Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 7 september 2015en het nader rapport d.d. 14 september 2015, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens
de Staatssecretaris van Financiën. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad
van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 28 augustus 2015, no. 2015001428, heeft Uwe Majesteit, op
voordracht van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot vaststelling van de begrotingsstaat
van het gemeentefonds (B) voor het jaar 2016, met memorie van toelichting.
Artikel 3 van het wetsvoorstel stelt voor het uitkeringsjaar 2016 onder andere het
verplichtingenbedrag vast ter zake van de integratie-uitkering sociaal domein als
bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet (Fvw).
Artikel 5, tweede lid, Fvw bepaalt dat in de begroting integratie-uitkeringen als
verplichting kunnen worden opgenomen om aan gemeenten te worden uitgekeerd op een
andere wijze dan door middel van de algemene uitkering. Ingevolge artikel 13, eerste
lid, Fvw wordt de verdeling van integratie-uitkeringen bij algemene maatregel van
bestuur (amvb) geregeld; dat geldt ook voor de wijze van verdeling en de wijze van
vaststellen van het volume. Artikel 13, derde lid, Fvw bepaalt dat integratie-uitkeringen
binnen een bij de amvb te bepalen termijn worden opgenomen in de algemene uitkering.
Eén en ander is uitgewerkt in het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen.
Bij de bestuurlijke afspraken die in 2014 tussen Rijk en Vereniging van Nederlandse
Gemeenten zijn gemaakt na het intrekken van het wetsvoorstel voor het deelfonds sociaal
domein, is in het kader van de decentralisatie van taken in het sociale domein gesproken
over een integratie-uitkering sociaal domein.1 Deze afspraken hebben echter niet geleid tot aanpassing van het Besluit decentralisatie-
en integratie-uitkeringen. Dat Besluit kent dan ook geen integratie-uitkeringen met
betrekking tot het sociale domein. Verder is noch in de Fvw, noch in de daarop gebaseerde
regelgeving een grondslag gecreëerd voor het maken van onderscheid tussen integratie-uitkeringen
in het sociale domein en de overige integratie-uitkeringen, zoals in het voorliggende
begrotingsvoorstel gebeurt.
Tegen die achtergrond adviseert de Afdeling het wetsvoorstel aan te passen in die
zin dat in artikel 3 niet wordt gerefereerd aan de integratie-uitkering sociaal domein
en deze uitkering (inclusief het daarvoor geraamde bedrag) onder te brengen bij de
(overige) integratie-uitkeringen.
IA. Beantwoording niet blanco-advies
Blijkens bijgaand advies heeft de Afdeling advisering van de Raad van State over bovenvermelde
begroting een opmerking gemaakt. Deze opmerking geven de Staatsecretaris van Financiën
en mij aanleiding tot de volgende reactie.
Het apart vermelden van de integratie-uitkering sociaal domein in artikel 3 van het
wetsvoorstel is gebeurd vanwege het belang en de omvang van deze uitkering, niet is
beoogd een onderscheid te maken tussen de integratie-uitkering sociaal domein en de
overige integratie-uitkeringen. Ook de verdeling van deze integratie-uitkering en
de vaststelling van het volume zal, op de gebruikelijke wijze, in het Besluit decentralisatie-
en integratie-uitkeringen worden geregeld, nadat de bedragen per gemeente definitief
zijn.
De Afdeling advisering van de Raad van State geeft U in overweging het voorstel van
wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande
rekening zal zijn gehouden.
De vice-president van de Raad van State,
J.P.H. Donner
Omdat niet is beoogd in het wetsvoorstel een onderscheid te maken tussen de integratie-uitkering
sociaal domein en de overige integratie-uitkeringen, is het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State gevolgd en is het wetsvoorstel dienovereenkomstig
aangepast.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk
De Staatssecretaris van Financiën,
E.D. Wiebes