stb. 1979, 379) zorg voor de uitgaven uit hoofde van:

  • schadeloosstelling leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • reis- en overige kostenvergoedingen leden Tweede Kamer (artikel 2.1);

  • wachtgelden oud-leden Tweede Kamer (artikel 2.2);

  • pensioenen oud-leden en hun nabestaanden (artikel 2.2);

  • schadeloosstelling Nederlandse leden van het Europees Parlement (die niet door het Europees Parlement betaald worden) (artikel 2.3).

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.2

C Beleidswijzigingen

In 2016 zijn voor dit artikel geen beleidswijzigingen voorzien.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 2 Uitgaven tbv van (oud) leden Tweede Kamer en leden EP

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Verplichtingen:

27.804

29.398

29.396

30.901

29.894

29.391

29.391

                 

Uitgaven:

27.804

29.398

29.396

30.901

29.894

29.391

29.391

                 

2.1

Schadeloosstelling

18.801

19.563

19.561

19.558

19.557

19.557

19.557

                 

2.2

Pensioenen en wachtgelden

8.859

9.735

9.735

11.243

10.237

9.734

9.734

                 

2.3

Schadeloosstelling Europarlementariers incl teg ziektekosten

144

100

100

100

100

100

100

                 

Ontvangsten:

34

86

86

86

86

86

86

E Toelichting artikelonderdeel

2.1 Schadeloosstelling

Het betreft de uitgaven voor de schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer.

2.2 Pensioenen en wachtgelden

De begroting voor pensioenen en wachtgelden is voor de jaren 2017 en 2018 verhoogd met respectievelijk € 1,5 mln. en € 0,5 mln. in verband met een voorzien groter beroep op de pensioen- en wachtgeldregeling als gevolg van de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017.

Aan de uitgaven binnen artikel 2.2 zijn de volgende kengetallen (aantallen gerechtigden) verbonden:

Tabel: aantallen gerechtigden pensioenen en wachtgelden oud-leden

Aantallen deelgerechtigden

2010

2011

2012

2013

2014

Pensioenen oud-leden

437

423

433

452

455

Wachtgelden oud-leden

90

72

89

66

55

Totaal

527

495

522

518

510

2.3 Schadeloosstelling Europarlementariërs

Het betreft de schadeloosstelling voor de Nederlandse Europarlementariërs, welke zijn herkozen na de verkiezingen voor het Europees parlement in 2014. Voor nieuwgekozen Europarlementariërs, verkozen in 2014 of bij toekomstige verkiezingen, geldt dat deze niet langer worden betaald vanuit de begroting van de Tweede Kamer.

Ontvangsten

De ontvangsten vloeien voort uit eventuele meerinkomsten uit nevenwerkzaamheden.

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

A Algemene doelstelling

Als volksvertegenwoordiging heeft de Tweede Kamer twee hoofdtaken: het controleren van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (grondwetgeving) en enkele andere (grond)wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

De ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer heeft als missie het ondersteunen van het constitutioneel proces en wil dit verder versterken door middel van het bieden van een politiek neutrale, adequate en innovatieve ondersteuning van de Kamerleden in alle facetten van hun werk als volksvertegenwoordiger. De politieke prioriteit, zoals door de Kamer bepaald, is daarbij leidend.

De ambtelijke organisatie zorgt ervoor dat de leden worden ondersteund bij de uitvoering van de kerntaken van de Tweede Kamer: controle en (mede-)wetgeving.

De primaire aandacht van de ambtelijke organisatie ligt op de 150 leden van de Kamer. Daarnaast heeft de Kamer een aantal stakeholders. Dit zijn de Kamerbewoners in de brede zin des woords, de burgers/de kiezers, maatschappelijke organisaties, adviesorganen en onderzoeksinstituten, de Ministeries en de journalisten en lobbyisten.

Om de missie te vervullen zijn drie kerntaken van de ambtelijke organisatie belangrijk:

  • de zorg voor procedurele en inhoudelijke instrumenten ter ondersteuning van de leden en hun vergaderingen;

  • de zorg voor facilitaire ondersteuning en

  • de zorg voor het vastleggen, ontsluiten en zichtbaar maken van de werkzaamheden van de Kamer.

Een belangrijk uitgangspunt is daarbij dat de Kamer te allen tijde moet kunnen vergaderen.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.3

C Beleidswijzigingen

Voor 2016 voorziet het Presidium de volgende aandachtspunten:

Voorzitterschap EU 1e helft 2016

In het eerste halfjaar van 2016 zal Nederland het roulerende voorzitterschap bekleden van de Raad van de Europese Unie. Als voorzitter zal de regering van 1 januari tot 1 juli 2016 de taak hebben om de Europese onderhandelingen in goede banen te leiden. Samen met de Eerste Kamer geeft de Tweede Kamer invulling aan de parlementaire dimensie van dit voorzitterschap.

Veiligheid en beveiliging, zowel fysiek als digitaal

Het huidige dreigingsbeeld en de gevolgen van aanslagen en veiligheidsincidenten in met name West-Europa worden periodiek, maar ook incidenteel, zodra de actualiteit dit vergt, besproken tussen de Voorzitter van het presidium en de veiligheidspartners zoals de NCTV, de burgemeester van Den Haag en de politie.

In 2012 heeft het presidium het Informatiebeveiligingsbeleid van de Tweede Kamer vastgesteld. Dit document beschrijft op strategisch niveau op welke wijze de Kamer met beveiliging van informatie en informatievoorzieningen omgaat. Op basis van dit document is een stelsel van operationele maatregelen geformuleerd in de zogenaamde Baseline Informatiebeveiliging. Risico’s en risicogebieden zijn in kaart gebracht en beschreven, en de maatregelen die daar bij horen worden gedurende 2015 en 2016 ingevoerd. Overigens is het gat tussen de huidige praktijk en de nog uit te voeren maatregelen te overzien: er is een aantal maatregelen operationeel.

Verdere digitalisering primair proces

De digitalisering van het primair proces is een steeds voortschrijdend proces dat veel aandacht en investeringen vraagt. Daarbij gaat het om zaken die al in gang zijn gezet, zoals de elektronische presentielijst, of gereed zijn, zoals het nieuwe knoppenpaneel. Tevens is in 2015 begonnen met de installatie van een «indoor» 4G netwerk waarvan de afronding in 2016 zal zijn. Dit netwerk voorziet in een goede en veilige spraak- en dataverbinding in de gebouwen van de Tweede Kamer. De Kamer werkt verder aan de ontwikkeling van een «second screen», een applicatie die voor burgers bedoeld is om het parlementair proces inzichtelijker te maken: de eerste oplevering vindt plaats in 2015 en een verder doorontwikkelde versie wordt opgeleverd in 2016.

Implementatie aanbevelingen: rapport «Voorop in Europa»

Het rapport «Voorop In Europa» schetst een marsroute naar een betere parlementaire beïnvloeding, besluitvorming en controle op Europese (wetgevings)processen. Er wordt extra ambtelijke inzet voorzien met personele consequenties om de Tweede Kamer beter te kunnen ondersteunen. Op 11 februari 2015 heeft het presidium ingestemd met de ambtelijke uitwerking van het rapport «Voorop in Europa».

Voorbereidingsactiviteiten rond de renovatie van het Binnenhofcomplex

Wanneer er duidelijkheid komt over of, hoe en wanneer het Binnenhof gerenoveerd wordt, zal de organisatie een begin maken met het inrichten van dit project.

Implementatie van de besluitvorming op basis van het rapport van ABDTOPconsult

Het Presidium heeft door ABDTOPconsult onderzoek laten uitvoeren naar het functioneren van de ambtelijke organisatie. ABDTOPconsult heeft in haar rapport aandachtspunten benoemd en aanbevelingen gedaan omtrent verdere verzakelijking en professionalisering van de ambtelijke organisatie.

De inrichting van de topstructuur van de Tweede Kamer is onderhevig aan veranderingen. Met de komst van een nieuwe Griffier komt ook de behoefte om de inrichting van de organisatiestructuur bij te stellen en bestendig te maken voor de toekomst. De uitwerking van de besluitvorming loopt door in 2016. De aanbevelingen in het rapport zijn geformuleerd als richtinggevende hoofdlijnen voor de komende periode. Later in de doorontwikkeling zullen op tal van onderwerpen nadere uitwerkingen plaats moeten vinden. De Presidium heeft opdracht gegeven de uitvoering van deze aanbevelingen ter hand te nemen.

200 jaar Staten-Generaal

Het aandachtspunt 200 jaar Staten-Generaal is een punt dat ook voorkomt in 2015. Een deel van de geplande activiteiten vindt plaats in de tweede helft van het parlementaire jaar 2015–2016.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 3 Wetgeving/controle TK

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Verplichtingen:

99.047

101.940

97.421

97.449

95.124

94.116

94.120

                 

Uitgaven:

92.524

101.940

97.421

97.449

95.124

94.116

94.120

                 

3.1

Apparaat Tweede Kamer

61.759

70.358

67.858

65.177

64.970

64.970

64.974

                 

3.2

Onderzoeksbudget

719

2.499

2.174

2.150

2.142

2.142

2.142

                 

3.3

Drukwerk

1.768

1.807

1.789

1.771

1.766

1.766

1.766

                 

3.4

Fractiekosten

25.730

23.776

23.248

26.023

23.926

22.918

22.918

                 

3.5

Uitzending leden

333

436

432

427

426

426

426

                 

3.6

Parlementaire enquetes

2.215

1.450

0

0

0

0

0

                 

3.7

Bijdrage ProDemos

0

1.614

1.920

1.901

1.894

1.894

1.894

                 

Ontvangsten:

4.385

4.966

4.966

4.966

4.966

4.966

4.966

E Toelichting artikelonderdeel

3.1 Apparaat Tweede Kamer

Dit artikel heeft betrekking op de personele en materiële uitgaven van de Kamer organisatie.

3.2 Onderzoeksbudget

Uit dit artikel worden de uitgaven voor parlementair onderzoek gefinancierd.

3.3 Drukwerk

Uit dit artikel worden de uitgaven gedekt die betrekking hebben op de publicatie van Kamerstukken.

3.4 Fractiekosten

Op grond van de regeling ondersteuning fracties Tweede Kamer hebben de fracties recht op een bijdrage in de kosten.

3.5 Uitzending Leden

Uit dit artikel worden de uitgaven gedekt voor de uitzending van Leden naar internationale organisaties.

3.7 Bijdrage ProDemos

De Kamer onderhoudt met de stichting ProDemos een samenwerkingsrelatie. De stichting verzorgt onder meer educatie en voorlichting over de werking van het Nederlandse Parlementaire stelsel. De samenwerking is vormgegeven middels een werkprogramma. Dit programma vormt de basis voor het verstrekken van een vergoeding voor de te maken kosten.

Ontvangsten

De ontvangsten hebben betrekking op terugontvangen gelden van fractievergoedingen na het opstellen van de jaarlijkse afrekening. Daarnaast behoort de omzet uit het restaurant tot de ontvangsten.

Artikel 4 Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

A Algemene doelstelling

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.4

C Beleidswijzigingen

In het eerste halfjaar van 2016 bekleedt Nederland het roulerende voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. Als voorzitter heeft de regering van 1 januari tot 1 juli 2016 de taak om de Europese onderhandelingen in goede banen te leiden. De Staten-Generaal geven gezamenlijk invulling aan de parlementaire dimensie van dit voorzitterschap.

D1 Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 4 Wetgeving/controle EK en TK

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Verplichtingen:

1.589

1.497

1.482

1.468

1.463

1.463

1.463

                 

Uitgaven:

1.799

1.497

1.482

1.468

1.463

1.463

1.463

                 

4.3

Interparlementaire betrekkingen

1.799

1.497

1.482

1.468

1.463

1.463

1.463

                 

Ontvangsten:

0

23

23

23

23

23

23

E Toelichting artikelonderdeel

4.3 Interparlementaire betrekkingen

Betreft uitgaven voor:

  • uitzending leden naar internationale organisaties;

  • aandeel Nederland in de kosten van interparlementaire organen;

  • contacten tussen de parlementen van het Koninkrijk;

  • ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organisaties;

  • de Nederlandse groep van de Interparlementaire Unie (IPU).

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief (2010 – 2014) de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden per Kamerzetel (van Eerste en Tweede Kamer) opgenomen.

Tabel gemiddelde uitgaven per lid

Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

(in € 1.000)

2010

2011

2012

2013

2014

Interparlementaire betrekkingen

1.075

1.066

1.029

1.384

1.799

totaal artikel 4

1.075

1.066

1.029

1.384

1.7991

gemiddeld per zetel (225)

5

5

5

6

8

X Noot
1

De hogere uitgaven in 2013 en 2014 houden verband met de (voorbereidingen van de) organisatie door Nederland van de Parlementaire Assemblee van de NATO in november 2014 te Den Haag.

Ontvangsten

De ontvangsten bestaan uit terug ontvangen voorschotten.

3. HET NIET-BELEIDSARTIKEL

Beleidsartikel 10 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid (bedragen x € 1.000)
   

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Verplichtingen:

0

– 1.573

– 1.781

– 1.912

– 1.957

– 1.957

– 1.957

                 

Uitgaven:

0

– 1.573

– 1.781

– 1.912

– 1.957

– 1.957

– 1.957

                 

10.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

                 

10.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

                 

10.3

Onvoorzien

0

– 1.573

– 1.781

– 1.912

– 1.957

– 1.957

– 1.957

10.3 Onvoorzien

De Eerste Kamer stelt zich op het standpunt dat het zich als zelfstandige begrotingsautoriteit en de eerder op dat vlak tussen regering en Kamer gemaakte afspraken, niet gebonden acht aan een van regeringswege voor de Kamer vastgestelde taakstelling, maar zorgvuldig zal ramen. Een deel van de taakstellingen Rutte I en II is derhalve niet ingevuld. Het betreft een bedrag van € 0,52 mln. in 2016 oplopend tot € 0,70 mln. in 2018 en volgende jaren.

De taakstelling Rutte I op artikel 2 is door de Tweede Kamer aangemerkt als een taakstelling op een niet beïnvloedbaar artikel. De taakstelling oplopend van € 0,60 mln. in 2013 tot € 1,26 mln. in 2016 en volgende jaren staat nog open op dit artikel. De Tweede Kamer heeft de taakstelling

Rutte II in de meerjarenraming verwerkt.

4. VERDIEPINGSBIJLAGE

In de onderstaande tabellen is bij de nieuwe mutaties voor het jaar 2020 tevens de extrapolatiestand voor het artikelonderdeel meegenomen.

Artikel 1 Wetgeving en controle EK

Uitgaven (x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

11.670

11.673

11.671

11.680

11.680

0

1.1

Apparaat Eerste Kamer

8.099

8.102

8.100

8.109

8.109

0

1.2

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

3.498

3.498

3.498

3.498

3.498

0

1.3

Verenigde vergadering

73

73

73

73

73

0

               

Mutaties 1e suppletoire begroting 2015

713

1.347

– 3

– 3

– 2

0

1.1

Apparaat Eerste Kamer

113

1.347

– 3

– 3

– 2

0

1.3

Verenigde vergadering

600

0

0

0

0

0

               

Nieuwe mutaties

43

41

40

39

39

11.719

1.1

Apparaat Eerste Kamer

29

28

27

27

27

8.136

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

29

28

27

27

27

 

1.2

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

14

13

13

12

12

3.510

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

14

13

13

12

12

 

1.3

Verenigde vergadering

0

0

0

0

0

73

               

Stand ontwerpbegroting 2016

12.426

13.061

11.708

11.716

11.717

11.719

1.1

Apparaat Eerste Kamer

8.241

9.477

8.124

8.133

8.134

8.136

1.2

Vergoeding voorzitter/leden Eerste Kamer

3.512

3.511

3.511

3.510

3.510

3.510

1.3

Verenigde vergadering

673

73

73

73

73

73

Ontvangsten (x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

79

79

79

79

79

0

               

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

79

               

Stand ontwerpbegroting 2016

79

79

79

79

79

79

Artikel 2 Uitgaven tbv van (oud) leden Tweede Kamer en leden EP

Uitgaven (x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

29.232

29.231

30.725

29.727

29.228

0

2.1

Schadeloosstelling

19.571

19.570

19.567

19.567

19.567

0

2.2

Pensioenen en wachtgelden

9.661

9.661

11.158

10.160

9.661

0

2.3

Schadeloosstelling Europarlementariers incl teg ziektekosten

0

0

0

0

0

0

               

Nieuwe mutaties

166

165

176

167

163

29.391

2.1

Schadeloosstelling

– 8

– 9

– 9

– 10

– 10

19.557

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

92

91

91

90

90

 
 

b. Reallocatie

– 100

– 100

– 100

– 100

– 100

 

2.2

Pensioenen en wachtgelden

74

74

85

77

73

9.734

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

74

74

85

77

73

 

2.3

Schadeloosstelling Europarlementariers incl teg ziektekosten

100

100

100

100

100

100

 

waarvan:

           
 

a. Reallocatie

100

100

100

100

100

 
               

Stand ontwerpbegroting 2016

29.398

29.396

30.901

29.894

29.391

29.391

2.1

Schadeloosstelling

19.563

19.561

19.558

19.557

19.557

19.557

2.2

Pensioenen en wachtgelden

9.735

9.735

11.243

10.237

9.734

9.734

2.3

Schadeloosstelling Europarlementariers incl teg ziektekosten

100

100

100

100

100

100

Ontvangsten (x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

86

86

86

86

86

0

               

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

86

               

Stand ontwerpbegroting 2016

86

86

86

86

86

86

Artikel 3 Wetgeving/controle TK

Uitgaven (x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

96.115

96.031

99.033

97.043

96.039

0

3.1

Apparaat Tweede Kamer

65.380

65.575

65.566

65.583

65.583

0

3.2

Onderzoeksbudget

2.490

2.490

2.490

2.490

2.490

0

3.3

Drukwerk

2.201

2.201

2.201

2.201

2.201

0

3.4

Fractiekosten

23.675

23.396

26.407

24.400

23.396

0

3.5

Uitzending leden

435

435

435

435

435

0

3.6

Parlementaire enquetes

0

0

0

0

0

0

3.7

Bijdrage ProDemos

1.934

1.934

1.934

1.934

1.934

0

               

Mutaties 1e suppletoire begroting 2015

5.445

1.995

– 4

– 4

– 4

0

3.1

Apparaat Tweede Kamer

3.995

1.995

– 4

– 4

– 4

0

3.6

Parlementaire enquetes

1.450

0

0

0

0

0

               

Nieuwe mutaties

380

– 605

– 1.580

– 1.915

– 1.919

94.120

3.1

Apparaat Tweede Kamer

983

288

– 385

– 609

– 609

64.974

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

258

258

256

256

256

 
 

b. Reallocatie drukwerk

400

400

400

400

400

 
 

c. Reallocatie ProDemos

325

         
 

d. Herschikking apparaat

 

300

300

300

300

 
 

e. Taakstelling Rutte II

 

– 670

– 1.341

– 1.565

– 1.565

 

3.2

Onderzoeksbudget

9

– 316

– 340

– 348

– 348

2.142

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

9

9

9

9

9

 
 

b. Herschikking apparaat

 

– 300

– 300

– 300

– 300

 
 

c. Taakstelling Rutte II

 

– 25

– 49

– 57

– 57

 

3.3

Drukwerk

– 394

– 412

– 430

– 435

– 435

1.766

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

6

6

6

6

6

 
 

b. Reallocatie drukwerk

– 400

– 400

– 400

– 400

– 400

 
 

c. Taakstelling Rutte II

 

– 18

– 36

– 41

– 41

 

3.4

Fractiekosten

101

– 148

– 384

– 474

– 478

22.918

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

101

99

110

103

99

 
 

b. Taakstelling Rutte II

 

– 247

– 494

– 577

– 577

 

3.5

Uitzending leden

1

– 3

– 8

– 9

– 9

426

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

1

1

1

1

1

 
 

b. Taakstelling Rutte II

 

– 4

– 9

– 10

– 10

 

3.7

Bijdrage ProDemos

– 320

– 14

– 33

– 40

– 40

1.894

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

5

5

5

5

5

 
 

b. Reallocatie ProDemos

– 325

         
 

c. Taakstelling Rutte II

 

– 19

– 38

– 45

– 45

 
               

Stand ontwerpbegroting 2016

101.940

97.421

97.449

95.124

94.116

94.120

3.1

Apparaat Tweede Kamer

70.358

67.858

65.177

64.970

64.970

64.974

3.2

Onderzoeksbudget

2.499

2.174

2.150

2.142

2.142

2.142

3.3

Drukwerk

1.807

1.789

1.771

1.766

1.766

1.766

3.4

Fractiekosten

23.776

23.248

26.023

23.926

22.918

22.918

3.5

Uitzending leden

436

432

427

426

426

426

3.6

Parlementaire enquetes

1.450

0

0

0

0

0

3.7

Bijdrage ProDemos

1.614

1.920

1.901

1.894

1.894

1.894

Ontvangsten (x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

4.966

4.966

4.966

4.966

4.966

0

               

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

4.966

               

Stand ontwerpbegroting 2016

4.966

4.966

4.966

4.966

4.966

4.966

Toelichting

De invulling van de taakstelling Rutte II is vanaf 2016 verwerkt op artikel 3 en 4.

Artikel 4 Wetgeving/controle EK en TK

Uitgaven (x € 1.000)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

1.493

1.493

1.493

1.493

1.493

0

4.3

Interparlementaire betrekkingen

1.493

1.493

1.493

1.493

1.493

0

               

Nieuwe mutaties

4

– 11

– 25

– 30

– 30

1.463

4.3

Interparlementaire betrekkingen

4

– 11

– 25

– 30

– 30

1.463

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

4

4

4

4

4

 
 

b. Taakstelling Rutte II

 

– 15

– 29

– 34

– 34

 
               

Stand ontwerpbegroting 2016

1.497

1.482

1.468

1.463

1.463

1.463

4.3

Interparlementaire betrekkingen

1.497

1.482

1.468

1.463

1.463

1.463

Ontvangsten (x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

23

23

23

23

23

0

               

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

23

               

Stand ontwerpbegroting 2016

23

23

23

23

23

23

Toelichting

De invulling van de taakstelling Rutte II is vanaf 2016 verwerkt op artikel 3 en 4.

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien

Uitgaven (x € 1.000)
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Stand ontwerpbegroting 2015

– 1.573

– 2.779

– 3.908

– 4.286

– 4.286

0

10.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

10.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

10.3

Onvoorzien

– 1.573

– 2.779

– 3.908

– 4.286

– 4.286

0

               

Mutaties 1e suppletoire begroting 2015

593

588

607

590

582

582

10.1

Loonbijstelling

440

435

454

437

429

429

10.2

Prijsbijstelling

153

153

153

153

153

153

10.3

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

               

Nieuwe mutaties

– 593

410

1.389

1.739

1.747

– 2.539

10.1

Loonbijstelling

– 440

– 435

– 454

– 437

– 429

– 429

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

– 440

– 435

– 454

– 437

– 429

 

10.2

Prijsbijstelling

– 153

– 153

– 153

– 153

– 153

– 153

 

waarvan:

           
 

a. Toedeling loon- en prijsbijstellingstranche 2015

– 153

– 153

– 153

– 153

– 153

 

10.3

Onvoorzien

0

998

1.996

2.329

2.329

– 1.957

 

a. Taakstelling Rutte II

 

998

1.996

2.329

2.329

 
               

Stand ontwerpbegroting 2016

– 1.573

– 1.781

– 1.912

– 1.957

– 1.957

– 1.957

10.1

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

10.2

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

10.3

Onvoorzien

– 1.573

– 1.781

– 1.912

– 1.957

– 1.957

– 1.957


X Noot
1

Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.

X Noot
2

Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.

X Noot
3

Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.

X Noot
4

Comptabiliteitswet 2001, artikel 19.

Naar boven